Stb. 2011, 562, datum inwerkingtreding 01-01-2012, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.
Indexering inkomensgrenzen arbeidskorting en doorwerkbonus en indexering percentages
arbeidskorting
1 Bij het begin van het kalenderjaar worden de in artikel 8.11, tweede lid, eerste volzin,
onderdelen a en b, en derde lid, vermelde percentages en de in artikel 8.11, tweede
lid, eerste volzin, onderdelen b en c, eerstvermelde bedragen, het in artikel 8.11,
tweede lid, tweede volzin, vermelde bedrag, het in artikel 8.12, eerste lid, onderdeel
b, vermelde bedrag en het in artikel 8.12, zevende lid, eerstvermelde bedrag bij ministeriële
regeling vervangen door andere percentages en andere bedragen.
2 Het percentage in artikel 8.11, tweede lid, eerste volzin, onderdeel a, wordt berekend
door het in dat onderdeel genoemde bedrag na toepassing van artikel 10.1 te delen
door het volgens het vierde lid berekende bedrag.
3 Het percentage in artikel 8.11, tweede lid, eerste volzin, onderdeel b, wordt berekend
door het verschil van het in artikel 8.11, tweede lid, eerste volzin, onderdeel b,
laatstvermelde bedrag en het in artikel 8.11, tweede lid, eerste volzin, onderdeel
a, genoemde bedrag, na toepassing van artikel 10.1 te delen door het verschil van:
-
a. 108% van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel
in de premie bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen en vermeerderd met de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet
en € 970, en
-
b. het volgens het vierde lid berekende bedrag.
4 Het in artikel 8.11, tweede lid, eerste volzin, onderdeel b, eerstvermelde bedrag,
het in artikel 8.12, eerste lid, onderdeel b, vermelde bedrag en het in artikel 8.12,
zevende lid, eerstvermelde bedrag wordt gesteld op 50% van het twaalfvoud van het
in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie bedoeld in afdeling
2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen en vermeerderd met
de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet.
5 Het eerstvermelde bedrag in artikel 8.11, tweede lid, eerste volzin, onderdeel c,
en het bedrag in artikel 8.11, tweede lid, tweede volzin, worden gesteld op 108% van
225% van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel
in de premie, bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen, en vermeerderd met de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet.
6 Het percentage in artikel 8.11, derde lid, onderdeel a, respectievelijk onderdelen
b en c, wordt berekend door het verschil van het in dat onderdeel a, respectievelijk
de onderdelen b en c, genoemde bedrag en het in dat artikel, tweede lid, eerste volzin,
onderdeel a, genoemde bedrag, na toepassing van artikel 10.1 te delen door het verschil
van:
-
a. 108% van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel
in de premie bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen en vermeerderd met de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet
en € 970, en
-
b. het volgens het vierde lid berekende bedrag.
7 Indien op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen een premie wordt ingehouden
waarvan het percentage per bedrijfstak verschilt, wordt voor de toepassing van het
derde, vierde en vijfde lid het percentage in aanmerking genomen dat wordt vastgesteld
krachtens artikel 9, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet.
8 De volgens het tweede, derde en zesde lid berekende percentages worden rekenkundig
afgerond op drie decimalen.