Hoofdstuk 3. Aanvraag erkenning
Artikel 4. Aanvraagformulier
Voor de aanvraag van een erkenning wordt gebruik gemaakt van een door de Dienst Wegverkeer
vastgesteld formulier.
Artikel 5. Inschrijving Kamer van Koophandel en testrapport
De aanvrager van een erkenning legt bij de aanvraag de volgende bescheiden over:
-
a. een uittreksel uit het handelsregister, als bedoeld in artikel 22 van de Handelsregisterwet 2007, dan wel, bij vestiging buiten Nederland, een gelijkwaardig document afgegeven in
het land van vestiging, waaruit blijkt dat de aanvrager kentekenplaten fabriceert,
welk bewijs niet ouder mag zijn dan een maand, en
-
b. een testrapport van een door de Dienst Wegverkeer aangewezen onderzoeksinstelling,
waaruit blijkt, dat de aanvrager kentekenplaten kan produceren, die voldoen aan de
eisen, gesteld in de Regeling kentekens en kentekenplaten en de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 2000.
Artikel 6. Beschrijving organisatie, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Artikel 6a. Datacommunicatieapparatuur
De aanvrager van de erkenning beschikt over voor de erkenning door de Dienst Wegverkeer
goedgekeurde datacommunicatieapparatuur, geschikt voor communicatie in een door de
Dienst Wegverkeer geaccepteerd netwerk.
Artikel 7. Afwijkende aanvraageisen
Indien aan de aanvrager van een erkenning eerder een erkenning is verleend, die op
grond van artikel 70f, tweede lid, van de wet is ingetrokken, kan, onverminderd het
bepaalde in artikel 70d, derde lid, van de wet, door de Dienst Wegverkeer worden bepaald
dat van onderdelen van hoofdstuk 3 kan worden afgeweken.
Hoofdstuk 4. Erkenningsvoorschriften
Artikel 8. Wijzigingen in organisatie, verantwoordelijkheden en procedures
Wijzigingen ten aanzien van de in artikel 6 beschreven organisatiestructuur, verantwoordelijkheden en procedures worden vooraf
bij de Dienst Wegverkeer aangemeld, evenals overige wijzigingen die voor de erkenning
van belang kunnen zijn. De door de Dienst Wegverkeer hieromtrent gegeven aanwijzingen
worden in acht genomen.
Artikel 9. Bescherming van blanco-kentekenplaten en kentekenplaten
Artikel 10. Aanwezigheid besluit erkenning
[Vervallen per 01-11-2007]
Artikel 10a. Aanduiding erkenning
Vanaf de buitenkant van het bedrijf is op een door de Dienst Wegverkeer vastgestelde
en in de Staatscourant bekendgemaakte wijze zichtbaar dat de erkenning is verleend.
Artikel 11. Voorschriften productieplaats
Een productieplaats waarvoor de erkenning geldt moet voortdurend blijven voldoen aan
de in de artikelen 2 en 3 gestelde eisen.
Artikel 12. Opleiding personeel
De erkenninghouder is ervoor verantwoordelijk, dat het bij de productie en aflevering
betrokken personeel op de hoogte is van de op de productie en aflevering toepasselijke
voorschriften.
Artikel 13. Tonen blanco-kentekenplaten en kentekenplaten
De erkenninghouder dient te allen tijde te kunnen aangeven waar de in ontvangst genomen
blanco-kentekenplaten en de kentekenplaten, die nog niet zijn afgeleverd, zich bevinden.
Artikel 14. Voorschriften productie
Artikel 15. Ontvangst blanco-kentekenplaten
-
1 De erkenninghouder neemt uitsluitend blanco-kentekenplaten in ontvangst van een erkende
lamineerder, die zijn voorzien van het door de lamineerder aangebrachte waarmerk,
indien dat is voorgeschreven. De erkenninghouder meldt binnen één week na de ontvangst
van blanco-kentekenplaten, die op grond van de Regeling kentekens en kentekenplaten voorzien zijn van een lamineercode, bij de Dienst Wegverkeer op een door deze dienst
te bepalen wijze, de volgende gegevens:
-
a. de lamineercodes;
-
b de hoeveelheid blanco-kentekenplaten;
-
c. de soort, de kleur en het model van de blanco-kentekenplaten;
-
d. de lamineerder die de blanco-kentekenplaten heeft geleverd.
Artikel 16. Ingangscontrole blanco-kentekenplaten
[Vervallen per 01-11-2007]
Artikel 17. Afgekeurde blanco-kentekenplaten
-
2 Indien de erkenninghouder blanco-kentekenplaten, die op grond van de Regeling kentekens en kentekenplaten voorzien zijn van een lamineercode, retourneert, meldt deze bij de Dienst Wegverkeer,
op de door deze dienst te bepalen wijze, de volgende gegevens:
-
a. de lamineercodes;
-
b. de hoeveelheid blanco-kentekenplaten;
-
c. de soort, de kleur en het model van de blanco-kentekenplaten;
-
d. de lamineerder die de blanco-kentekenplaten heeft geleverd.
-
3 Indien de erkenninghouder blanco-kentekenplaten, die voorzien behoren te zijn van
een lamineercode, onbruikbaar maakt, meldt deze bij de Dienst Wegverkeer, op een door
deze dienst te bepalen wijze, de volgende gegevens:
-
a. de lamineercodes;
-
b. de hoeveelheid blanco-kentekenplaten;
-
c. de soort, de kleur en het model van de blanco-kentekenplaten.
Artikel 18. Eindcontrole. Afgekeurde kentekenplaten
-
2 De erkenninghouder maakt de kentekenplaten die niet aan de eisen voldoen binnen één
week na de controle onbruikbaar door deze op zodanige wijze doormidden te knippen
dat de lamineercode goed leesbaar blijft. De erkenninghouder meldt met betrekking
tot deze kentekenplaten, die voorzien behoren te zijn van een lamineercode, bij de
Dienst Wegverkeer, op een door deze dienst te bepalen wijze, de volgende gegevens:
-
a. de lamineercodes;
-
b. de hoeveelheid blanco-kentekenplaten;
-
c. de soort, de kleur en het model van de blanco-kentekenplaten.
Artikel 19. Bewaarplicht afgekeurde (blanco-)kentekenplaten
De erkenninghouder bewaart de twee helften van de afgekeurde blanco-kentekenplaten
of kentekenplaten waarop de laatste tien meldingen, bedoeld in de artikelen 17, derde lid, of 18, tweede lid, tweede volzin, betrekking hebben.
Artikel 20. Afgifte kentekenplaten
-
1 De erkenninghouder geeft donkerblauwe kentekenplaten en kentekenplaten volgens de
modellen 18.2A tot en met 18.2E, 27.1A tot en met 27.2H, 27.10A tot en met 27.26E
en 27.30A tot en met 27.31E en 30.1A tot en met 30.16 van de bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten slechts af aan degene die de in de Regeling legitimatievoorschriften tenaamstelling
en kentekenplaten voorgeschreven documenten overlegt.
De af te geven kentekenplaten zijn voorzien van het kenteken dat voor het voertuig
is vermeld in het kentekenregister.
-
3 Onverminderd het eerste lid, geeft de erkenninghouder donkerblauwe kentekenplaten
slechts af indien uit het desbetreffende kentekenbewijs blijkt dat het betrokken voertuig
vóór 1978 tot de weg is toegelaten en het desbetreffende kenteken niet bestaat uit
twee groepen van twee letters en een groep van twee cijfers, dan wel uit één groep
van twee letters, één groep van drie cijfers en één letter of één groep van twee cijfers,
één groep van drie letters en één cijfer. De laatste voorwaarde met betrekking tot
het kenteken geldt niet voor aanhangwagens.
-
4 Indien de Dienst Wegverkeer, op een door die dienst te bepalen wijze, meldt dat er
geen kentekenplaten mogen worden afgegeven, geeft de erkenninghouder geen kentekenplaten
van de modellen 18.2A tot en met 18.2E met een retroreflecterende gele achtergrond
dan wel een retroreflecterende lichtblauwe achtergrond, 27.1A tot en met 27.2H, 27.10A
tot en met 27.14, 27.30A tot en met 27.31E en 30.1A tot en met 30.6 voor het desbetreffende
kenteken af.
-
6 Bij de afgifte van kentekenplaten volgens de modellen 27.15A tot en met 27.17E, 30.7
en 30.8 voorziet de erkenninghouder de kentekenplaten van een maandaanduiding. Aangeduid
wordt het nummer van de lopende maand. Indien de afgifte plaatsvindt na de zevende
dag van de lopende maand, wordt aangeduid het nummer van de lopende of de volgende
maand.
Artikel 21. Aantal af te geven kentekenplaten
-
1 De erkenninghouder geeft bij de afgifte van kentekenplaten volgens de modellen 18.2A
tot en met 18.2E, 27.1A tot en met 27.2H, 27.10A tot en met 27.14, 27.30A tot en met
27.31E en 30.1A tot en met 30.6 van de bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten per kenteken:
-
a. één kentekenplaat af voor een motorrijtuig op twee of drie wielen met of zonder zijspanwagen,
niet zijnde een bromfiets;
-
b. twee kentekenplaten af voor een motorrijtuig op meer dan drie wielen, niet zijnde
een bromfiets;
-
c. één kentekenplaat af voor een bromfiets, en
-
d. één kentekenplaat af voor een aanhangwagen.
-
2 Indien een handelaarskentekenbewijs voor een motorrijtuig op twee of drie wielen met
of zonder zijspanwagen, niet zijnde een bromfiets, of voor een motorrijtuig op meer
dan drie wielen, niet zijnde een bromfiets wordt overgelegd, worden in afwijking van
het eerste lid, ten minste één en ten hoogste vijf kentekenplaten afgegeven, met dien
verstande dat van de modellen 27.11, 27.12 en 27.14 per model ten hoogste twee kentekenplaten
worden afgegeven, en van model 27.13, ten hoogste één kentekenplaat wordt afgegeven.
-
3 Indien een handelaarskentekenbewijs voor een bromfiets of een aanhangwagen wordt overgelegd,
worden in afwijking van het eerste lid ten hoogste twee kentekenplaten afgegeven,
met dien verstande dat voor een handelaarskentekenbewijs voor een aanhangwagen van
de modellen 27.11 en 27.12 en voor een handelaarskentekenbewijs voor een bromfiets
van de modellen 30.5 en 30.6 per model ten hoogste één kentekenplaat wordt afgegeven.
Artikel 22. Vervanging van beschadigde kentekenplaten
-
4 De erkenninghouder maakt de te vervangen kentekenplaten binnen één dag onbruikbaar
door deze op zodanige wijze doormidden te knippen dat de lamineercode goed leesbaar
blijft, meldt de lamineercodes aan de Dienst Wegverkeer en bewaart de twee helften
van de kentekenplaten waarop de laatste tien meldingen betrekking hebben.
Artikel 22a. Vervanging van kentekenplaten in verband met taxigebruik of beëindiging
daarvan
Bij vervanging van kentekenplaten in verband met het voorgenomen gebruik van het voertuig
als taxi dan wel in verband met de beëindiging van zodanig gebruik, is artikel 22 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de vervanging slechts kan
plaatsvinden per twee kentekenplaten en dat de vervangen kentekenplaten terstond onbruikbaar
gemaakt worden.
Artikel 22b. Vervanging van kentekenplaten in verband met wijziging van de maximum
constructiesnelheid van een bromfiets
Bij vervanging van een kentekenplaat in verband met een wijziging van de maximum constructiesnelheid
van een bromfiets is artikel 22 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 22c. Vermissing van kentekenplaten
Bij vermissing van kentekenplaten van de modellen 27.1A tot en met 27.2H, 27.10A tot
en met 27.10E, 27.30A tot en met 27.31E en 30.1A tot en met 30.4D, voorziet de erkenninghouder
de nieuw af te geven kentekenplaten van een door de Dienst Wegverkeer op de door die
dienst vastgestelde wijze aan de erkenninghouder gemelde duplicaatcode.
Artikel 23. Registratie in verband met afgifte
-
1 De erkenninghouder meldt bij de afgifte van kentekenplaten, die voorzien behoren te
zijn van een lamineercode, bij de Dienst Wegverkeer, op door deze dienst te bepalen
wijze, de volgende gegevens:
-
a. het betrokken kenteken en, indien van toepassing, de meldcode van het voertuig en
voor zover deze is afgeven het documentnummer van de kentekencard;
-
b. indien dat bewijs moet worden overgelegd: de aard, het nummer en het land van afgifte
van het legitimatiebewijs van degene die de kentekenplaten in ontvangst neemt;
-
c. het aantal, het model en de kleur van de afgegeven kentekenplaten;
-
d. de lamineercodes van de afgegeven platen, indien deze moeten zijn voorzien van een
lamineercode;
-
e. indien een bedrijfsvoorraadpas moet worden overgelegd: het bedrijfsnummer van het
erkende bedrijf, dat is vermeld op de bedrijfsvoorraadpas;
-
f. de lamineercodes modellen en kleuren van de te vervangen platen, indien deze moeten
zijn voorzien van een lamineercode;
-
g. indien de kentekenplaten zijn voorzien van een duplicaatcode: de duplicaatcode, en
-
h. de reden voor afgifte:
-
1°. eerste afgifte;
-
2°. vervanging, of
-
3°. vermissing.
-
2 Uit de registratie worden uitsluitend en desgevraagd aan de ambtenaren van de Dienst
Wegverkeer, belast met het toezicht op de naleving van de uit de erkenning voortvloeiende
verplichtingen en aan de ambtenaren van politie belast met de handhaving van de uit
de erkenning voortvloeiende verplichtingen en van de verboden, bedoeld in artikel 41 van de wet, gegevens verstrekt die zij voor de uitoefening van hun taak behoeven.
-
1 In afwijking van artikel 15 mag de erkenninghouder kentekenplaten volgens de modellen 1.1 tot en met 18.2E, 27.11,
27.12, 27.14, 27.30A tot en met 27.31E en kentekenplaten met de lettermodellen C1,
indien uitgevoerd in kunststof, C2 en C3 van de bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten, leveren aan een andere erkenninghouder. Deze kentekenplaten zijn, indien van toepassing,
voorzien van een duplicaatcode. Zij zijn niet voorzien van een merk als bedoeld in
artikel 5, eerste lid, van de Regeling kentekens en kentekenplaten.
-
3 De erkenninghouder meldt voorafgaand aan de doorlevering van kentekenplaten, die voorzien
behoren te zijn van een lamineercode, aan de Dienst Wegverkeer, op een door deze dienst
te bepalen wijze, de volgende gegevens:
-
a. de betrokken kentekens, de meldcodes, indien van toepassing, en, indien aanwezig,
de duplicaatcodes en voor zover deze is afgeven het documentnummer van de kentekencard;
-
b. de lamineercodes;
-
c. de hoeveelheid kentekenplaten;
-
d. de soort, de kleur en het model van de kentekenplaten;
-
e. de reden voor doorlevering:
-
1°. eerste afgifte;
-
2°. vervanging, of
-
3°. vermissing.
-
f. de kentekenplaatfabrikant aan wie de kentekenplaten worden doorgeleverd.
-
4 De erkenninghouder levert geen kentekenplaten aan een andere erkenninghouder, indien
de Dienst Wegverkeer, op een door deze dienst te bepalen wijze, meldt dat er geen
kentekenplaten mogen worden geleverd
-
3 Voorafgaand aan de afgifte van kentekenplaten, die voorzien behoren te zijn van een
lamineercode en die worden afgegeven door een koerier, meldt de erkenninghouder bij
de Dienst Wegverkeer, op een door deze dienst te bepalen wijze, de volgende gegevens:
-
a. de betrokken kentekens, de meldcodes, indien van toepassing, en, indien aanwezig,
de duplicaatcodes en voor zover deze is afgeven het documentnummer van de kentekencard;
-
b. de lamineercodes;
-
c. de hoeveelheid kentekenplaten;
-
d. de soort, de kleur en het model van de kentekenplaten;
-
e. de reden van afgifte:
-
1°. eerste afgifte;
-
2°. vervanging, of
-
3°. vermissing.
-
4 De erkenninghouder levert geen kentekenplaten door middel van een koerier indien de
Dienst Wegverkeer, op een door deze dienst te bepalen wijze, meldt dat er geen kentekenplaten
mogen worden geleverd.