Vrijstellingsregeling gestarte en uitgebreide bedrijven Meststoffenwet

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 29-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 24-03-2000 en zichtdatum 28-12-2024.
Geldend van 24-03-2000 t/m 31-12-2000

Vrijstellingsregeling gestarte en uitgebreide bedrijven Meststoffenwet

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 59, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet;

Besluit:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Een bedrijf waarop in enig kalenderjaar het aantal dieren, uitgedrukt in grootvee-eenheden overeenkomstig de daarvoor in bijlage A bij de wet opgenomen normen, dat gemiddeld op het bedrijf is gehouden is toegenomen, is in dat kalenderjaar vrijgesteld van de heffingen, bedoeld in titel 2 van hoofdstuk IV van de wet, tot een overeenkomstig het tweede lid bepaalde belastbare hoeveelheid mineralen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat en stikstof, indien is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a. de toename is ten minste 15% van het aantal dieren dat gemiddeld op het bedrijf is gehouden in het voorafgaande kalenderjaar;

    • b. de toename is ten minste 15% van het aantal dieren dat gemiddeld op het bedrijf is gehouden in het kalenderjaar waarin het bedrijf laatstelijk ingevolge deze regeling is vrijgesteld;

    • c. de toename is ten minste 3 grootvee-eenheden.

  • 2 De belastbare hoeveelheid mineralen waarvoor de vrijstelling geldt wordt bepaald door achtereenvolgens:

    • -

      het aantal dieren van elk van de in de bijlage bij de regeling genoemde diercategorieën dat gemiddeld op het bedrijf is gehouden in het desbetreffende kalenderjaar, te verminderen met het aantal dieren van de desbetreffende diercategorie dat gemiddeld op het bedrijf is gehouden in het voorafgaande kalenderjaar, of, indien het gemiddeld op het bedrijf gehouden aantal dieren, uitgedrukt in grootvee-eenheden overeenkomstig de daarvoor in bijlage A bij de wet opgenomen normen, in het voorafgaande kalenderjaar lager is dan in het kalenderjaar waarin het bedrijf laatstelijk ingevolge deze regeling is vrijgesteld, met het aantal dieren van de desbetreffende diercategorie dat gemiddeld op het bedrijf is gehouden in het kalenderjaar waarin het bedrijf laatstelijk ingevolge deze regeling is vrijgesteld,

    • -

      de uitkomsten te vermenigvuldigen met de voor de desbetreffende diercategorie in de tabel die in de bijlage bij de regeling is opgenomen aangegeven hoeveelheid fosfaat, onderscheidenlijk stikstof, in voorkomend geval onderscheiden naar de mestcode waarmee de door dieren van de desbetreffende diercategorie geproduceerde meststoffen in bijlage C bij de wet worden aangeduid,

    • -

      de aldus berekende hoeveelheden fosfaat, onderscheidenlijk stikstof, die groter zijn dan nihil, bij elkaar op te tellen en op de uitkomst daarvan de hoeveelheden fosfaat, onderscheidenlijk stikstof, die kleiner zijn dan nihil, in mindering te brengen.

  • 3 Indien de vrijstelling betrekking heeft op 1998 worden voor de toepassing van dit artikel de dieren van de diercategorieën 400 tot en met 407, 410 en 411, onderscheiden in bijlage A bij de wet, die in aanmerking zijn genomen bij de bepaling van het aantal dieren waarop de Vrijstellingsregeling herbevolking varkenshouderijen Meststoffenwet van toepassing is, buiten beschouwing gelaten.

  • 4 Indien het bedrijf is ontstaan in de loop van het kalenderjaar, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, dan wel onderdeel b, wordt voor de toepassing van die bepalingen, en van het tweede lid, eerste gedachtestreepje, het gemiddeld in het desbetreffende jaar gehouden aantal dieren bepaald als het aantal dat gemiddeld werd gehouden in het na het ontstaan van het bedrijf resterende deel van dat jaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 In zoverre in afwijking van artikel 2, eerste lid, onderdeel a, is de toename op een bedrijf dat in het kalenderjaar waarin de veestapel is uitgebreid is ontstaan door samenvoeging van bedrijven of splitsing van een bedrijf, ten minste 15% van het aantal dieren dat onmiddellijk na de samenvoeging, onderscheidenlijk de splitsing, aanwezig was op het door samenvoeging of splitsing ontstane bedrijf.

  • 2 In zoverre in afwijking van artikel 2, tweede lid, eerste gedachtestreepje, wordt het aantal dieren van de in de bijlage bij de regeling genoemde diercategorieën dat gemiddeld op een bedrijf als bedoeld in het eerste lid werd gehouden in het kalenderjaar waarin de veestapel is uitgebreid, verminderd met het aantal dieren van de desbetreffende diercategorie dat onmiddellijk na de samenvoeging, onderscheidenlijk de splitsing, aanwezig was op het desbetreffende bedrijf.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Bij de aangifte, bedoeld in artikel 28 van de wet, die betrekking heeft op het jaar waarvoor de vrijstelling, bedoeld in artikel 2, eerste lid, geldt, wordt door de heffingplichtige melding gemaakt van het overeenkomstig artikel 2, tweede lid, en in voorkomend geval artikel 3, tweede lid, berekende aantal dieren van de onderscheiden diercategorieën. De heffingplichtige maakt ten aanzien van de dieren van de in de bijlage bij de regeling onderscheiden diercategorieën 300, 301, 310, 311 en 411 tevens melding van de mestcode waarmee de door de desbetreffende dieren geproduceerde meststoffen worden aangeduid in bijlage C bij de wet.

  • 2 De melding geschiedt op een daartoe door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgesteld formulier, dat overeenkomstig de daarop aangegeven wijze wordt ingevuld.

  • 3 Bij de melding wordt een afschrift van de dieradministratie met betrekking tot het jaar waarop de vrijstelling van toepassing is meegezonden.

  • 4 Indien de vrijstelling betrekking heeft op 1998 en de heffingplichtige met betrekking tot dat jaar reeds aangifte heeft gedaan geschiedt de melding, in afwijking van het eerste lid, binnen de daarvoor op het formulier vermelde termijn.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor de toepassing van artikel 2 wordt uitsluitend in aanmerking genomen het aantal dieren van de onderscheiden diercategorieën, dat kan worden gestaafd met de gegevens van de administratie en de, desgevraagd door de inspecteur van het Bureau Heffingen, door de heffingplichtige overgelegde andere bewijsstukken.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor de toepassing van artikel 43 van de wet wordt dat deel van de belastbare hoeveelheid mineralen, waarover door toepassing van artikel 2 geen heffing is geheven, niet in aanmerking genomen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De vrijstelling, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is van toepassing onder voorbehoud van instemming van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

  • 2 De voorwaarden waaronder de vrijstelling wordt toegepast kunnen komen te vervallen of worden gewijzigd ter verkrijging van de instemming van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze regeling, of wegens het uitblijven daarvan.

  • 3 Van de instemming van de Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt melding gemaakt in de Staatscourant.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot 1 januari 1998.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage, 20 maart 2000

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst

Bijlage behorende bij artikel 2 van de Vrijstellingsregeling gestarte en uitgebreide bedrijven Meststoffenwet

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De in deze bijlage opgenomen nummers van de onderscheiden diercategorieën zijn de nummers die zijn opgenomen in bijlage A bij de wet. De in bijlage A bij de wet opgenomen omschrijving van de onderscheiden categorieën dieren geldt ook voor de hieronder met nummer aangeduide diercategorieën. De in deze bijlage opgenomen nummers van de onderscheiden mestcodes zijn de nummers die zijn opgenomen in bijlage C bij de wet. De in bijlage C bij de wet opgenomen omschrijving van de onderscheiden mestcodes geldt ook voor de hieronder met nummer aangeduide mestcodes.

Nummer diercategorie

Mestcode

Kg fosfaat

Kg stikstof

       

I RUNDVEE

     
       

100

 

23,5

58,9

101

 

8,1

18,9

102

 

14,0

34,9

103

 

10,7

23,4

104

 

19,0

44,3

110

 

1,2

2,1

111

 

5,3

9,7

112

 

5,2

9,2

120

 

24,4

57,3

121

 

2,8

4,3

122

 

17,7

37,7

123

 

16,9

35,5

124

 

9,1

21,1

125

 

14,6

36,3

       

II VARKENS

     
       

400

 

4,1

7,5

401

 

5,7

10,4

402

 

2,5

4,9

403

 

3,3

6,1

404

 

2,8

5,6

405

 

2,6

4,8

406

 

5,0

10,6

407

 

1,96

3,80

410

 

3,86

7,26

411

 

2,20

4,47

411

40a

1,46

2,98

       

III KIPPEN

     
       

300

 

0,043

0,083

300

31, 34, 35, 36

0,023

0,045

301

 

0,072

0,155

301

31a, 34a, 35a, 36a

0,022

0,075

310

 

0,06

0,122

310

34b, 35b, 36b

0,035

0,066

311

 

0,119

0,272

311

37, 38

0,045

0,132

312

 

0,026

0,067

       

IV KALKOENEN

     
       

200

 

0,031

0,068

201

 

0,17

0,41

202

 

0,171

0,375

210

 

0,272

0,479

Nummer diercategorie

Mestcode

Kg fosfaat

Kg stikstof

       

V SCHAPEN

     
       

550

 

2,0

5,6

551

 

1,2

3,6

       

VI VOSSEN

     
       

700

 

0,38

0,6

701

 

0,32

0,54

702

 

0,254

0,396

       

VII NERTSEN

     
       

750

 

0,12

0,18

751

 

0,114

0,184

752

 

0,082

0,115

       

VIII GEITEN

     
       

600

 

2,5

6,8

601

 

1,3

3,9

       

IX EENDEN

     
       

800

 

0,067

0,099

801

 

0,067

0,099

       

X KONIJNEN

     
       

900

 

0,09

0,191

901

 

0,067

0,145

902

 

0,037

0,082

903

 

0,035

0,076