Heffing van omzetbelasting met betrekking tot mixdranken

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 30-12-2008.
Geldend van 05-09-2000 t/m 26-09-2007

Heffing van omzetbelasting met betrekking tot mixdranken

De plv. Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Op grond van post a 1 van de bij de Wet op de omzetbelasting 1968 behorende tabel I zijn alcoholvrije dranken voor de omzetbelasting belast naar het verlaagde tarief, terwijl alcoholhoudende dranken belast zijn naar het algemene tarief. Op grond van het bepaalde in Voorschrift Tabel I, post a 1, § 7, kunnen dranken waarvan het alcoholgehalte niet hoger is dan 0,5 volumeprocenten in dit verband worden aangemerkt als alcoholvrije dranken. De overige dranken moeten echter voor de tarieftoepassing worden aangemerkt als zijnde alcoholhoudend.

Onder ‘mixdranken’ worden verstaan dranken die tot stand komen door samenvoeging van een of meer alcoholhoudende dranken met een of meer alcoholvrije dranken. Vast staat, dat de samenstellende delen bij de vervaardiging van een mixdrank hun zelfstandigheid verliezen. Dit brengt mee, dat mixdranken voor de toepassing van bovenvermelde tabelpost vrijwel altijd moeten worden aangemerkt als alcoholhoudende dranken en uit dien hoofde in beginsel moeten worden belast naar het algemene tarief. Daaraan doet niet af, dat de samenstellende delen deels onder het verlaagde tarief zouden vallen als zij afzonderlijk verstrekt zouden worden.

Gelet op de praktische problemen die een en ander kan meebrengen – in het bijzonder met betrekking tot de toepassing van de zgn. forfaitaire berekeningsmethoden –, heb ik evenwel aanleiding gevonden om goed te keuren, dat ten aanzien van mixdranken die voldoen aan de hierna te vermelden voorwaarden wordt gehandeld alsof de samenstellende dranken afzonderlijk geleverd worden. Dit betekent dat het verlaagde tarief kan worden toegepast op dat deel van de verkoopprijs, dat is toe te rekenen aan de alcoholvrije bestanddelen. Indien de ondernemer een forfaitaire berekeningsmethode toepast, dient deze splitsing te geschieden overeenkomstig de gekozen methode, waarbij toepassing van de artikelen 17 en 17a van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 ten aanzien van bedoelde dranken achterwege kan blijven.

Deze goedkeuring heeft uitsluitend betrekking op mixdranken die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a. de ondernemer biedt de in de drank verwerkte hoeveelheden van de samenstellende dranken ook in ongemixte vorm ten verkoop aan;

    en

  • b. de verkoopprijs van de drank is gelijk aan de som van de prijzen die voor de samenstellende dranken in rekening gebracht zouden worden indien zij afzonderlijk geleverd zouden worden.

Ten aanzien van cocktails en dergelijke dranken die niet aan evengenoemde voorwaarden voldoen, dient de wettelijke regeling onverkort toegepast te worden, zodat deze voor de toepassing van de forfaitaire berekeningsmethode aangemerkt moeten worden als vervaardigde goederen en met inachtneming van de in de eerste alinea bedoelde regels hetzij in hun geheel naar het algemene tarief, hetzij in hun geheel naar het verlaagde tarief belast moeten worden.