Wet van 13 april 2000, houdende regels met betrekking tot de productie en keuring
van uitrusting voor zeeschepen (Wet scheepsuitrusting)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op richtlijn nr. 96/98/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 1996 inzake uitrusting van zeeschepen
(PbEG 1997, L 46), noodzakelijk is regels te stellen met betrekking tot de productie
en keuring van uitrusting voor zeeschepen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: