Besluit aanpassing arbeidsduur militairen

Geraadpleegd op 22-12-2024.
Geldend van 06-09-2000 t/m heden

Besluit van 22 juli 2000, houdende regels voor de aanpassing van de arbeidsduur van militairen (Besluit aanpassing arbeidsduur militairen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. E. Verstand-Bogaert, van 10 mei 2000, nr. P/2000001073;

Gelet op artikel 2, tweede lid, van de Wet aanpassing arbeidsduur;

De Raad van State gehoord (advies van 23 juni 2000, no. W07.00.0192/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. E. Verstand-Bogaert, van 14 juli 2000, nr. FP/2000004445;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

  • 1 De militair kan Onze Minister verzoeken om aanpassing van zijn arbeidsduur, indien hij tenminste een jaar voorafgaand aan het beoogde tijdstip van ingang van die aanpassing in werkelijke dienst is.

  • 2 Aanpassing van de arbeidsduur heeft bij vermindering van de arbeidsduur plaats door het verlenen van buitengewoon verlof zonder behoud van militaire inkomsten in verband met deeltijdarbeid.

  • 3 Aanpassing van de arbeidsduur heeft bij vermeerdering van de arbeidsduur plaats door het beëindigen van het buitengewoon verlof, als bedoeld in het tweede lid, of het aanpassen daarvan.

Artikel 3

  • 1 Onze Minister kan een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur afwijzen of een verleend buitengewoon verlof, als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, tijdelijk opschorten, als naar zijn oordeel zwaarwegende dienstbelangen dat vereisen.

  • 2 Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 2, achtste lid, van de Wet aanpassing arbeidsduur is van een zwaarwegend dienstbelang in ieder geval sprake bij varen, vliegen, oefenen, alsmede de daadwerkelijke inzet van de krijgsmacht, de voorbereiding daarop en voltijdse opleidingen in verband met het functioneren van de krijgsmacht.

  • 3 Onze Minister kan het buitengewoon verlof, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, in geval van buitengewone omstandigheden beëindigen.

Artikel 5

  • 1 De Regeling deeltijdverlof wordt ingetrokken.

  • 2 Buitengewoon verlof in verband met deeltijdarbeid dat op het moment van inwerkingtreding van dit besluit is verleend op basis van de Regeling deeltijdverlof wordt geacht te zijn gebaseerd op dit besluit.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 22 juli 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Defensie,

H. A. L. van Hoof

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de vijfde september 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals