Instelling Adviescommissie Arbeidsongeschiktheid

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2012 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 05-07-2000 t/m heden

Instelling Adviescommissie Arbeidsongeschiktheid

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste lid, Kaderwet adviescolleges,

Besluiten:

Artikel 1

  • 1 Er is een Adviescommissie Arbeidsongeschiktheid, verder te noemen de commissie.

  • 2 De commissie wordt ingesteld voor de duur van één jaar.

Artikel 2

  • 1 De commissie heeft tot taak een analyse uit te voeren met betrekking tot de aard, de omvang en de oorzaken van arbeidsuitval door ziekte of arbeidsongeschiktheid.

  • 2 De commissie baseert zich hierbij mede op de verrichte probleemanalyse van de Commissie psychische arbeidsongeschiktheid, de uitkomsten van de door Aarts en De Jong B.V. uitgevoerde overzichtsstudie ‘25 jaar onderzoek naar de WAO’, de uitkomsten van de door SZW en bureau Astri verrichte brancheprestatievergelijking en op reeds beschikbare gegevens en rapporten.

  • 3 De commissie komt op basis van haar analyse tot aanbevelingen en rapporteert hierover in het voorjaar van 2001 aan de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 3

De commissie bestaat uit een voorzitter en vijf andere leden, welke door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden benoemd.

Artikel 4

De commissie dient ten behoeve van haar werkzaamheden en alle daarmee samenhangende kosten en vergoedingen binnen vier maanden na het in werking treden van deze regeling een begroting in bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Na goedkeuring worden de desbetreffende gemaakte kosten en gedane vergoedingen voldaan door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Vergoedingen aan leden worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van de Kaderwet adviescolleges.

Artikel 6

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt met inachtneming van de bepalingen in de Archiefwet 1995. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie opgenomen in het archief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 juni 2000

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.F. Hoogervorst

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W.A. Vermeend

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.G. de Vries