Beleidsterrein staatkundige verhoudingen en samenwerking tussen de landen van het
Koninkrijk der Nederlanden
§ 1. Inleiding
§ 1.1. Ten geleide
Archiefbescheiden kunnen verschillende functies vervullen. Overheidsorganen kunnen
archiefbescheiden opmaken of gebruiken voor de bedrijfsvoering, om zichzelf te verantwoorden
of een ander ter verantwoording te roepen en als bewijsmiddel.
Voor burgers is het belang van archiefbescheiden gelegen in het streven naar democratische
controle (de burger moet de overheid ter verantwoording kunnen roepen), in de mogelijke
functie van archiefbescheiden als bewijsmiddel en in het feit dat archiefbescheiden
deel uitmaken van het cultureel erfgoed en voor historisch onderzoek van belang zijn.
Vanuit het bedrijfsvoerings- en verantwoordingsbelang van archiefbescheiden geredeneerd,
kan elk archiefstuk vernietigd worden op het moment dat het voor het archiefvormend
orgaan niet meer nuttig is. Het historisch belang van bepaalde bescheiden kan echter
van blijvende aard zijn. Om dat belang te beschermen schrijft de Archiefwet 1995 aan
de Nederlandse overheidsorganen voor dat zij archiefbescheiden slechts mogen vernietigen
op grond van een officieel vastgestelde selectielijst. Het Archiefbesluit 1995 geeft
uitvoerige regels om de zorgvuldigheid bij de totstandkoming van de lijsten te waarborgen.
Dit basisselectiedocument (BSD) is zo'n officiële selectielijst. Het heeft tot doel
voor de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als zorgdrager aan
te geven of neerslag voortvloeiend uit handelingen zoals beschreven in het 'rapport
institutioneel onderzoek' (RIO) Eenheid in verscheidenheid. Een institutioneel onderzoek
naar actoren en handelingen op het terrein van staatkundige verhoudingen en samenwerking
tussen de landen van het Koninkrijk der Nederlanden. Deel II. De periode 1996-1997
voor blijvende bewaring in aanmerking komt of vernietigd kan worden.
Onder neerslag wordt verstaan: alle gegevens voortvloeiend uit een handeling, onafhankelijk
van de drager van die gegevens zoals papier, films, tapes of floppies.
Dit basisselectiedocument (BSD) vormt een aanvulling op het in 1998 vastgestelde BSD
Basisselectiedocument beleidsterrein staatkundige verhoudingen en samenwerking tussen
de landen van het Koninkrijk der Nederlanden vanaf 1954 (Stcrt. 1999/22). Een groot
aantal handelingen van dit BSD is niet gestopt in 1995 maar loopt nog door. Bij deze
handelingen is dan ook geen eindjaar vermeld. In de onderzochte periode 1996-1997
zijn geen handelingen van deze groep geëindigd. Deze handelingen staan niet in deze
aanvulling. Bij de bewerking van de documentaire neerslag moet derhalve beide BSD's
gebruikt worden.
§ 1.2. Het institutioneel onderzoek
Een basisselectiedocument kan niet los gezien worden van het daaraan ten grondslag
liggende rapport institutioneel onderzoek (RIO). In een RIO wordt van een bepaald
beleidsterrein de context beschreven samen met de handelingen van de actoren die binnen
het beleidsterrein actief zijn. Een actor is een (overheids)orgaan dat verantwoordelijk
is voor bepaalde handelingen. Alle handelingen van een bepaalde actor worden in het
RIO beschreven in een logische samenhang met de handelingen van de andere actoren
binnen het beleidsterrein.
De context en de logische samenhang bieden de mogelijkheid om tot een zo verantwoord
mogelijke selectie van handelingen te komen.
In een BSD zijn de handelingen primair geordend op actor. Hierdoor staan alle handelingen
van een actor op een bepaald beleidsterrein bij elkaar. Voor deze herordening is gekozen
om voor organen bruikbare selectiedocumenten te kunnen maken.
Bij het samenstellen van dit BSD is gebruik gemaakt van het RIO nr. 29, Eenheid in
verscheidenheid. Een institutioneel onderzoek naar actoren en handelingen op het terrein
van staatkundige verhoudingen en samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk
der Nederlanden in de periode 1954-1995 (Den Haag 1996), het op dat RIO gebaseerde
en in 1998 vastgestelde BSD Basisselectiedocument beleidsterrein staatkundige verhoudingen
en samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk der Nederlanden vanaf 1954 en
het RIO Eenheid in verscheidenheid. Deel II. De periode 1996-1997.
Sommige handelingen in het RIO Eenheid in verscheidenheid, 1954-1995 en in het daarop
gebaseerde en in 1998 vastgestelde BSD lopen nog door, dat wil zeggen dat de handelingen
na 1995 nog steeds plaatsvinden.
§ 1.3. Zorgdrager
De aanvulling op het BSD Basisselectiedocument beleidsterrein staatkundige verhoudingen
en samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk der Nederlanden vanaf 1954 behandelt
de periode 1996-1997. In die jaren was de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en
Arubaanse Zaken de zorgdrager voor de neerslag van het handelen van het Kabinet voor
Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken. Met ingang van 1998 is dit Kabinet een
onderdeel geworden van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Hierdoor is ook de zorgdrager veranderd. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
is nu verantwoordelijk voor het archiefbeheer en daarmee ook voor het laten opstellen
en vaststellen van een BSD.
Het BSD geldt als de selectielijst zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, van de Archiefwet
1995 (Stb. 276). De procedure tot vaststelling van een BSD is als volgt:
-
a. Het concept-BSD wordt besproken in het zogenaamde driehoeksoverleg. Deelnemers hieraan
zijn vertegenwoordigers (deskundigen) van actoren op het beleidsterrein, een vertegenwoordiger
namens de zorgdrager in verband met het archiefbeheer en een vertegenwoordiger namens
de Rijksarchiefdienst. Tijdens dit overleg wordt rekening gehouden met het administratieve
belang, het belang van de recht- en bewijszoekende burger en het historisch belang
van de archiefbescheiden met betrekking tot het beleidsterrein.
-
b. Het concept-BSD wordt, tezamen met het verslag van het driehoeksoverleg, ter vaststelling
ingediend bij de minister waaronder Cultuur ressorteert.
-
c. Het concept-BSD ligt gedurende een periode van 8 weken ter inzage.
-
d. De minister waaronder Cultuur ressorteert hoort de Raad voor Cultuur.
-
e. De minister waaronder Cultuur ressorteert en de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (voorheen minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken)
stellen het BSD vast.
-
f. De beschikking tot vaststelling van het BSD wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
§ 1.4. Hoofdlijnen van het overheidshandelen op het beleidsterrein
De hoofdlijnen van het handelen van de Nederlandse rijksoverheid op het beleidsterrein
in kwestie zijn goed zichtbaar in de taken van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse
en Arubaanse Zaken (KabNA), het 'departement' van de verantwoordelijke minister.
Een eerste taak betreft de coördinatie (aan Nederlandse zijde) van de aangelegenheden
die de Nederlandse Antillen en Aruba betreffen. Het gaat hier zowel om koninkrijkaangelegenheden
(buitenlandse betrekkingen, defensie, het Nederlanderschap en het waarborgen van de
fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid
van bestuur) die de Nederlandse Antillen en Aruba raken, als om andere, die de beide
rijksdelen aangaan. De tweede taak van KabNA betreft de bevordering van de staatkundige
verhoudingen tussen de landen van het Koninkrijk. Ten derde is KabNA belast met de
verlening van hulp en bijstand aan de Nederlandse Antillen en Aruba.
De taken van KabNA vloeien direct voort uit het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
(1954). Het Statuut is de hoogste regeling binnen het Koninkrijk waarin de gezamenlijke
rechtsorde van de Koninkrijkslanden (sinds 1986: Nederland, de Nederlandse Antillen
en Aruba) is vastgelegd.
§ 1.5. Actoren
PIVOT definieert een actor als een orgaan dat een rol speelt op een beleidsterrein
en de bevoegdheid heeft tot het zelfstandig verrichten van handelingen op grond van
attributie of delegatie.
De voornaamste actoren op het beleidsterrein zijn:
-
1. de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken;
-
2. interdepartementale en externe advies- en overlegorganen waarvan het voorzitterschap
en/of het secretariaat bij ambtenaren van KabNA berust;
-
3. gemengde commissies, dat wil zeggen bestaande uit een Nederlandse, Nederlands-Antilliaanse
en /of Arubaanse sectie, waarvan het secretariaat en/of het secretariaat van de Nederlandse
sectie gevoerd worden door ambtenaren van KabNA;
-
4. andere vakministers die zich bezighouden met het beleid ten aanzien van de staatkundige
verhoudingen en samenwerking in het Koninkrijk der Nederlanden, m.n. de ministers
van Defensie, Financiën, Justitie;
-
5. interdepartementale advies- en overlegorganen waarin KabNA vertegenwoordigd is, maar
waarvan het secretariaat bij een ander ministerie berust;
-
6. Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse actoren, zoals de gevolmachtigde ministers,
de vakministers en de gouverneurs als landsorgaan.
Dit BSD heeft betrekking op de handelingen van de eerste drie categorieën en geldt
deels voor de vierde categorie, namelijk voor zover de betrokken minister specifiek
handelingen verricht binnen de in het rapport aangegeven kaders van het beleidsterrein.
De overige handelingen van de actoren uit categorie vier hebben betrekking op andere
beleidsterreinen en zijn dus in andere RIO's en BSD's opgenomen. In deze aanvulling
komen geen actoren van categorie vijf voor. De actoren van categorie zes vallen niet
onder de Nederlandse archiefwetgeving.
Zoals gezegd in § 1.3 is thans de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
zorgdrager voor archieven van het voormalige Kabinet. Deze archieven omvatten niet
alleen die van de voormalige minister van Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
maar ook die van de commissies bedoeld onder categorie 2 en 3. De minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties is zorgdrager voor de archieven van alle in dit BSD genoemde
commissies, aangezien deze alle onder één van deze categorieën vallen.
§ 1.6. Doelstelling van de selectie
De selectie richt zich op de administratieve neerslag van het handelen van overheidsorganen
die vallen onder de werking van de Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276). De hoofddoelstelling
van de selectie is een onderscheid te maken tussen archiefbescheiden die in aanmerking
komen voor overbrenging (door het orgaan dat deze gegevens beheert) naar het Algemeen
Rijksarchief en archiefbescheiden die op den duur door de zorgdrager kunnen worden
vernietigd. Dit basisselectiedocument is opgesteld tegen de achtergrond van de selectiedoelstelling
van de Rijksarchiefdienst/PIVOT: het mogelijk maken van de reconstructie van het overheidshandelen
op hoofdlijnen. Deze doelstelling is verwoord door de minister van Welzijn, Volksgezondheid
en Cultuur (WVC) bij de behandeling van de Archiefwet 1995 in de Tweede Kamer. Door
het Convent van Rijksarchivarissen is deze doelstelling vertaald als het selecteren
van handelingen van de overheid om bronnen voor de kennis van de Nederlandse samenleving
en cultuur veilig te stellen voor blijvende bewaring.
§ 1.7. Criteria voor de selectie
Selecteren is het aanmerken van de neerslag van een handeling voor bewaren of vernietigen.
Als de neerslag aangewezen wordt ter bewaring, wil dat zeggen dat deze neerslag, ongeacht
de vorm waaruit zij bestaat, voor eeuwig bewaard moet worden. De bewaarplaats waar
deze neerslag na het verlopen van de wettelijke overbrengingstermijn van twintig jaar
moet worden overgebracht, is het Algemeen Rijksarchief. Bij de handeling in dit BSD
staat in dit geval bij waardering een B (van bewaren).
Als de neerslag van een handeling wordt aangewezen ter vernietiging, wil dat zeggen
dat deze neerslag, ongeacht de vorm waaruit zij bestaat, na verloop van de in het
BSD vastgestelde termijn kan worden vernietigd. De vernietigingstermijn is een minimumeis:
stukken mogen niet eerder dan na het verstrijken van die termijn worden vernietigd
door de voor het beheer verantwoordelijke dienst. De duur van de vernietigingstermijn
wordt bepaald door de administratieve belangen en de belangen van de burgers, enerzijds
ten behoeve van het adequaat uitvoeren van de overheidsadministratie en de verantwoordingsplicht
van de overheid en anderzijds voor de recht- en bewijszoekende burger. Bij de handeling
in dit BSD staat in dit geval bij waardering een V (van vernietigen).
Het aanwijzen van handelingen waarvan de neerslag bewaard moet blijven gebeurt op
grond van criteria die tot stand zijn gekomen in overleg tussen zorgdrager en Rijksarchiefdienst.
De gehanteerde algemene selectiecriteria zijn:
Algemene selectiecriteria:
Handelingen die worden gewaardeerd met B (Bewaren):
1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren
van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen
van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling
van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.
2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces
of de effecten van beleid. Hieronder valt ook het toetsen van en het toezien op beleid.
Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.
3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen
aan andere actoren
Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere
actoren of ter publicatie.
4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met
beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties
of onderdelen daarvan.
5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen
plaatsvindt
Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen
doeleinden te bereiken.
6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct
zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden
bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten
Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of
wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.
Overzicht van de met 'B' gewaardeerde handelingen (BSD-nrs.) per actor en per algemeen
selectiecriterium
Actor
|
Algemeen selectiecriterium
|
|
|
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
de Minister voor Nederlands-
|
94, 95
|
|
|
76, 77,
|
|
|
Antilliaanse en Arubaanse Zaken
|
|
|
|
78
|
92, 96
|
|
de Minister van Defensie
|
|
|
|
|
|
|
de Minister van Justitie
|
|
|
|
|
|
|
de Minister van Financiën
|
|
|
|
|
|
|
Commissie Financieringsmoda-
|
99
|
|
|
|
|
|
liteiten (Commissie Wawoe)
|
|
|
|
|
|
|
Adviescommissie Samenwerking
|
100
|
|
|
|
|
|
Aruba-Nederland (Commissie
|
|
|
|
|
|
|
Biesheuvel)
|
|
|
|
|
|
|
Commissie rapportage protocol
|
89
|
|
|
|
|
|
(Commissie Aarts-Muyale)
|
|
|
|
|
|
|
Commissie van Onderzoek in
|
90
|
|
|
|
|
|
het kader van de samenwerking
|
|
|
|
|
|
|
tussen Aruba en Nederland op het
|
|
|
|
|
|
|
gebied van criminaliteitsbestrijding
|
|
|
|
|
|
|
(Commissie de Ruiter)
|
|
|
|
|
|
|
Gemengde commissie Inrichting,
|
91
|
|
|
|
|
|
Registratie en Controle op
|
|
|
|
|
|
|
Rechtspersonen
|
|
|
|
|
|
|
Commissie Ondersteuning
|
101
|
|
|
|
|
|
Wederopbouw Sint Maarten
|
|
|
|
|
|
|
(Commissie Roozemond)
|
|
|
|
|
|
|
Interdepartementale Werkgroep
|
98
|
|
|
|
|
|
oprichting IDB-fonds
|
|
|
|
|
|
|
§ 1.8. Vaststelling van het BSD
Op 15 september 1999 is het ontwerp-BSD door de Directeur Informatievoorziening van
het Ministerie van BZK aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het
ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg
over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het
ontwerp-BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 28 september 1999 lag de selectielijst
gedurende acht weken ter publieke inzage bij de informatiebalie in de studiezaal van
het Algemeen Rijksarchief evenals in de bibliotheken van het Ministerie van BZK, het
Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie, hetgeen was aangekondigd
in de Staatscourant nr. 185 van 27 september 1999.
Tijdens het driehoeksoverleg was, op voordracht van de Archiefcommissie van het Koninklijk
Nederlands Historisch Genootschap, ook een deskundige op het beleidsterrein aanwezig.
Van andere (historische) organisaties of individuele burgers is geen commentaar ontvangen.
In de vergadering d.d. 7 december 1999 van de Bijzondere Commissie Archieven van de
RvC is het ontwerp-BSD behandeld, waarbij ook het verslag van het driehoeksoverleg
bij de voorbereiding van het advies is meegenomen.
Op 25 februari 2000 bracht de RvC advies uit (arc-99.1668/9), hetwelk geen aanleiding
heeft gegeven tot wijziging van de ontwerp-selectielijst.
§ 2. Selectielijst
De hieronder geplaatste selectielijst bestaat uit een opsomming van handelingen per
actor. In de lijst zijn alle handelingen opgenomen die zijn geformuleerd in het RIO
Eenheid in verscheidenheid. Deel II. De periode 1996-1997. Voor wat betreft de context
van de handelingen en informatie omtrent de actoren wordt hier naar het genoemde rapport
verwezen. In het rapport staan ook de wettelijke grondslag of de (informatieve) bron
voor een handeling, evenals de uit de handeling voortkomende neerslag genoemd.
- Actor:
-
hier wordt de naam van de actor vermeld. PIVOT definieert een actor als `een orgaan
dat een rol speelt op een beleidsterrein en de bevoegdheid heeft tot het zelfstandig
verrichten van handelingen op grond van attributie of delegatie'.
- BSD-nr.:
-
de handelingen zijn genummerd overeenkomstig het RIO Eenheid in verscheidenheid. Deel
II. De periode 1996-1997. zodat eenduidigheid en het gewenste naast elkaar gebruiken
van rapport en BSD wordt vergemakkelijkt. Elke handeling heeft zijn eigen unieke nummer.
Om problemen bij de bewerking te voorkomen is bij het maken van het RIO Eenheid in
verscheidenheid. Deel II. De periode 1996-1997. besloten om de nummering van de nieuwe
handelingen te laten aansluiten op de al bestaande handelingen uit het RIO Eenheid
in verscheidenheid, 1954-1995. Het RIO Eenheid in verscheidenheid, 1954-1995 eindigt
met handeling nr. 75; de aanvulling begint met handeling nr. 76.
- Handeling:
-
hier staan de handelingen van de betreffende actor. De neerslag van een handeling
is niet beperkt tot een (eind)product, maar bevat alle archiefbescheiden die zijn
voortgebracht bij de totstandkoming van het (eind)product. Aangezien handelingen voortkomen
uit taken en bevoegdheden is het in beginsel mogelijk dat een vermelde handeling in
de praktijk nooit is uitgevoerd en daarvan geen administratieve neerslag bestaat.
Dit maakt gelet op de structurele functie van het BSD evenwel niets uit. Het is immers
altijd mogelijk dat een `lege' handeling in de toekomst wel zal plaatsvinden.
- Periode:
-
Deze rubriek betreft in beginsel het tijdvak waarbinnen de handeling (ongeacht de
frequentie) is of kan zijn uitgevoerd, gelet op de wettelijke grondslag daarvoor of
gezien de gebruikte bronnen. Bij slechts eenmaal uitgevoerde handelingen kan in voorkomende
gevallen uit de periode-aanduiding de duur van de handeling worden afgeleid.
Sluit een periode-aanduiding af met “-” dan werd de handeling nog verricht, of was
zij nog mogelijk, op het moment dat het institutionele onderzoek is afgesloten (medio
1998).
- Waardering:
-
De afkorting 'B' staat voor 'te bewaren', dat wil zeggen het na afloop van de wettelijke
overbrengingstermijn (van 20 jaar) overdragen aan het Algemeen Rijksarchief van de
administratieve neerslag (ongeacht de gegevensdrager) van de desbetreffende handeling,
in overeenstemming met de geldende archiefwettelijke bepalingen en conform de normen
voor de goede en geordende staat van de Rijksarchiefdienst/PIVOT. Zie voor deze normen
de brochure Om de kwaliteit van het behoud: normen goede en geordende staat, RAD/PIVOT,
ministerie van WVC, 's-Gravenhage 1993.
Bij een B-handeling is achter de selectiebeslissing met een nummer aangegeven welk
algemeen selectiecriterium is toegepast. B 5 wil zeggen dat de neerslag van de handeling
bewaard dient te blijven op grond van criterium 5 (handelingen die bepalend zijn voor
de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt).
De afkorting 'V' staat voor 'te vernietigen (op termijn)' oftewel niet overbrengen.
Bij de desbetreffende handelingen wordt de vernietigingstermijn vermeld. De termijnen
betreffen (tenzij anders vermeld) telkens het aantal volle jaren dat dient te zijn
verlopen sinds het einde van het jaar waarin een archiefbestanddeel (dossier) dat
de neerslag van de handeling bevat, is afgesloten, voordat tot vernietiging van dat
bestanddeel wordt overgegaan. Waardering V, termijn 5 jaar, wil zeggen dat de neerslag
van die handelingen na vijf jaar vernietigd kan worden.
De toepassing van de vernietigingstermijnen is als volgt:
-
a. een dossier wordt afgesloten (bijv. op 30 januari 1999),
-
b. de bijbehorende vernietigingstermijn wordt hierbij opgeteld (bijv. 10 jaar),
-
c. het dossier wordt bewaard tot en met 31 december 2009 (1999 + 10),
-
d. de betrokken directeur wordt in de loop van dat jaar (in dit voorbeeld 2009) op de
hoogte gesteld van de voorgenomen vernietiging van dit dossier,
-
e. het dossier wordt vernietigd per 2 januari 2010, tenzij de betrokken directeur zwaarwichtige
redenen heeft voor uitstel van vernietiging (administratief of juridisch belang).
Actor:Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
(76.)
Handeling: Het voorbereiden van KB's tot benoeming, schorsing en ontslag van vertegenwoordigers
van de Nederlandse regering bij de regering van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk
Aruba
Periode: 1997-
Waardering: B 4
(77.)
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van een Hoofd van de Vestiging van de
Vertegenwoordiging van de Nederlandse regering in de Nederlandse Antillen te Sint
Maarten
Periode: 1997-
Waardering: B 4
(78.)
Handeling: Het overleggen met de vertegenwoordiger van de Nederlandse regering over
het benoemen, schorsen en ontslaan van een Hoofd van de Vestiging van de Vertegenwoordiging
van de Nederlandse regering in de Nederlandse Antillen te Sint Maarten
Periode: 1997-
Waardering: B 4
(92.)
Handeling: Het verzoeken van de minister van Financiën tot inschakelen van het IMF
voor het opstellen van een structureel aanpassingsprogramma
Periode: 1995-
Waardering: B 5
(94.)
Handeling: Het voeren van periodiek overleg op het terrein van financieel-economisch
beleid tussen Nederland en de Nederlandse Antillen
Periode: 1996-
Waardering: B 1
(95.)
Handeling: Het opstellen van een sociaal noodprogramma voor Aruba
Periode: 1996-
Waardering: B 1
(96.)
Handeling: Het verzoeken aan de minister van Financiën tot inschakelen van de Inter
American Development Bank voor de doorlichting van de economie op de Nederlandse Antillen
Periode: 1997-
Waardering: B 5
Actor: Minister van Defensie
(79.)
Handeling: Het voorstellen van het beleid voor de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen
en Aruba met betrekking tot de uitoefening van de taken
Periode: 1996-
Waardering:
(80.)
Handeling: Het vaststellen van het beleidsplan, de jaarverslagen en het operationeel
jaarplan van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba
Periode: 1996-
Waardering:
(81.)
Handeling: Het indienen bij de Rijksministerraad van beleidsplannen, jaarplannen en
jaarverslagen inzake de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba
Periode: 1996-
Waardering:
(82.)
Handeling: Het benoemen van een algemeen secretaris voor de Kustwachtcommissie voor
de Nederlandse Antillen en Aruba
Periode: 1996-
Waardering:
(87.)
Handeling: Het beschikbaar stellen van personeel aan de Kustwacht voor de Nederlandse
Antillen en Aruba
Periode: 1996-
Waardering:
(88.)
Handeling: Het voordragen van een AMvB inzake het gebruik van geweld bij het uitoefenen
van de taken van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba
Periode: 1996-
Waardering:
Actor: Minister van Justitie
(83.)
Handeling: Het, samen met de ministers van Justitie van de Nederlandse Antillen respectievelijk
Aruba, voeren van overleg over het justitieel beleid ten behoeve van de uitoefening
van de taken van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba en het samenstellen
van dat beleid
Periode: 1996-
Waardering:
(84.)
Handeling: Het, samen met de ministers van Justitie van de Nederlandse Antillen respectievelijk
Aruba, doen van voorstellen inzake het justitieel beleid ten behoeve van de uitoefening
van de taken van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba
Periode: 1996-
Waardering:
(85.)
Handeling: Het, samen met de ministers van Justitie van de Nederlandse Antillen respectievelijk
Aruba, zorgdragen voor het verlenen van toezichthoudende en opsporingsbevoegdheden
Periode: 1996-
Waardering:
(86.)
Handeling: Het, samen met de ministers van Justitie van de Nederlandse Antillen respectievelijk
Aruba, verschaffen van inlichtingen aan de Commandant en het personeel van de Kustwacht
voor de Nederlandse Antillen en Aruba
Periode: 1996-
Waardering:
Actor: Minister van Financiën
(93.)
Handeling: Het inschakelen van de IMF voor het opstellen van structureel aanpassingsprogramma
Periode: 1995-
Waardering:
(97.)
Handeling: Het inschakelen van de Inter American Development Bank voor de doorlichting
van de economie op de Nederlandse Antillen
Periode: 1997-
Waardering:
Actor: Commissie Financieringsmodaliteiten (Commissie Wawoe)
(99.)
Handeling: Het adviseren van de Nederlandse regering over de verstrekking van financiële
steun aan de Nederlandse Antillen
Periode: 1997
Waardering: B 1
Actor: Adviescommissie Samenwerking Aruba-Nederland (Commissie Biesheuvel)
(100.)
Handeling: Het adviseren van de minister-president van Aruba en de minister voor Nederlands-Antilliaanse
en Arubaanse Zaken over het te voeren beleid ten aanzien van de samenwerkingsrelatie
tussen Aruba en Nederland
Periode: 1997
Waardering: B 1
Actor: Commissie rapportage protocol (Commissie Aarts-Muyale)
(89.)
Handeling: Het adviseren van de Nederlandse en Arubaanse regering over de deugdelijkheid
van het bestuur op Aruba
Periode: 1993-1996
Waardering: B 1
Actor: Commissie van onderzoek in het kader van de samenwerking tussen Aruba en Nederland
op het gebied van criminaliteitsbestrijding (Commissie de Ruiter)
(90.)
Handeling: Het adviseren van de Nederlandse en Arubaanse regering inzake de verbetering
van de rechtshandhaving op Aruba en de optimalisering van de gemeenschappelijke aanpak
van de grensoverschrijdende en de georganiseerde criminaliteit in Koninkrijksverband
Periode: 1996-
Waardering: B 1
Actor: Gemengde commissie Inrichting, Registratie en Controle op Rechtspersonen
(91.)
Handeling: Het adviseren van de Nederlandse en Arubaanse regering inzake het systeem
van inrichting, registratie en controle op rechtspersonen in Aruba
Periode: 1996-
Waardering: B 1
Actor: Commissie Ondersteuning Wederopbouw Sint Maarten (Commissie Roozemond)
(101.)
Handeling: Het adviseren van de Nederlandse regering over het te voeren beleid in
het kader van de wederopbouw Sint Maarten
Periode: 1995
Waardering: B 1
Actor: Interdepartementale werkgroep oprichting IDB-fonds
(98.)
Handeling: Het adviseren over de opzet en inrichting van het IDB-fonds
Periode: 1997
Waardering: B 1