Artikel 2. Geconsolideerde toestand van de arbeidsongeschiktheid
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan in overeenstemming met de tot
schadevergoeding verplichte derde eerst tot vordering van de contante waarde overgaan,
indien het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen van oordeel is dat ten aanzien
van de verzekerde met betrekking tot de mate van zijn arbeidsongeschiktheid een geconsolideerde
toestand is ingetreden.
Artikel 3. Berekening contante waarde
De contante waarde wordt berekend op basis van de formule:
òf, indien de factor L gelijk is aan de factor r:
A = 1,02 * (UV * (1-c) * m + (UL - UV) * (1 - cL) * mL)
|
waarbij:
A = de contante waarde;
m = het aantal maanden waarover de uitkering maximaal zal kunnen worden verstrekt;
mL = het aantal maanden waarover de loondervingsuitkering maximaal zal kunnen worden
verstrekt;
c = een correctie op de periode waarover de uitkering wordt verstrekt, op grond van
de kans op overlijden en op grond van zogenoemde individuele omstandigheden;
cL = een correctie op de periode waarover de loondervingsuitkering wordt verstrekt,
op grond van de kans op overlijden en op grond van zogenoemde individuele omstandigheden;
UV = het bedrag van de vervolguitkering per maand en de daarover aan de verzekerde toekomende
vakantie-uitkering met dien verstand dat bij de bepaling van de contante waarde van
de arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in hoofdstuk 6 van de WAO, deze factor op 0 wordt gesteld;
UL = het bedrag van de loondervingsuitkering per maand en de daarover aan de verzekerde
toekomende vakantie-uitkering;
L = het gemiddeld stijgingspercentage van het dagloon, bedoeld in artikel 14 van de WAO of artikel 13 van de Wet WIA, over een periode van een maand;
r = het interestpercentage per maand.
Artikel 8. Overgangsrecht
Op vorderingen als bedoeld in artikel 2, waartoe voor de dag van inwerkingtreding van deze regeling voor het eerst is overgegaan,
is de regeling van de Minister van Sociale Zaken van 29 december 1980, nr. 56453,
houdende regels met betrekking tot vordering van de contante waarde van de periodieke
uitkeringen (Stcrt. 253), zoals die luidde voor de dag van inwerkingtreding van deze
regeling, van toepassing.