[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Een personenauto, bedrijfsauto of driewielig motorrijtuig moet zijn voorzien van gele
retroreflecterende kentekenplaten welke aan de linkerzijde zijn voorzien van een in
het laminaat geïntegreerd Eurosymbool. Een aanhangwagen die met een kentekenbewijs
ter keuring wordt aangeboden, moet zijn voorzien van een gele retroreflecterende kentekenplaat
welke aan de linkerzijde is voorzien van een in het laminaat geïntegreerd Eurosymbool;
met ingang van 1 september 2003 dienen aanhangwagens uitsluitend met een kentekenbewijs
te worden aangeboden.
Op het kentekenbewijs deel I A dan wel deel I van deze voertuigen moet één van de
volgende
aanduidingen staan vermeld:
Tevens moet, indien op de kentekenplaat van een personenauto, bedrijfsauto, aanhangwagen
of driewielig motorrijtuig een duplicaatcode staat vermeld en de kentekenplaat na
1 februari 2003 is afgegeven, deze duplicaatcode ook op het kentekenbewijs deel I
A dan wel deel I van het desbetreffende voertuig zijn vermeld.
Indien op het kentekenbewijs deel I A dan wel deel I de voertuigcode is vermeld en
de zevende positie van deze voertuigcode een letter bevat, met uitzondering van de
letter L, geldt deze letter eveneens als duplicaatcode. Hierbij staan de letters A
en M gelijk aan duplicaatcode 01, de letters B en N aan duplicaatcode 02, enzovoort.
Indien de duplicaatcode kleiner is dan 10, staat het cijfer van de duplicaatcode vermeld
boven het linker liggende streepje. Indien de duplicaatcode gelijk aan of groter is
dan 10 staat het tweede cijfer van de duplicaatcode vermeld onder het linker liggende
streepje.
Hiervan zijn uitgezonderd:
-
1. voertuigen waarvan op het kentekenbewijs de toestemming tot het voeren van kentekenplaten
van het model 18.2, 18.2A, 18.2B of 18.2C staat vermeld; deze voertuigen mogen zijn
voorzien van het kleine model kentekenplaten;
-
2. voertuigen met een datum eerste toelating welke ligt vóór 1 januari 1978; deze voertuigen
mogen zijn voorzien van donkerblauwe kentekenplaten; en
-
3. voertuigen die worden gebruikt voor taxivervoer in de zin van de Wet personenvervoer
2000; deze voertuigen:
-
a. moeten zijn voorzien van lichtblauwe kentekenplaten als bedoeld in de Regeling kentekens
en kentekenplaten, indien het motorrijtuigen betreft die op of na 1 juli 2000 voor
de eerste keer worden gebruikt voor taxivervoer in de zin van de Wet personenvervoer
2000,
-
b. mogen tot 1 december 2000 zijn voorzien van de vóór 1 juli 2000 voor de betrokken
voertuigen geldende modellen kentekenplaten indien zij vóór die datum voor de eerste
keer werden gebruikt voor taxivervoer in de zin van de Wet personenvervoer 2000; met
ingang van 1 december 2000 moeten zij zijn voorzien van lichtblauwe kentekenplaten
als bedoeld in onderdeel a.