Regeling financieel beheer ZorgOnderzoek Nederland

Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 28-10-2007 en zichtdatum 03-12-2024.
Geldend van 18-05-2000 t/m 30-06-2011

Regeling financieel beheer ZorgOnderzoek Nederland

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 16 van de Wet op de organisatie ZorgOnderzoek Nederland,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. organisatiekosten:

de baten en lasten van de exploitatie van ZorgOnderzoek Nederland;

b. activiteiten:

de taken als omschreven in artikel 3, eerste en tweede lid, van de wet.

Artikel 2. Begroting

  • 1 De begroting geeft voor wat betreft de organisatie inzicht in de baten en lasten van exploitatie in dat jaar. De begroting is voorzien van een postgewijze toelichting. Indien de liquiditeitsbehoefte niet regelmatig gespreid is over het jaar, wordt een liquiditeitsprognose bijgevoegd.

  • 2 In de meerjarenraming, die op grond van artikel 12, derde lid, van de wet wordt meegezonden met de begroting, worden naast de geraamde uitgaven per programma ook de door de Minister toegezegde bijdragen opgenomen.

Artikel 3. Reserves en voorzieningen

  • 2 Indien de Minister van oordeel is dat een voorziening als bedoeld in het eerste lid niet voor subsidiëring in aanmerking komt, keurt hij de begroting in zoverre niet goed.

  • 3 Op de balans worden voorzieningen zoals bedoeld in het eerste lid en reserveringen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, afzonderlijk opgenomen. In de toelichting op de balans worden de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserveringen en voorzieningen toegelicht.

Artikel 4. Algemene reserve

  • 1 Binnen de algemene reserve wordt onderscheid gemaakt tussen een deelreserve organisatiekosten en een deelreserve activiteiten.

  • 2 Reserveringen kunnen uitsluitend worden besteed aan doeleinden waarvoor de middelen zijn verstrekt.

Artikel 5. Deelreserve organisatiekosten

  • 1 Voorzover het bedrag van de beschikbaar gestelde vergoeding voor de organisatiekosten, zonder toepassing van de in het derde lid bedoelde vermindering, na uitvoering van de gefinancierde activiteiten overeenkomstig de geldende verplichtingen, niet is besteed aan de doeleinden waarvoor het is verstrekt, wordt het opgenomen in de deelreserve organisatiekosten (risicoreserve) met inachtneming van het derde lid.

  • 2 Voor de berekening van het in het eerste lid bedoelde te reserveren bedrag wordt het totaal van de met de gefinancierde activiteiten samenhangende en gerealiseerde baten, bestaande uit de verleende vergoeding voor organisatiekosten en de aan de organisatiekosten toe te rekenen overige baten, verminderd met de lasten van de gefinancierde activiteiten.

  • 3 Het totaal van de deelreserve organisatiekosten bedraagt ten hoogste 10% van de verleende vergoeding voor de organisatiekosten. Het bedrag, waarmee dit percentage wordt overschreden, zal van ZorgOnderzoek Nederland worden teruggevorderd dan wel met ZorgOnderzoek Nederland worden verrekend.

Artikel 6. Deelreserveactiviteiten

  • 1 Met de overschotten uit gerealiseerde programma’s en andere opbrengsten, ontstaan als gevolg van en betrekking hebbend op verleende VWS-gelden, wordt een aparte reserve gevormd.

  • 2 Deze reserve bedraagt maximaal 10% van de voor dat jaar toegekende gelden voor de realisering van programma’s. Het bedrag, waarmee dit percentage wordt overschreden, zal van ZorgOnderzoek Nederland worden teruggevorderd dan wel met ZorgOnderzoek Nederland worden verrekend.

  • 3 Aanwending van de deelreserveactiviteiten vindt plaats onder goedkeuring van de Minister.

  • 4 ZorgOnderzoek Nederland kan een voorstel doen voor de aanwending van de reserve. Een voorstel hiertoe wordt tegelijk met de financiële verantwoording ingediend.

Artikel 7. Kwartaalrapportages

Binnen een maand na afloop van ieder kwartaal wordt een liquiditeitsoverzicht van de programma’s ingediend waaruit de voortgang van de programma’s blijkt. Dit geldt zowel voor de toezeggingen als voor de werkelijk gedane uitgaven.

Artikel 8. Beleggingen

Tijdelijk overtollige liquide middelen worden niet risicodragend belegd. Toegestaan zijn slechts

  • a. direct opeisbare renterekeningen bij bankinstellingen, die onder toezicht staan van de Nederlandse Bank;

  • b. bankdeposito’s, die worden aangehouden bij een in Nederland gevestigde en geregistreerde kredietinstelling, mits deze bankdeposito’s luiden in Nederlandse courant.

Artikel 9. Financieel verslag

  • 1 Het jaarlijks vóór 1 mei uit te brengen financieel verslag geeft inzicht in de aanwending van de voor de organisatiekosten en de activiteiten verleende vergoedingen. De financiële verantwoording sluit aan op de indeling van de in artikel 2 bedoelde begroting. Belangrijke verschillen tussen begroting en verantwoording worden toegelicht.

  • 2 In het financieel verslag wordt een overzicht opgenomen waaruit de budgetten voor het onderhanden werk voortvloeiend uit programmaopdrachten van de Minister, alsmede de voor het verslagjaar en toekomstige jaren vastgelegde programmaverplichtingen blijken.

  • 3 De afdelingen 2 tot en met 8 van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing op het financieel verslag, met dien verstande dat de winst- en verliesrekening vervangen wordt door een exploitatierekening; op de exploitatierekening zijn de bepalingen omtrent de winst- en verliesrekening zoveel mogelijk analoog van toepassing. Bepalingen omtrent winst en verlies zijn van overeenkomstige toepassing op het exploitatiesaldo.

  • 4 De grondslag voor de waardering van activa en passiva is de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de ontvangen investeringssubsidies en bestemmingsgiften.

  • 5 De Minister kan bepalen dat in bijzondere situaties, indien daartoe door ZorgOnderzoek Nederland een verzoek is gedaan, de bepalingen van de in het derde lid bedoelde Titel of onderdelen daarvan niet van toepassing zijn.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling financieel beheer ZorgOnderzoek Nederland.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers