Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
a. personen met de Griekse, de Italiaanse, de Portugese en de Spaanse nationaliteit,
personen die in het bezit zijn geweest van genoemde nationaliteiten en personen van
wie een van de ouders in het bezit is of is geweest van de Griekse, de Italiaanse,
de Portugese en de Spaanse nationaliteit;
-
b. personen met de ex-Joegoslavische nationaliteit, personen die in het bezit zijn geweest
van genoemde nationaliteit en personen van wie een van de ouders in het bezit is of
is geweest van de ex-Joegoslavische nationaliteit;
-
c. personen met de Kaapverdische nationaliteit, personen die in het bezit zijn geweest
van genoemde nationaliteit en personen van wie een van de ouders in het bezit is of
is geweest van de Kaapverdische nationaliteit;
-
d. personen met de Marokkaanse nationaliteit, personen die in het bezit zijn geweest
van genoemde nationaliteit en personen van wie een van de ouders in het bezit is of
is geweest van de Marokkaanse nationaliteit;
-
e. personen met de Surinaamse nationaliteit, personen die in het bezit zijn geweest van
genoemde nationaliteit, personen van wie een van de ouders in het bezit is of is geweest
van de Surinaamse nationaliteit, personen met de Nederlandse nationaliteit die in
Suriname zijn geboren en personen van wie een van de ouders de Nederlandse nationaliteit
heeft en in Suriname is geboren;
-
f. personen met de Tunesische nationaliteit, personen die in het bezit zijn geweest van
genoemde nationaliteit en personen van wie een van de ouders in het bezit is of is
geweest van de Tunesische nationaliteit;
-
g. personen met de Turkse nationaliteit, personen die in het bezit zijn geweest van genoemde
nationaliteit en personen van wie een van de ouders in het bezit is of is geweest
van de Turkse nationaliteit;
-
h. personen met de Chinese nationaliteit, personen die in het bezit zijn geweest van
genoemde nationaliteit en personen van wie een van de ouders in het bezit is of is
geweest van de Chinese nationaliteit;
-
i. personen die voorkomen of voorkwamen in het register, bedoeld in Artikel 1, onder b, van de Wet Rietkerk-uitkering en personen van wie een van de ouders voorkomt of voorkwam in het register, bedoeld
in Artikel 1, onder b, van de Wet Rietkerk-uitkering;
-
j. vreemdelingen die in Nederland rechtmatig verblijf hebben of hebben gehad op grond
van artikel 8, onder c en d, van de Vreemdelingenwet 2000, personen van wie een van de ouders als vreemdeling in Nederland rechtmatig verblijf
heeft of heeft gehad op grond van artikel 8, onder c en d, van de Vreemdelingenwet 2000 en personen die in het kader van gezinshereniging met een vreemdeling die in Nederland
rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, onder c en d, van de Vreemdelingenwet 2000 naar Nederland zijn gekomen.