Stb. 2007, 503, datum inwerkingtreding 01-01-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
Indexering inkomensgrens en percentage arbeidskorting
1 Bij het begin van het kalenderjaar worden de in artikel 8.11, tweede lid, tweede volzin,
onderdelen a en b, en derde lid, vermelde percentages en het in artikel 8.11 tweede
lid, tweede volzin, onderdeel b, vermelde bedrag bij ministeriële regeling vervangen
door andere percentages en een ander bedrag.
2 Het percentage in artikel 8.11, tweede lid, tweede volzin, onderdeel a, wordt berekend
door het in dat onderdeel genoemde bedrag na toepassing van artikel 10.1 te delen
door het volgens het vierde lid berekende bedrag.
3 Het percentage in artikel 8.11, tweede lid, tweede volzin, onderdeel b, wordt berekend
door het verschil van het in artikel 8.11, tweede lid, derde volzin, genoemde bedrag
en het in artikel 8.11, tweede lid, tweede volzin, onderdeel a, genoemde bedrag, na
toepassing van artikel 10.1 te delen door het verschil van:
-
a. 108% van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel
in de premie bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen en vermeerderd met de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet
en € 477, en
-
b. het volgens het vierde lid berekende bedrag.
4 Het bedrag in artikel 8.11, tweede lid, tweede volzin, onderdeel b, wordt gesteld
op 50% van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel
in de premie bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen en vermeerderd met de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet.
5 Het percentage in artikel 8.11, derde lid, onderdeel a, respectievelijk onderdelen
b en c, wordt berekend door het verschil van het in dat onderdeel a, respectievelijk
de onderdelen b en c, genoemde bedrag en het in dat artikel, tweede lid, tweede volzin,
onderdeel a, genoemde bedrag, na toepassing van artikel 10.1 te delen door het verschil
van
-
a. 108% van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel
in de premie bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen en vermeerderd met de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet
en € 477, en
-
b. het volgens het vierde lid berekende bedrag.
6 Indien op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen een premie wordt ingehouden
waarvan het percentage per bedrijfstak verschilt, wordt voor de toepassing van het
derde en vierde lid het percentage in aanmerking genomen dat wordt vastgesteld krachtens
artikel 9, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet.
7 De volgens het tweede, derde en vijfde lid berekende percentages worden rekenkundig
afgerond op drie decimalen.