Verordening ringen

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2006 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 01-10-2000 t/m heden

Verordening ringen

De ledenraad van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie KNB;

Overwegende dat het gewenst is regelen te stellen met betrekking tot het functioneren van de ringen;

Gelet op artikel 86 van de Wet op het notarisambt;

Gezien het ontwerp van het bestuur met bijbehorende toelichting;

Gelet op de adviezen van de kamers van toezicht;

Gelet op de adviezen van de ringen;

stelt de navolgende verordening vast:

Bestuur

Artikel 1

  • 1 Voor de verkiezing van ringbestuursleden doet het ringbestuur een niet-bindende voordracht aan de ringvergadering van een of meer personen voor de functie van voorzitter, van plaatsvervangend voorzitter en voor de andere vacatures.

  • 2 De verkiezing van de leden van het bestuur geschiedt door de ringvergadering.

  • 3 De zittingstermijn vangt aan op de eerste dag van de maand volgende op die van de ringvergadering waarin het ringbestuurslid is gekozen of zoveel later als het ringbestuurslid dat wordt opgevolgd defungeert. Als een bestuurslid in een vacature is gekozen vangt de zittingstermijn direct na de verkiezing aan.

  • 4 Een bestuurslid defungeert:

    • a. door het ontslag dat het lid, al dan niet op zijn verzoek, wordt verleend door de ringvergadering;

    • b. wanneer het bestuurslid geen lid meer is van de ring waardoor hij gekozen is.

  • 5 De ringvergadering kan een bestuurslid te allen tijde schorsen voor een periode van ten hoogste drie maanden.

  • 6 Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan en stelt voor elk ringbestuurslid diens portefeuille vast. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon verenigd worden.

Ringvergaderingen

Artikel 2

  • 1 De ringvergadering komt ten minste viermaal per jaar bijeen op een door de ringvoorzitter te bepalen plaats en tijd en voorts wanneer de ringvoorzitter of het ringbestuur dit nodig acht.

  • 2 De oproeping tot de ringvergadering geschiedt door het ringbestuur ten minste tien dagen voor de vergadering per brief, fax of met behulp van datacommunicatie aan de leden van de ring. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van het ringbestuur, kan de termijn van oproeping worden beperkt tot ten minste drie dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.

  • 3 Bij de oproeping tot de vergadering worden de te behandelen onderwerpen vermeld.

  • 4 Voorstellen van tot de ring behorende leden moeten om op de agenda van een ringvergadering te worden geplaatst ten minste zeven dagen voor de dag van de vergadering schriftelijk bij de secretaris van het ringbestuur zijn binnengekomen. Deze stelt terstond alle tot de ring behorende leden schriftelijk van het ingekomen voorstel in kennis.

  • 5 Voorstellen die niet op de agenda van de vergadering voorkomen kunnen in die vergadering wel worden besproken maar daarover kan geen besluit worden genomen.

  • 6 Het ringbestuur is verplicht een ringvergadering bijeen te roepen wanneer ten minste tien procent van de tot de ring behorende leden dit schriftelijk verzoekt met opgave van de te behandelen onderwerpen.

  • 7 Indien het ringbestuur aan een verzoek als bedoeld in lid 6 geen gevolg geeft zodanig dat de vergadering binnen vier weken na dit verzoek wordt gehouden zijn de verzoekers bevoegd zelf de vergadering te beleggen. De kosten van een vergadering als in dit lid bedoeld en die van haar oproeping komen ten laste van de ring.

  • 8 De secretaris van het ringbestuur zendt na vaststelling van het verslag van de ringvergadering een exemplaar van het verslag aan het bureau van de KNB, tenzij het bestuur van de ring anders beslist.

Artikel 3

  • 1 De ringvergaderingen zijn toegankelijk voor alle tot de ring behorende leden, de leden van het bestuur van de KNB, de directeur en de andere secretarissen van het bureau van de KNB alsmede voor andere personen die door het ringbestuur zijn uitgenodigd.

  • 2 De vergaderingen worden geleid door de ringvoorzitter. De plaatsvervangend ringvoorzitter treedt op in de plaats van de ringvoorzitter, hetzij in overleg met de ringvoorzitter, hetzij bij zijn afwezigheid. Ingeval van afwezigheid van zowel de ringvoorzitter als de plaatsvervangend ringvoorzitter treedt een door het ringbestuur aangewezen ander ringbestuurslid op als waarnemend ringvoorzitter. Indien geen ringbestuurslid ter vergadering aanwezig is, voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

  • 3 De orde van de vergadering wordt geregeld door de voorzitter.

Besluitvorming

Artikel 4

  • 1 In de ringvergadering heeft ieder lid één stem.

  • 2 Een lid kan zich door een ander lid schriftelijk doen vertegenwoordigen. Een bestuurslid van de ring kan niet als gemachtigde optreden. Niemand kan voor zich en als gemachtigde meer dan twee stemmen uitbrengen;

  • 3 Besluiten worden genomen en verkiezingen geschieden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen tenzij in deze verordening anders is bepaald.

  • 4 Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, vindt een tweede stemming plaats tussen de twee personen op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht. Heeft dan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen dan beslist het lot.

  • 5 Bij staking van stemmen over andere aan gelegenheden dan verkiezing van personen is het voorstel verworpen.

  • 6 Tenzij de vergadering anders beslist geschiedt de stemming over personen schriftelijk met ongetekende briefjes en de stemming over zaken mondeling.

  • 7 De voorzitter kan constateren, mits zonder tegenspraak uit de vergadering, dat een voorstel zonder hoofdelijke stemming of bij acclamatie is aangenomen.

Verkiezing van gewone leden van de ledenraad

Artikel 5

  • 1 Ten behoeve van de verkiezing door de ring van het gewone lid van de ledenraad en zijn plaatsvervanger stelt het ringbestuur een of meer kandidaten. Kandidaten kunnen ook worden gesteld door ten minste tien procent van de leden van de ring of door twintig leden van de ring.

  • 2 Het stellen van een kandidaat door de leden van de ring geschiedt schriftelijk bij de secretaris van het bestuur van de ring met inachtneming van een termijn van ten minste vier weken voor de dag van de ringvergadering waarin de voorziening in een vacature in de ledenraad aan de orde is.

  • 3 Bij het stellen van kandidaten als bedoeld in lid 1 en bij het verkiezen van het gewone lid van de ledenraad moet rekening worden gehouden met de noodzaak van een representatieve afvaardiging als bedoeld in artikel 67 lid 1 van de wet.

  • 4 Op de verkiezing van het gewone lid van de ledenraad en zijn plaatsvervanger is het bepaalde in artikel 4 van overeenkomstige toepassing. Het ringbestuur deelt de uitslag van de verkiezing binnen twee weken na de verkiezing schriftelijk mee aan het bestuur van de KNB.

  • 5 Het lidmaatschap van het door de ringvergadering gekozen gewone lid van de ledenraad eindigt:

    • a. na verloop van een termijn van drie jaar, tenzij het betreffende ledenraadslid terstond wordt herbenoemd voor een laatste termijn van drie jaar;

    • b. bij verlies van het lidmaatschap van de KNB.

    • c. bij verlies van het lidmaatschap van de ring waarvoor het betreffende ledenraadslid was verkozen;

    • d. door ontslag, verleend door de ringvergadering die het lid heeft benoemd;

    • e. bij in functie treding als notaris indien het lid van de ledenraad als kandidaat-notaris was gekozen;

    • f. bij het aantreden als notaris en het aanvaarden van een werkkring als kandidaat-notaris indien het lid van de ledenraad als notaris was gekozen.

  • 6 De ringvergadering die het gewone lid heeft benoemd kan het in zijn functie schorsen voor een tijd van ten hoogste drie maanden.

  • 7 De leden 5 en 6 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervanger van het gewone lid van de ledenraad.

Schorsing en ontslag

Artikel 6

  • 1 Voor een besluit tot schorsing of ontslag bedoeld in artikel 1 lid 5 en artikel 5 leden 5 en 8 is een meerderheid vereist van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een ringvergadering waarin ten minste een derde van de leden van de ring aanwezig of vertegenwoordigd is.

  • 2 Na een besluit tot schorsing dient de ringvergadering binnen drie maanden over het ontslag te beslissen, tenzij het geschorste lid binnen die termijn uit anderen hoofde defungeert. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag eindigt door het verloop van die termijn.

Kascommissie

Artikel 7

  • 1 De penningmeester brengt jaarlijks in de ringvergadering verslag uit van het financiële beleid.

  • 2 De ringvergadering benoemt een kascommissie, bestaande uit ten minste twee leden, om het financiële beleid te controleren en daarover aan de vergadering verslag uit te brengen.

  • 3 De vergadering kan het bestuur dechargeren voor het gevoerde financiële beleid.

Bekendmaking besluiten

Artikel 8

De besluiten van de ringvergadering worden zo spoedig mogelijk aan de leden van de ring bekendgemaakt hetzij door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de leden van de ring hetzij met behulp van datacommunicatie.

Utrecht, 16 februari 2000 respectievelijk 21 juni 2000.

Goedgekeurd door de Staatssecretaris van Justitie bij brief d.d. 13 september 2000. nr. 5047950/00/06.