Wijzigingsbesluit Algemeen Rijksambtenarenreglement, enz. (wijziging van de Wet Incompatibiliteiten [...] de Wet financiering loopbaanonderbreking)

Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2016 en zichtdatum 23-11-2024.
Geldend van 04-08-2000 t/m heden

Besluit van 8 juli 2000, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten in verband met wijziging van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement en invoering van de Wet financiering loopbaanonderbreking

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 januari 2000, nummer AD1999/U100337, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden, gedaan mede namens Onze minister van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 23 maart 2000, nummer W04.00.0020/1) ;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 juni 2000, nummer AD2000/U63559, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, Afdeling Arbeidsvoorwaarden, uitgebracht mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan;

Artikel V

De ambtenaar die tussen 21 augustus 1998 en het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit is benoemd of verkozen tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal of het Europees Parlement wordt geacht een verzoek tot ontheffing te hebben gedaan als bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement en op grond daarvan uit zijn ambtelijke functie te zijn ontheven.

Artikel VI

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 8 juli 2000

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de derde augustus 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals