Wijzigingswet Wet inkomensvoorziening kunstenaars (niet langer uitsluiten van kunstenaars met een eigen woning)

Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-06-2001.
Geldend van 11-10-2000 t/m 31-12-2004

Wet van 5 juli 2000 tot wijziging van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars teneinde kunstenaars met een eigen woning niet langer van een beroep op de Wet inkomensvoorziening kunstenaars uit te sluiten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij het in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Wet inkomensvoorziening kunstenaars te wijzigen teneinde de toegang tot de Wet inkomensvoorziening kunstenaars voor een kunstenaar die over vermogen beschikt dat gebonden is in een door hem of zijn gezin bewoonde woning met bijbehorend erf te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

Artikel IV

Onze Minister herziet met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet de in artikel 4, onderdeel a, van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars genoemde bedragen, op de in artikel 12 van die wet voorgeschreven wijze, voorzover de ontwikkeling van het netto minimumloon en de netto aanspraak op minimumvakantiebijslag, gerekend vanaf 1 januari 2000 daartoe aanleiding geeft.

Artikel V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 5 juli 2000

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de achttiende juli 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals