Artikel 10.1. Inflatiecorrectie
Bij het begin van het kalenderjaar worden de in de artikelen 2.10, 3.15, vijfde lid,
3.41, 3.42, 3.42a, 3.42b, tweede lid, 3.47, 3.48, 3.52a, 3.68, 3.76, 3.77, 3.86, 3.87,
3.118, 3.125, 3.127, 3.129, 3.141, 3.143, 5.3, 5.5, 5.6, 5.10, 5.13, 5.16, 6.18, tweede
en zesde lid, 6.20, 6.21, 6.22, 6.24, 6.36, 8.10, 8.11, tweede lid, tweede volzin,
onderdeel a, en derde volzin, alsmede het derde lid, 8.12, 8.13, 8.14, 8.15, 8.16,
8.16a, 8.17, 8.18, 8.21, derde lid, 9.2 en 9.4 vermelde bedragen bij ministeriële
regeling vervangen door andere. Deze bedragen worden berekend door de te vervangen
bedragen te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor en vervolgens de nodig geachte
afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding
is toegepast, wordt bij vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.