BTW-heffing bij terbeschikkingstelling personeel door sportservicebureaus

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2016 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 10-03-2000 t/m heden

BTW-heffing bij terbeschikkingstelling personeel door sportservicebureaus

De plv. Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

1. Activiteiten sportservicebureaus

In elke provincie is een provinciale sportraad actief. Op instigatie van deze sportraden zijn zogenoemde sportservicebureaus ontstaan, die verenigd zijn in Net-Werk in de Sport. Deze bureaus verzorgen voor amateursportclubs- en verenigingen (hierna: sportverenigingen) onder andere de loon- en salarisadministratie van de werknemers van die organisaties. In de gevallen waarin sportverenigingen menen dat zij niet over voldoende deskundigheid beschikken om uitvoering te kunnen geven aan alle aspecten die zijn verbonden aan het werkgeverschap, zijn de sportservicebureaus desgevraagd bereid om – zonder winstoogmerk – als formeel werkgever op te treden van de personen die feitelijk werkzaam zijn bij een sportvereniging. Het gaat hierbij met name om trainers of coaches die voor één of meer seizoenen worden aangetrokken.

Indien een sportservicebureau op verzoek van een sportvereniging als formeel werkgever optreedt, wordt er een arbeidsovereenkomst gesloten tussen het sportservicebureau en degene die bij de betrokken sportvereniging feitelijk zijn werkzaamheden zal uitvoeren. Deze persoon wordt vervolgens op grond van een detacheringsovereenkomst uitgeleend aan die sportvereniging. De duur van bedoelde arbeidsovereenkomst is steeds gelijk aan de duur van de detacheringsovereenkomst. De materiële gevolgen van de arbeidsovereenkomst komen volledig voor rekening van de sportvereniging waar de betrokken persoon feitelijk werkzaam is. Zo moet de betrokken sportvereniging de loonkosten volledig vergoeden aan het sportservicebureau. Daarnaast zal bij een conflict tussen de sportvereniging en de betrokken werknemer die vereniging de financiële gevolgen dragen van de eventuele ontbinding van de tussen het sportservicebureau en de werknemer gesloten arbeidsovereenkomst.

2. Toepassing van Wet op de omzetbelasting 1968

Ter zake van het ter beschikking stellen van personeel is in beginsel omzetbelasting verschuldigd. Gelet evenwel op het bijzondere karakter van de hiervoor onder 1. vermelde overeenkomsten kunnen de onderwerpelijke sportservicebureaus met betrekking tot het ter beschikking stellen van trainers en/of coaches aan sportverenigingen buiten de heffing van omzetbelasting blijven indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. de trainer of coach dient ter beschikking worden gesteld aan een ondernemer als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet) casu quo artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de Wet, juncto artikel 7 van Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 en post b 21 van bijlage B, behorende bij dat Besluit;

  • 2. de arbeidsovereenkomst moet betrekking hebben op ten minste een geheel seizoen in de desbetreffende tak van sport;

  • 3. de sportvereniging waar een trainer of coach feitelijk zijn werkzaamheden zal gaan uitvoeren, moet inhoudelijk zijn betrokken bij de sollicitatieprocedure van die trainer of coach;

  • 4. de werkzaamheden van de trainer of coach mogen niet primair gericht zijn op het geven van sportlessen tegen een afzonderlijke vergoeding;

  • 5. de vergoeding voor het ter beschikking stellen van de trainer of coach dient beperkt te blijven tot de brutoloonkosten van de betrokken werknemer(s) en een eventuele bijdrage in een risicofonds voor de gevolgen van arbeidsongeschiktheid of arbeidsrechtelijke conflicten. Het berekenen van een redelijke vergoeding voor de werkzaamheden welke zijn verbonden aan het formeel werkgeverschap staat toepassing van de onderwerpelijke goedkeuring niet in de weg, mits met het ter beschikking stellen van personeel als geheel geen winst wordt beoogd of gemaakt, met dien verstande dat een incidenteel exploitatie-overschot niet direct tot heffing van omzetbelasting zal leiden als dat overschot wordt aangewend ten behoeve van de dienstverlening door het sportservicebureau jegens sportverenigingen;

  • 6. de sportvereniging dient de financiële gevolgen te dragen van een (voortijdige) beëindiging van de arbeidsovereenkomst(en) tussen de trainer(s) en/of coach(es) en het sportservicebureau dat de betrokken werknemer(s) heeft uitgeleend aan de sportvereniging.

Aan deze goedkeuring verbind ik de voorwaarde dat het betrokken sportservicebureau geen aanspraak maakt op aftrek van de aan hem in rekening gebrachte omzetbelasting.

4. Slotopmerking

Ik behoud mij het recht voor om dit besluit in te trekken dan wel te wijzigen zodra de noodzaak daartoe aanwezig is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien de onderwerpelijke goedkeuring aanleiding geeft tot concurrentieverstoring.