U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2010 en zichtdatum 01-10-2010. Geldend van 01-10-2010 t/m 31-03-2011
Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Economische Zaken en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op de artikelen 18, eerste lid, van de Algemene wet gelijke behandeling, 24 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, 8:1 van de Arbeidstijdenwet, 13, derde lid, en 13c, tweede lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, 23 van de Leerplichtwet 1969, 3, 4, eerste en tweede lid, 7, 8, 10, derde lid, 11, eerste lid, 13, eerste lid, 13a en 18 van de Stoomwet, 25, eerste lid, onderdeel a, van de Warenwet, 13 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, 14 van de Wet arbeid vreemdelingen, 21, eerste lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, 148, eerste lid, van de Wet geluidhinder, 64, eerste lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen, 18a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, 8, eerste lid, 11, eerste lid, 12, eerste lid, en 16, eerste en tweede lid, van de Wet op de gevaarlijke werktuigen, 15, eerste lid, en 16 van de Wet op de loonvorming, 49, eerste lid, van de Wet op de ondernemingsraden, 9, tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, 10 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, 9 en 10, eerste lid, van de Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden en 39a, vierde lid, van de Ziektewet,
Besluiten:
De ambtenaren van de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden aangewezen als ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
a. de Arbeidsomstandighedenwet;
b. de Arbeidstijdenwet;
c. de Warenwet;
d. de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;
e. de Wet arbeid vreemdelingen;
f. de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen;
g. de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;
h. de Wet op de loonvorming.
1 De ambtenaren, bedoeld in artikel 1.1, worden aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
a. de Algemene wet gelijke behandeling: artikel 18, eerste lid;
b. de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen: artikel 21, eerste lid, tweede volzin;
c. de Wet op de loonvorming: artikel 15, eerste lid;
d. de Wet op de ondernemingsraden: artikel 49, eerste lid;
e. de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten: artikel 10, tweede zin;
f. de Ziektewet: artikel 39a, vierde lid;
g. het Besluit gegevensverstrekking sociale verzekeringen 1997: artikel 12.
2 De ambtenaren, bedoeld in artikel 1.1, worden aangewezen als de door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen onder hem ressorterende ambtenaar, bedoeld in artikel 23 van de Leerplichtwet 1969.
3 De ambtenaren, bedoeld in artikel 1.1, worden aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 6, eerste lid, onderdeel b, en 7, eerste lid;
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de artikelen 1.5b, derde lid, 2.5g, eerste lid, 2.27, eerste lid, 2.42c, eerste en tweede lid, 3.5h, vijfde lid, 3.37b, eerste lid, 4.8, vierde lid, 4.9, derde lid, 4.10, derde lid, 4.10c, vijfde lid, 4.47c, eerste lid, 4.50, zesde lid, 4.54a, zesde lid, 4.54d, negende lid, 4.94, eerste lid, 4.95, 4.96, 6.10, achtste lid, 6.10a, tweede lid, onderdeel c, 6.16, achtste lid, 6.17, eerste lid, 6.19, tweede lid, 6.20b, vierde lid, 7.4a, zesde lid, 7.20, zevende lid, 7.27, eerste lid, 7.29, tiende lid, 7.32, tweede lid, 9.5b, eerste lid, 9.15, onderdelen a en b, en 9.34, tweede lid;
c. de Arbeidsomstandighedenregeling: de artikelen 3.11, 3.12, eerste lid, en 3.13, derde lid, en 4.13;
d. het Besluit omgevingsrecht: artikel 6.15, eerste lid, onderdeel b;
e. het Besluit opslaan in ondergrondse tanks 1998: de artikelen 9, derde en vierde lid, en 17, eerste lid.
4 De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie wordt aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 9, eerste lid, 27, eerste lid, 28, eerste lid, 28a, 29, vierde lid, en 30, tweede lid;
b. de Arbeidstijdenwet: de artikelen 3:3, eerste lid, 4:1, vijfde lid, en 8:2, eerste en tweede lid;
c. het Arbeidsomstandighedenbesluit: artikel 9.5b, tweede lid;
d. het Besluit risico's zware ongevallen 1999: de artikelen 6, tweede lid, onderdeel c, 7, eerste lid, onderdeel a, 10, vierde lid, onderdeel a, 15, derde lid, onderdeel a, 16, eerste lid, 18, tweede lid, 24, eerste lid, 28, derde lid, onderdeel a, en vierde lid, en 29;
e. het Vuurwerkbesluit: artikel 3.3.4.
[Vervallen per 01-10-2004]
[Vervallen per 01-09-2003]
De ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, aangewezen in artikel 1 van het Besluit aanwijzing toezichthouders luchtvaart, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet, met betrekking tot arbeid verricht aan boord van een luchtvaartuig tijdens de vlucht en aan boord van een stilstaand luchtvaartuig, voor zover het betreft de arbeid van boordpersoneel in verband met de vlucht.
1 De ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat belast met toezicht zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet, met betrekking tot arbeid verricht in een voertuig op een openbare weg bestemd voor het vervoer van goederen of personen en voor welk vervoer op grond van de Wet goederenvervoer over de weg onderscheidenlijk de Wet personenvervoer 2000 een vergunning is vereist.
2 De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
a. de Arbeidsomstandighedenwet voorzover het betreft arbeid verricht in bedrijven of inrichtingen die rechtstreeks betrekking heeft op de arbeid, bedoeld in het eerste lid;
b. de Arbeidstijdenwet voor zover het betreft arbeid:
1°. in bedrijven of inrichtingen die rechtstreeks betrekking heeft op de arbeid, bedoeld in het eerste lid, of
2°. verricht in een voertuig op een openbare weg bestemd voor het vervoer van personen en voor welk vervoer op grond van de Wet personenvervoer 2000 een vergunning is vereist.
De ambtenaren van de Inspectie verkeer en Waterstaat, bedoeld in artikel 10, vierde lid van de Schepenwet, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet, met betrekking tot arbeid verricht in, respectievelijk op een zeeschip, met uitzondering van aanbouw, verbouwing, herstelling of sloping dan wel onderhouds- of reinigingswerkzaamheden en hiermee verband houdende andere werkzaamheden aan deze schepen, alsmede met uitzondering van laden en lossen, tenzij deze arbeid wordt verricht door een werknemer die behoort tot de bemanning van een zeeschip.
De ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat belast met toezicht, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van artikel 11 van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 3.2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, met betrekking tot arbeid verricht op of aan een spoor- of tramweg als bedoeld in artikel 1, sub b, van de Spoorwegwet en artikel 1, eerste lid, van de Wet van 9 juli 1900, houdende nadere regeling van den dienst en het gebruik van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd (Stb. 118).
1 De ambtenaren, bedoeld in artikel 3.1, worden voor de in dat artikel bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 9, eerste lid, 27, eerste lid, 28, eerste lid, 28a en 29, vierde lid;
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de artikelen 7.4a, zesde lid, en 7.20, negende lid, 7.27, eerste lid, en 7.29, tiende lid.
2 De inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat wordt voor de in artikel 3.1 bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
a. de Arbeidsomstandighedenwet: artikel 30, tweede lid;
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: artikel 4.47c, eerste lid.
1 De ambtenaren, bedoeld in artikel 3.2, worden voor de in dat artikel bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 27, eerste lid, 28, eerste lid, 28a en 29, vierde lid;
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de artikelen 7.4a, zesde lid, en 7.20, zevende lid.
2 De inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat wordt voor de in artikel 3.2, eerste lid, bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
1 De ambtenaren, bedoeld in artikel 3.3, worden voor de in dat artikel bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: 3.5h, vijfde lid, 7.4a, zesde lid, 7.20, zevende lid, 7.27, eerste lid, en 7.29, tiende lid.
2 De directeur-hoofdinspecteur van de Inspectie Verkeer en waterstaat, bedoeld in artikel 10 van de Schepenwet, wordt voor de in artikel 3.3 bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
De ambtenaren, bedoeld in artikel 3.3a, worden voor de in dat artikel geregelde aanwijzing aangewezen als ambtenaar, bedoeld in de artikelen 27, eerste lid, 28, eerste lid, en 28a van de Arbeidsomstandighedenwet.
De ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat belast met toezicht worden mede aangewezen als ambtenaren aan wie het toezicht op de naleving, bedoeld in artikel 8:1, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet, met betrekking tot arbeid als bedoeld in hoofdstuk 2 (wegvervoer), hoofdstuk 4 (luchtvaart), hoofdstuk 5 (binnenvaart), hoofdstuk 6 (zeevaart) en hoofdstuk 6A (zeevisserij) van het Arbeidstijdenbesluit vervoer wordt opgedragen.
1 De ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 3 van de Politiewet 1993, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen.
2 De ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Politiewet 1993, die werkzaam zijn bij de Dienst Waterpolitie van het Korps landelijke politiediensten of bij de Zeehavenpolitie van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet.
3 De ambtenaren van de politie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Politiewet 1993 zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidstijdenwet voor zover het betreft arbeid verricht in een voertuig op een openbare weg bestemd voor het vervoer van personen en voor welk vervoer op grond van de Wet personenvervoer 2000 een vergunning is vereist.
De ambtenaren, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, worden aangewezen als ambtenaar, bedoeld in:
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 9, eerste lid en 29, vierde lid
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de artikelen 7.4a, zesde lid, en 7.20, zevende lid, 7.27, eerste lid, en 7.29, tiende lid.
De ambtenaren, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Politiewet 1993, worden mede aangewezen als ambtenaren aan wie het toezicht op de naleving, bedoeld in artikel 8:1, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet, met betrekking tot arbeid als bedoeld in hoofdstuk 2 (wegvervoer), hoofdstuk 4 (luchtvaart) en hoofdstuk 5 (binnenvaart) van het Arbeidstijdenbesluit vervoer wordt opgedragen.
De ambtenaren van de Algemene Inspectie Dienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, belast met toezicht, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidstijdenwet met betrekking tot het wegvervoer, voor zover het betreft het vervoer van vee.
[Vervallen per 09-07-2006]
1 De inspectieambtenaren van het Staatstoezicht op de mijnen zijn mede belast met het toezicht op de naleving van de Warenwet en de daarop berustende bepalingen bij of in verband met:
a. verkenningsonderzoek, het opsporen of winnen van delfstoffen of aardwarmte dan wel het opslaan van stoffen als bedoeld in de Mijnbouwwet;
b. arbeid op, vanaf of ten behoeve van werken waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken nodig is, die zich in de territoriale zee of op het continentaal plat bevinden.
2 De inspectieambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen worden aangewezen als ambtenaren aan wie het toezicht op de naleving, bedoeld in artikel 8:1, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet, wordt opgedragen met betrekking tot:
a. arbeid op, vanaf of ten behoeve van een mijnbouwinstallatie of op een mijnbouwlocatie alsmede met betrekking tot arbeid die direct verband houdt met mijnbouwkundige activiteiten die niet plaatsvinden op, vanaf of ten behoeve van een mijnbouwinstallatie of op een mijnbouwlocatie;
b. arbeid op, vanaf of ten behoeve van werken waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken nodig is, die zich in de territoriale zee of de exclusieve economische zone bevinden.
3 De inspectieambtenaren van het Staatstoezicht op de mijnen zijn mede belast met het toezicht op de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet en de daarop berustende bepalingen met betrekking tot:
a. arbeid verricht bij of in verband met verkenningsonderzoek, het opsporen of winnen van delfstoffen of aardwarmte dan wel het opslaan van stoffen als bedoeld in de Mijnbouwwet;
1 De ambtenaren, bedoeld in artikel 7.1 tweede lid, worden met betrekking tot de in dat lid bedoelde arbeid, aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in de artikelen 4:1, vijfde lid, en 8:2, eerste en tweede lid, van de Arbeidstijdenwet.
2 De ambtenaren, bedoeld in artikel 7.1, derde lid, worden met betrekking tot de in dat lid bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de , artikelen 2.42c, eerste en tweede lid, 3.37b, eerste lid, 3.5h, vijfde lid, 4.8, vierde lid, 6.16, achtste lid, 6.17, eerste lid, 6.19, tweede lid, 6.20b, vierde lid, 7.4a, zesde lid, 7.20, zevende lid, 7.27, eerste lid, 7.29, tiende lid, en 9.5b, eerste lid.
c. de Arbeidsomstandighedenregeling: de artikelen 3.11, 3.12, eerste lid en 3.13, derde lid.
3 De Inspecteur-Generaal der Mijnen wordt voor de in artikel 7.1, derde lid, bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de artikelen 4.47c, eerste lid, en 9.5b, tweede lid.
De ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit, bedoeld in artikel 1 van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren Voedsel en Waren Autoriteit belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Drank- en Horecawet, Warenwet of Vleeskeuringswet gestelde voorschriften, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
a. de Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet, met betrekking tot arbeid verricht in een hotel, pension, conferentieoord, restaurant, cafetaria, lunchroom, ijssalon, café, bar-dancing, discotheek, nachtclub, seizoen-horecabedrijf, tearoom, koffiehuis, sociëteit, buffet in een bioscoop, theater of trein, buffet in een buurt- of clubhuis dan wel een daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, al dan niet alcoholische dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt;
b. de Arbeidsomstandighedenwet, met betrekking tot arbeid verricht in verband met het in bedrijf nemen en houden van een waterinstallatie die water in äerosolvorm in de lucht kan brengen, niet zijnde een collectieve watervoorziening, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, of collectief leidingnet, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van de Waterleidingwet.
De ambtenaren, bedoeld in artikel 8.1, worden met betrekking tot de in dat artikel bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 27, eerste lid, 28, eerste en tweede lid, 28a, 29, vierde lid, en 36, eerste lid;
b. de Arbeidstijdenwet: de artikelen 4:1, vijfde lid, 8:2 en 10.3, eerste lid.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage , 28 september 2000
Minister
W.A. Vermeend.
T. Netelenbos.
A. Jorritsma-Lebbink
E. Borst-Eilers
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.