Artikel 2
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
-
1 In dit besluit wordt verstaan onder bezoldiging: de bezoldiging in de zin van het
Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering, berekend over een
maand, waarop de betrokkene op de dag voorafgaand aan zijn ontslag aanspraak had of
bij waarneming van zijn functie zou hebben gehad.
-
2 In afwijking van het in het eerste lid bepaalde gelden de toelagen, bedoeld in de
artikelen 14 en 18, eerste lid, van voornoemd besluit en de over die toelagen berekende vakantie-uitkering niet
als deel van de bezoldiging.
-
3 Als bezoldiging gelden mede de aanspraken die de betrokkene op de dag voorafgaande
aan zijn ontslag ontleende aan de Overgangsregeling Bezoldigingsbesluit Rijksambtenaren
1984, indien en voor zover de betrokkene die aanspraken eveneens zou hebben ontleend
aan het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 indien dat besluit, zoals
dat laatstelijk luidde, op dat tijdstip nog zou hebben gegolden.
-
5 Indien de door een betrokkene over de laatste aan het ontslag voorafgaande twaalf
volle kalendermaanden genoten bezoldiging in de zin van voornoemd besluit, dan wel
hetgeen daarmede overeenkomt, alsmede de over die maanden genoten vakantie-uitkering
dan wel verkregen aanspraak daarop geheel of gedeeltelijk uit wisselende inkomsten
waaronder begrepen de evengenoemde aanspraken bestonden, geldt in zoverre in afwijking
van het eerste lid als bezoldiging, met inachtneming van het in het tweede, derde
en vierde lid bepaalde, het gemiddelde van die inkomsten.
-
6 De bezoldiging, omschreven in het eerste tot en met vijfde lid, wordt aangepast overeenkomstig
een algemene wijziging van het salaris en van de vakantie-uitkering van het burgerlijk
rijkspersoneel, met ingang van de dag waarop de salariswijziging, respectievelijk
de wijziging van de vakantie-uitkering van kracht wordt.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
Artikel 4
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
-
2 De uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt vermeerderd met zoveel – ten hoogste
tien – keer 0,5% van de bezoldiging als het totaal aantal volle voor pensioen geldige
dienstjaren, die meetellen voor de pensioenberekening krachtens het pensioenreglement,
op de dag van ingang van het ontslag meer dan dertig bedraagt.
-
3 Het bedrag van de uitkering, bedoeld in het eerste lid, daalt niet beneden het bedrag
van het pensioen, waarop de betrokkene recht zou hebben, indien hij uit de betrekking
waaruit hij met recht op de uitkering is ontslagen, op de dag van ontslag zou zijn
gepensioneerd.
-
5 Bij de berekening van het bedrag van het pensioen, bedoeld in het derde lid, wordt
mede in aanmerking genomen de diensttijd, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van
het pensioenreglement, die de betrokkene bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar
zal kunnen aanwijzen.
-
6 Voor de toepassing van het tweede lid wordt de eventuele diensttijd, bedoeld in artikel
D1, tweede lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals deze luidde op 31 december
1995, in aanmerking genomen. Het verzoek, bedoeld in artikel D2 van laatstgenoemde
wet wordt daarbij geacht te zijn gedaan.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
Indien de betrokkene gebruik maakt van de mogelijkheid tot vrijwillige voortzetting
van zijn pensioenopbouw, waardoor ook na het bereiken van de leeftijd van 62 jaar
zijn pensioenopbouw voor de helft plaatsvindt, zal namens hem de hiervoor verschuldigde
premie worden betaald, met dien verstande dat hiervan geen groter deel ten laste van
betrokkene komt dan de pensioenpremie, bedoeld in artikel 4.4, vierde lid, van het
pensioenreglement.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
-
1 De in artikel 4 genoemde uitkering wordt, voorzover recht daarop bestaat, verminderd met het bedrag
van het flexibel pensioen krachtens het pensioenreglement en het bedrag van zowel
de basisuitkering als de aanvullende uitkering krachtens het Reglement FPU.
-
3 Indien de betrokkene niet of niet tijdig de basisuitkering, de aanvullende uitkering
en het flexibel pensioen aanvraagt, en hem dit redelijkerwijs kan worden verweten,
wordt, voor de periode waarin hij dientengevolge geen of niet alle voornoemde uitkeringen
ontvangt, voor de toepassing van dit artikel rekening gehouden met de uitkeringen
die hij vanaf de ontslagdatum zou hebben genoten indien hij de voornoemde uitkeringen
wel tijdig zou hebben aangevraagd.
-
4 Indien als gevolg van handelingen of nalaten van handelingen door de betrokkene de
basisuitkering of de aanvullende uitkering geheel of ten dele vervallen wordt verklaard
dan wel geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, wordt deze uitkering voor de toepassing
van dit artikel steeds aangemerkt als uitkering die onverminderd is genoten.
-
5 Ingeval naast de in artikel 4 genoemde uitkering inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf als genoemd
in artikel 7 worden genoten, wordt op de uitkering in voorkomend geval boven de vermindering die
reeds krachtens het eerste lid van dit artikel plaatsvindt, een vermindering toegepast.
Deze vermindering is gelijk aan het bedrag waarmee de onverminderde uitkering krachtens
artikel 4 vermeerderd met het totaal bedrag van de inkomsten bedoeld in artikel 7 en verminderd met het bedrag van de inkomsten dat reeds in mindering is gebracht
op de basisuitkering krachtens het Reglement FPU tezamen de laatstelijk genoten bezoldiging
te boven gaat.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
-
1 De inkomsten, die de betrokkene geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid
of bedrijf, ter hand genomen met ingang van of na de dag van het ontslag, ter zake
waarvan de uitkering is toegekend, worden met de uitkering verrekend over het jaar
waarop deze inkomsten betrekking hebben of geacht kunnen worden betrekking te hebben.
Deze verrekening geschiedt aldus dat de uitkering wordt verminderd met het bedrag
waarmede de uitkering, vermeerderd met die inkomsten, de bezoldiging overschrijdt.
-
3 Wanneer de betrokkene de arbeid of bedrijf ter hand heeft genomen vóór de dag van
het ontslag, anders dan bedoeld in het eerste en tweede lid en na die dag uit die
arbeid of dat bedrijf inkomsten of meer inkomsten gaat genieten, is het eerste lid
van overeenkomstige toepassing, tenzij de betrokkene aannemelijk maakt dat die inkomsten
of vermeerdering van inkomsten of een gedeelte daarvan niet het gevolg zijn van een
verhoogde werkzaamheid en geen verband houden met het ontslag, in welk geval die inkomsten,
die vermeerdering van inkomsten of dat gedeelte daarvan niet in aanmerking worden
genomen voor de overeenkomstige toepassing van het eerste lid.
-
4 In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden wordt een tweede uitkering in
mindering gebracht op de eerste uitkering. In het geval tevens inkomsten als bedoeld
in het eerste en derde lid worden genoten, worden deze inkomsten, na toepassing van
de vorige volzin, op de voet van het eerste lid met de tweede uitkering verrekend.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
De Minister kan bepalen, dat inkomsten welke zijn genoten uit hoofde van overwerk,
bij wijze van gratificatie, ter zake van een vrijwillige verbintenis bij het Korps
Nationale Reserve, als vrijwillige ambtenaar bij de politie of andere door de Minister
aan te wijzen reserve-organen, geheel of ten dele niet worden aangemerkt als inkomsten.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
-
1 De betrokkene is verplicht van het ter hand nemen van enige arbeid of bedrijf terstond
mededeling te doen aan de Minister onder opgave, voor zover mogelijk, van de inkomsten,
die hij uit die werkzaamheden zal genieten.
-
2 Zijn de inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf niet vooraf op te geven,
dan doet hij tijdig vóór het verschijnen van elke uitkeringstermijn opgave van de
inkomsten, die hij sinds het ter hand nemen van de werkzaamheden of sinds de vorige
opgave heeft genoten.
-
4 Brengt de aard van de werkzaamheden of van de inkomsten mee, dat de inkomsten over
een langere termijn moeten worden berekend, dan geschiedt de opgave dienovereenkomstig
en wordt op de uitkering een vermindering toegepast van een voorlopig vastgesteld
bedrag onder voorbehoud van verrekening aan het einde van de evenbedoelde termijn.
-
5 Ten aanzien van de verrekening, bedoeld in het voorgaande lid, is artikel 7, eerste lid, van toepassing, met dien verstande, dat zij geschiedt over de in het voorgaande
lid bedoelde langere termijn in plaats van over iedere maand afzonderlijk.
-
8 De betrokkene aan wie de uitkering is toegekend, wordt door het aanvaarden van de
uitkering geacht erin toe te stemmen, dat allen, die daarvoor naar het oordeel van
de Minister in aanmerking komen, omtrent zijn omstandigheden alle inlichtingen geven,
welke voor de uitvoering van dit besluit noodzakelijk zijn.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
Artikel 11
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
Indien de betrokkene ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, kan
hij door de Minister worden verplicht zich geneeskundig te laten onderzoeken.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
Ten aanzien van de betrokkene, die na zijn ontslag uit hoofde van ziekte of arbeidsongeschiktheid
nog aanspraken in verband met de betrekking, waaruit hij is ontslagen, heeft of krijgt,
wordt de uitkering dan wel de toelage, bedoeld in artikel 15, tot het einde van de periode, waarover die aanspraken bestaan, verminderd met het
bedrag daarvan.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
Indien de betrokkene de gegevens, die noodzakelijk zijn voor de vaststelling of de
vermindering van de uitkering niet, niet volledig of onjuist verstrekt, kan worden
bepaald, dat de uitkering, zolang dat het geval is, niet of slechts gedeeltelijk wordt
uitbetaald.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
-
2 In afwijking van het eerste lid, onder a, eindigt het recht op de uitkering indien
de betrokkene arbeidsongeschikt is voor het vervullen van de betrekking die hij gedurende
de met recht op de uitkering doorgebrachte tijd bekleedde en waarin hij deelnemer
was in de zin van het pensioenreglement, met ingang van de dag waarop betrokkene uit
evenbedoelde betrekking wordt ontslagen.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
-
1 Voor zover de aan betrokkene toegekende WAO-uitkering, eventueel vermeerderd met een
invaliditeitspensioen, lager is dan de uitkering waarop hij aanspraak zou hebben gehad,
indien er geen sprake zou zijn van arbeidsongeschiktheid, wordt hem het verschil bij
wijze van toelage uitgekeerd.
-
2 De betrokkene die na afloop van de periode van 52 weken, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, geen WAO-uitkering aanvraagt, wordt voor de toepassing van dit besluit behandeld
alsof hem een WAO-uitkering is toegekend berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of
meer.
-
3 Indien de WAO-uitkering van de betrokkene die ter zake van dezelfde dienstverhouding aanspraak
heeft op een uitkering en een WAO-uitkering, als gevolg van een handelen of nalaten een vermindering ondergaat, of
het recht daarop geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, wordt bedoelde WAO-uitkering
voor de toepassing van dit besluit geacht onverminderd te zijn genoten.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
-
2 Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de betrokkene aan wie de uitkering is toegekend,
wordt aan de weduwe of weduwnaar, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde,
een bedrag uitgekeerd gelijk aan de bezoldiging, over een tijdvak van drie maanden.
-
3 Indien op de uitkering een vermindering wordt toegepast krachtens de artikelen 6, 7, eerste lid, 9 en 13, of artikel 14, derde lid, wordt toegepast, dan is de in het tweede lid bedoelde uitkering gelijk aan het bedrag
van de uitkering die de betrokkene op de dag van het overlijden ontving, over een
tijdvak van drie maanden.
-
4 Ingeval recht bestaat op twee uitkeringen als bedoeld in artikel 1, onder k, en geen vermindering krachtens enige bepaling van dit besluit wordt toegepast, wordt
meerbedoelde uitkering gesteld op het bedrag van de hoogste bezoldiging, waarvan de
betreffende uitkering is afgeleid over een tijdvak van drie maanden. Indien zulks
wel het geval is, wordt op het bedrag van de uitkering in mindering gebracht de uitkering
wegens overlijden, waarop aanspraak bestaat uit hoofde van een andere dienstbetrekking.
-
8 Laat de overledene geen weduwe of geen weduwnaar na van wie hij, onderscheidenlijk
zij, niet duurzaam gescheiden leefde, dan geschiedt de uitkering van het in het tweede
en derde lid bedoelde bedrag ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke
kinderen van de overledene, of minderjarige kinderen waarover de overledene ten tijde
van het overlijden de pleegouderlijke zorg droeg.
-
9 Onder pleegouderlijke zorg, bedoeld in het vorige lid, wordt verstaan de zorg voor
het onderhoud en de opvoeding van het kind, als ware het een eigen kind, onafhankelijk
van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor.
-
10 Indien ook de kinderen, bedoeld in het achtste lid, ontbreken, dan geschiedt de uitkering
van het in het tweede en derde lid bedoelde bedrag aan degenen die geheel of grotendeels
afhankelijk waren van de inkomsten van de overledene.
-
12 Laat de overledene geen betrekkingen, bedoeld in het tweede, achtste en tiende lid
na, dan kan het aldaar bedoelde bedrag geheel of ten dele worden uitgekeerd voor de
betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, indien zijn
nalatenschap voor de betaling van die kosten ontoereikend is.
Artikel 17
[Regeling vervallen per 19-07-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000