Wet van 7 september 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek
van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de straf van onbetaalde arbeid ten
algemenen nutte (taakstraffen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen ten aanzien
van de straf van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte te herzien;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: