Besluit van 28 april 2000, houdende regels betreffende de postale dienstverlening
(Postbesluit)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 11 februari
2000, nr. DGTP/00/667/HW, Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post;
Gelet op richtlijn nr. 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 december 1997 betreffende
gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten
in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst (PbEG 1998, L 15),
alsmede op de artikelen 1, onderdeel c, 2, eerste lid, 2a, eerste lid, en 7, vierde lid, van de Postwet, artikel 5, vierde lid, van de Wet goederenvervoer over de weg en artikel 58 van de Douanewet;
De Raad van State gehoord (advies van 31 maart 2000, nr. W09.00.0055/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 19
april 2000, nr. DGTP/00/2245/HW, Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post;
Hebben goedgevonden en verstaan: