Wet van 22 juni 2000, houdende regels omtrent het transport en de levering van gas
(Gaswet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, mede ter uitvoering van
richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende
gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (PbEG 1998, L 204), de
mogelijkheden voor levering en in- en uitvoer van gas en voor het gebruik van infrastructuur
voor gastransport te verruimen en daarvoor met inachtneming van het belang van het
betrouwbaar, duurzaam, milieuhygiënisch verantwoord en doelmatig functioneren van
de gasvoorziening een regeling tot stand te brengen met betrekking tot het transport
en de levering van gas;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: