Stcrt. 2007, 124, datum inwerkingtreding 04-07-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 21-07-2006.
1 Ten aanzien van roetmeters, toerentellers, olietemperatuurmeters, manometers, pedaalkrachtmeters,
remvertragingsmeters, rollenremtestbanken, platenremtestbanken, koolmonoxidemeters
en uitlaatgastesters met lambda-bepaling beschikt de aanvrager van een erkenning over
een geldig certificaat van eerste keuring dan wel een geldig certificaat van herkeuring,
als bedoeld in hoofdstuk 1, paragraaf 2, van de Voorschriften meetmiddelen 1997. Deze
eis geldt niet voor toerentellers in gebruik genomen vóór 1 januari 1997 die niet
worden gebruikt voor de roetmeting of uitlaatgasmeting, voor pedaalkrachtmeters in
gebruik genomen vóór 1 januari 1982 en voor manometers in gebruik genomen vóór 1 januari
1984.
2 Het certificaat van eerste keuring is afgegeven door een keuringsinstelling. Het certificaat
van herkeuring is afgegeven door een keuringsinstelling dan wel een onderzoeksgerechtigde.
3 Ten aanzien van de in het eerste lid genoemde meetmiddelen beschikt de aanvrager van
een erkenning over een handleiding in de Nederlandse taal als bedoeld in hoofdstuk
1, paragraaf 3, van de Voorschriften meetmiddelen 1997. Deze eis geldt niet voor toerentellers
in gebruik genomen vóór 1 januari 1997, die niet worden gebruikt voor de roetmeting
of uitlaatgasmeting, voor pedaalkrachtmeters in gebruik genomen vóór 1 juli 1998,
en voor manometers in gebruik genomen vóór 1 juli 1998.
4 Een koplamptestapparaat voldoet aan de in hoofdstuk 3, paragraaf 10, van de Voorschriften
meetmiddelen 1997 gestelde eisen.
5 De in artikel 12, vierde lid, onder a, bedoelde afzuiginstallatie ten behoeve van
de roetmeting is voorzien van een goedkeuring, afgegeven door een keuringsinstelling.