Stb. 2006, 426, datum inwerkingtreding 22-09-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2006.
1 Een verzoek van de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan slechts
in het systeem worden ingevoerd door een door Onze Minister van Justitie geautoriseerde
ambtenaar die daartoe gebruik maakt van een hem toegekende toegangscode.
2 De technische voorzieningen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, zijn alleen toegankelijk
voor personen die door Onze Minister van Justitie zijn geautoriseerd.
3 De vergelijking en doorgeleiding, bedoeld in artikel 3, vierde lid, kan 24 uur per
dag plaatsvinden.
4 Bij de toegang, bedoeld in artikel 3, derde lid, tot het bestand, bedoeld in artikel
4, eerste lid, en de vergelijking en doorgeleiding, bedoeld in artikel 3, vierde lid,
worden:
-
a. geen gegevens betreffende de bevoegde autoriteit, de inhoud van het verzoek en de
beantwoording van het verzoek aan de aanbieder bekend,
-
b. geen gegevens van de aanbieder bekend aan anderen dan het informatiepunt of de bevoegde
autoriteit,
-
c. aan het informatiepunt of de bevoegde autoriteit geen andere gegevens bekend dan die
welke ingevolge artikel 4, eerste lid, zijn opgenomen in het in dat artikellid bedoelde
bestand.
5 De vergelijking, bedoeld in artikel 3, vierde lid, vindt slechts plaats aan de hand
van een in het verzoek opgenomen gegeven betreffende naam, adres, postcode, huisnummer,
nummertoevoeging of nummer.
6 De doorgeleiding, bedoeld in artikel 3, vierde lid, betreft slechts de gegevens waarop
het verzoek zich richt.