II
|
VOOR VERNIETIGING IN AANMERKING KOMENDE STUKKEN
|
|
|
1.
|
ARCHIEFBESCHEIDEN DIE OP GROND VAN ALLE TAKEN GEVORMD KUNNEN WORDEN
|
|
|
N.B.
|
Bij de beslissing tot bewaren of vernietigen moet steeds hoofdstuk I par. 6 in acht
worden genomen.
|
|
|
a.
|
De inhoud komt in zijn geheel of in essentie ook elders voor, alwaar bewaring is voorzien
|
|
|
1.
|
Stukken voorkomend in archieven, anders dan het archief beheerd door de griffier,
waarvan de tekst, maar niet het ontwikkelingsstadium gelijk is aan stukken, die in
het archief beheerd door de griffier voorkomen en aldaar voor langduriger bewaring
in aanmerking komen, met uitzondering van:
|
3 jaar
|
Om het gebruik van deze lijst te vergemakkelijken zijn sommige categorieën die onder
deze omschrijving vallen hieronder nogmaals opgenomen.
|
|
a.
|
Stukken die een samenvatting geven van organisatie en functioneren van het desbetreffende
dienstonderdeel of commissie
|
Blijvend bewaren
|
|
|
b.
|
stukken betreffende aangelegenheid, die in hoofdzaak door het desbetreffende dienstonderdeel
anders dan de griffie worden behandeld
|
Blijvend bewaren
|
|
|
c.
|
stukken die in verband met blijvend of langdurig te bewaren stukken niet gemist kunnen
worden
|
Blijvend bewaren, dan wel even lang als langdurig te bewaren stukken
|
|
|
d.
|
stukken die in de rest van deze lijst apart als uitzonderingen zijn vermeld
|
Zie aldaar
|
|
2.
|
Stukken verband houdende met de ambtsinstructie van de commissaris van de Koning voorkomende
in archieven anders dan die van de commissaris
|
3 jaar
|
|
3.
|
Stukken betreffende/voortvloeiende uit deelneming in respectievelijk advisering aan
besturen, commissies en andere organen waarvan het secretariaat en het archief elders
worden beheerd,
|
3 jaar
|
Zie ook punt 25 en hoofdstuk I, par. 6
|
|
uitgezonderd stukken betreffende de deelneming in ruilverkavelingscommissies
|
Zie punt 83
|
|
4.
|
Geparafeerde of vastgestelde concepten (minuten), indien een afschrift van de voor
langere bewaring in aanmerking komende expeditie wordt bewaard, voor zover de tekst
van de expeditie geen om inhoudelijke of procedurele redenen belangrijke wijzigingen
van de oorspronkelijke tekst bevat
|
1 jaar
|
|
5.
|
Concepten voor verwerking tot niet-schriftelijke registratie van gegevens
|
Na controle van de niet schriftelijke registratie
|
|
6.
|
Cumulatieve uitdraai van gegevens, op niet-schriftelijke wijze opgeslagen
|
Na vervanging door de volgende uitdraai
|
|
7.
|
Opgaven:
|
|
|
|
a.
|
van derden van gegevens, die in het archief op te nemen zijn
|
1 jaar
|
Bijvoorbeeld adreswijzigingen, korte mededelingen
|
|
b.
|
aan derden van gegevens, die in het archief opgenomen zijn
|
1 jaar
|
|
b.
|
De inhoud heeft slechts voor korte tijd informatieve waarde, dan wel een regelgevend
of anderszins juridisch karakter van kortstondige geldigheid
|
|
|
8.
|
Stukken, slechts opgemaakt ten behoeve van de samenstelling van verslagen, adviezen,
rapporten, plannen en begrotingen, voor zover de gegevens daarin zijn opgenomen, daarbij
inbegrepen primair statistisch materiaal waarvan herhaald gebruik niet te verwachten
is
|
1 jaar na vaststelling van het samenvattende stuk
|
|
9.
|
Stukken opgemaakt ten behoeve van de routinematige coördinatie van werkzaamheden,
met inbegrip van notulen en verslagen
|
1 jaar
|
Bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg en andere min of meer vrijblijvende overlegsituaties
|
|
uitgezonderd stukken op directieniveau
|
Blijvend bewaren
|
|
10.
|
Stukken betreffende het routinematig postverkeer, zoals geleidebrieven en rappelbrieven,
toezending van afschriften en drukwerken, alsmede de gegevens over de kosten daarvan
|
1 jaar
|
|
11.
|
Stukken betreffende ingetrokken bezwaar- en beroepschriften en overige zaken van incidenteel
belang, die geen doorgang hebben gevonden
|
3 jaar
|
|
12.
|
Stukken betreffende het verstrekken van eenvoudige inlichtingen
|
1 jaar
|
|
13.
|
Stukken betreffende officiële representatie bij feestelijkheden, ontvangsten en lidmaatschappen
van erecomités e.d.,
|
1 jaar
|
Stukken betreffende niet-officiële bezoeken (bijvoorbeeld doortocht naar Schiphol)
zijn wel vernietigbaar
|
|
uitgezonderd die betreffende officiële of ambtshalve bezoeken van leden van het Koninklijk
Huis en indien beleidsaspecten een rol kunnen spelen
|
Blijvend bewaren
|
|
14.
|
Stukken betreffende samenstelling van besturen, commissies en andere organen,
|
1 jaar
|
|
|
uitgezonderd benoemingsbesluiten
|
1 jaar na beëindiging van het lidmaatschap
|
|
15.
|
Presentielijsten van vergaderingen van commissies, werkgroepen enz.,
|
1 jaar
|
|
|
uitgezonderd die van provinciale en gedeputeerde staten
|
Zie punt 59
|
|
16.
|
Stukken betreffende aankondiging van vergaderingen, vaststelling van vergaderdata
en reservering van vergaderruimten
|
1 jaar
|
|
17.
|
Stukken betreffende het houden van rondleidingen en het verlenen van (gratis) toegang
tot gebouwen in gebruik bij de provincie,
|
1 jaar
|
Betreft musea en kantoorgebouwen
|
|
indien tegen betaling
|
Zie punt 44
|
|
18.
|
Circulaires, aanschrijvingen en dergelijke afkomstig van de rijksorganen:
|
|
|
|
a.
|
waarvan de inhoud op de provincie van toepassing is
|
1 jaar na vervallen
|
|
|
b.
|
waarvan de inhoud op de organen onder toezicht van de provincie van toepassing is,
voor zover deze tot activiteit van de provincie hebben geleid dan wel kunnen leiden
|
1 jaar na vervallen
|
|
|
c.
|
idem als b., echter voor zover deze niet tot activiteit van de provincie hebben geleid
of kunnen leiden en geen deel uitmaken van een bestaande zaak
|
3 jaar
|
|
19.
|
Overige conclusies en ter kennisneming ingekomen stukken die geen aanleiding hebben
gegeven tot activiteit en die geen deel uitmaken van een bestaande zaak
|
1 jaar, dan wel 1 jaar na vervallen van het belang
|
Hieronder ook verordeningen van organen onder toezicht van de provincie, al dan niet
op grond van een wettelijk voorschrift meegedeeld. Zie ook punt 89.
|
20.
|
Prijscouranten en aanbiedingen, waarvan geen gebruik wordt gemaakt
|
Na afhandeling
|
|
21.
|
Inschrijvingsbiljetten van aanbestedingen en leveringen, inlichtingen omtrent inschrijvers
aan wie het werk/de levering niet is gegund
|
Na voltooiing dan wel levering
|
|
22.
|
Stukken betreffende klachten, tenzij de behandeling van de klachten de tot dan toe
gevolgde beleidslijn heeft gewijzigd en voor zover zij geen deel uitmaken van een
te bewaren zaak
|
3 jaar
|
|
23.
|
Stukken betreffende zaken waarbij de provincie en haar functionarissen niet rechtstreeks
betrokken zijn, maar waarbij hun bemiddeling wordt ingeroepen of hun advies wordt
gevraagd
|
3 jaar
|
Bijvoorbeeld benoeming notarissen en leden van de rechterlijke macht
|
c.
|
De stukken hebben voor een afzienbare periode bewijskracht
|
|
|
24.
|
Ontvangstbewijzen, zoals reçu's voor aangetekende zendingen
|
3 jaar
|
|
25.
|
Stukken betreffende de met medewerking van de provinciale overheid ingestelde en/of
in stand gehouden instellingen, externe fondsen, commissies, raden e.d., alsmede organen
van gemeenschappelijke regelingen waarvan de provincie deel uitmaakt, uitgezonderd:
|
5 jaar
|
Zie ook punt 3
|
|
a.
|
de stukken inzake de organisatie, regelingen en voorschriften
|
Blijvend bewaren
|
Indien het gaat om privaatrechtelijke rechtspersonen, moeten bij de vernietingstermijnen
de artikelen 10 en 24 van het tweede boek en 17 van het derde boek van het Burgerlijk
Wetboek mede in acht worden genomen.
|
|
b.
|
indien de provincie het secretariaat dan wel de administratie van dergelijke instellingen
voert
|
Zie punt 1
|
|
N.B.
|
Indien de provincie het secretariaat van een gemeenschappelijke regeling niet voert,
is het orgaan van de gemeenschappelijke regeling zelf het bewaarniveau (zie hoofdstuk
I, par. 7) en is dit punt niet van toepassing.
|
|
26.
|
Stukken betreffende de bemoeienis met het personeel van de instellingen bedoeld onder
punt 25
|
5 jaar
|
|
|
uitgezonderd indien zij rechtspositioneel bij de provincie zijn ondergebracht
|
Zie punt 61
|
|
27.
|
Stukken betreffende organen, ingesteld op grond van de wet gemeenschappelijke regelingen,
waarin de provincie niet deelneemt, uitgezonderd:
|
5 jaar
|
|
|
a.
|
regelingen en verordeningen
|
3 jaar na vervallen dan wel 3 jaar na financiële afwikkeling
|
|
|
b.
|
stukken betreffende financiële aangelegenheden
|
Zie punt 90
|
|
|
c.
|
stukken betreffende coördinatie van gemeenschappelijke regelingen
|
Blijvend bewaren
|
Bijvoorbeeld indeling samenwerkingsgebieden
|
28.
|
Stukken betreffende besluiten van lagere organen, tegen welke bij gedeputeerde staten
of de commissaris van de Koning administratief beroep wordt aangetekend, alsmede betreffende
voorlopige voorzieningen daarbij, uitgezonderd:
|
5 jaar na eindbeslissing
|
Aangeraden wordt voor typen zaken die weinig voorkomen een langere termijn aan te
houden.
|
|
a.
|
precedentvormende gevallen
|
Blijvend bewaren
|
|
|
b.
|
de stukken bedoeld onder punt 83
|
Zie punt 83
|
|
|
c.
|
stukken betreffende ingetrokken beroepszaken
|
Zie punt 11
|
|
29.
|
Stukken betreffende de ambtshalve bemiddeling door de provincie in geschillen van
niet-principiële aard tussen derden
|
5 jaar na eindbeslissing
|
|
30.
|
Stukken betreffende verzoeken om door het provinciaal bestuur te verlenen vergunning
of ontheffing, die ten onrechte zijn aangevraagd, die niet in behandeling zijn genomen,
of die, voordat een beslissing is genomen, worden ingetrokken
|
3 jaar
|
Zie ook punt 11
|
31.
|
Stukken betreffende door of aan het provinciaal bestuur te verlenen of verleende vergunningen,
ontheffingen en vrijstellingen, alsmede het niet verlenen ervan, uitgezonderd stukken
betreffende:
|
3 jaar na afloop van de geldigheid of 3 jaar na eindbeslissing
|
Zie ook punt 1
|
|
a.
|
vergunningen tot ontgronding, vervening, ontginning, onttrekking van water aan de
bodem en andere vergunningen voor zover zij ingrijpende, blijvende gevolgen hebben
|
Blijvend bewaren
|
|
|
b.
|
vergunningen op grond van wettelijke voorschriften op het gebied van water-, bodem-
en luchtverontreiniging,
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
met dien verstande dat vergunningen voor aangelegenheden zonder blijvende gevolgen
wel vernietigd mogen worden
|
Na afloop van de geldigheid of 3 jaar na eindbeslissing
|
Wel vernietigd mogen worden bijvoorbeeld vergunningen voor vervoer van radioactieve
stoffen, voor brandmelders voorzien van radioactieve isotopen en dergelijke
|
|
c.
|
vergunningen vermeld onder de nummers 43, 70, 88 en 89
|
Zie punten 43, 70, 88 en 89
|
|
|
d.
|
samenvattende stukken en precedentvormende gevallen
|
Blijvend bewaren
|
|
32.
|
Stukken betreffende de periodieke verlenging van de termijn van geldigheid van vergunningen
en ontheffingen,
|
1 jaar na afloop van de geldigheid
|
|
|
uitgezonderd het laatstgenomen besluit tot verlenging
|
Zie punt 31
|
|
33.
|
Stukken betreffende de controle op de naleving van de voorwaarden van vergunningen,
|
1 jaar na afwikkeling
|
|
|
tenzij ten gevolge van de uitoefening van de controle wijziging of intrekking van
de vergunning heeft plaatsgevonden,
|
Zie punt 31
|
|
|
uitgezonderd het laatste controleverslag
|
Zie punt 31
|
|
34.
|
Stukken betreffende verzekeringsovereenkomsten
|
1 jaar na vervallen van het belang
|
|
|
uitgezonderd polissen, die objecten van kunst of wetenschap betreffen
|
Blijvend bewaren
|
De uitzondering is met name voor provinciale musea van belang
|
|
en overige polissen
|
5 jaar na vervallen
|
35.
|
Stukken betreffende schadeclaims, zowel ten laste als ten gunste van de provincie
|
5 jaar afwikkeling
|
|
36.
|
Stukken betreffende de beschikbaarstelling van gelden of kredieten op grond van door
het bevoegd gezag gemaakte regelingen of uit daartoe beschikbare fondsen
|
5 jaar mits 1 jaar na goedkeuring rekening
|
Het betreft bijvoorbeeld studiefondsen, uitvoering van subsidie- en schaderegelingen
|
|
uitgezonderd samenvattende stukken en precedentvormende gevallen
|
Blijvend bewaren
|
37.
|
Stukken betreffende de beschikbaarstelling van gelden of kredieten in incidentele
gevallen van niet-principiële aard, bij toekenning
|
5 jaar mits 1 jaar na goedkeuring rekening
|
|
|
bij niet-toekenning
|
3 jaar
|
Vergelijk punt 11
|
2.
|
ARCHIEFBESCHEIDEN, DIE SLECHTS OP GROND VAN EEN BEPAALDE TAAK WORDEN GEVORMD
|
|
|
2.1
|
-3.07 ORGANISME VAN DE PROVINCIE
|
|
|
N.B.
|
Bij de beslissing tot bewaren of vernietigen moet steeds hoofdstuk I par. 6 in acht
worden genomen
|
|
|
a.
|
Eigendommen, financiën en hulpmiddelen
|
|
|
38.
|
Stukken betreffende de aankoop, de verkoop, de ruiling van gronden en opstallen of
de vestiging van een zakelijk recht op gronden
|
30 jaar
|
|
|
a.
|
overeenkomsten en afstandsverklaringen
|
Blijvend bewaren
|
|
|
b.
|
besluiten met bijlagen
|
Blijvend bewaren
|
|
|
c.
|
bezwaarschriften
|
Blijvend bewaren
|
|
|
d.
|
onteigeningsbescheiden
|
Blijvend bewaren
|
|
39.
|
Stukken betreffende stichting, aanleg, verbetering, restauratie, wijziging en regeling
van de bestemming van en bijkomende voorzieningen aan gebouwen, terreinen, installaties,
apparatuur en machines, alsmede gegevens omtrent details,
|
10 jaar
|
Zie voor kleinere voorzieningen punt 21 en 49
|
|
uitgezonderd beleidsbepalende bescheiden, zoals bestekken met bijbehorende tekeningen,
akten van aanbesteding, staten van meer en minderwerk
|
Blijvend bewaren
|
|
40.
|
Stukken betreffende vergoedingen bij verkrijging van eigendommen wegens reeds betaalde
belasting of belastingschade
|
10 jaar
|
|
|
andere vergoedingen zoals: huurdersvergoeding, rentevergoeding, vergoeding verhuiskosten
|
5 jaar
|
|
41.
|
Stukken betreffende eigendomstransacties welke geen doorgang hebben gevonden
|
3 jaar na beslissing
|
|
|
uitgezonderd aanbieding van kunst- en museumobjecten
|
10 jaar na beslissing
|
|
42.
|
Stukken betreffende het in gebruik geven, nemen, (ver)huren of (ver)pachten van eigendommen
|
5 jaar na afloop van het contract
|
Wanneer met een huurder of pachter na afloop een nieuw contract wordt aangegaan, is
het verstandig het voorgaande contract, alsmede andere stukken, die bij de totstandkoming
ervan hebben gediend, te bewaren tot na afloop van het laatste contract. De pachtovereenkomst,
welke geldt voor een duur van ten minste twaalf jaren voor los land, wordt telkens
van rechtswege met zes jaren verlengd (artikel 36, lid 1 van de Pachtwet).
|
|
uitgezonderd indien de in punt 38 bedoelde stukken verloren zijn gegaan en de hier
bedoelde stukken kunnen strekken tot vervanging daarvan
|
Zie onder punt 38
|
|
en uitgezonderd bruikleen van kunst- en museumobjecten bij niet doorgaan
|
10 jaar
|
|
indien wel bruikleen heeft plaatsgehad
|
Blijvend bewaren
|
43.
|
Stukken betreffende het verlenen of weigeren van toestemming tot het maken van fotografische
of andere bewegende of niet-bewegende afbeeldingen van objecten van cultuur en wetenschap
en tot het gebruik van afbeeldingen en teksten voor publicaties ongeacht de aard van
die publicaties
|
10 jaar
|
Deze termijnen zijn langer dan die in punt 31, omdat de publicaties tot lang na de
al dan niet verleende toestemming kunnen plaatsvinden.
|
|
uitgezonderd indien het copyright en/of het auteursrecht bij de provincie berust
|
Blijvend bewaren
|
Voor veel provinciale publicaties is overigens geen toestemming tot overname nodig.
|
44.
|
Stukken betreffende de financiële administratie uitgezonderd:
|
5 jaar, mtis 1 jaar na goedkeuring rekening
|
|
|
a.
|
stukken betreffende door de provincie als ondernemer aan de rijksoverheid verschuldigde
belasting
|
7 jaar
|
Deze kunnen deel uitmaken van de bijlagen tot de rekening, vergelijk punt 62
|
|
b.
|
de begroting, alsmede begrotingswijzigingen en de daar overgelegde staten, overzichten
en toelichtingen
|
Blijvend bewaren
|
|
|
c.
|
de rekening en de daarbij overgelegde staten, overzichten en toelichtingen
|
Blijvend bewaren
|
|
|
d.
|
de grootboeken van inkomsten en uitgaven, mits zij niet uitsluitend gegevens in cijfers
bevatten
|
Blijvend bewaren
|
Van belang voor provinciale musea en kunstvoorwerpen in de kantoorgebouwen
|
|
e.
|
financiële bewijsstukken van aanschaf van kunst- en museumobjecten voor zover deze
niet elders in het archief worden aangetroffen
|
Blijvend bewaren
|
|
|
f.
|
de in dit hoofdstuk afzonderlijk vermelde categorieën
|
Zie aldaar
|
|
45.
|
Overige stukken betreffende overige door de provincie verschuldigde belastingen
|
5 jaar, mits 1 jaar na goedkeuring rekening
|
|
46.
|
Stukken betreffende betaling voor goederen en diensten, geleverd of verleend door
de provincie, voor zover geen deel uitmakend van de bijlagen tot de rekening
|
1 jaar
|
|
47.
|
Stukken betreffende het leveren of verlenen door de provincie van goederen en diensten
van routinematig karakter,
|
1 jaar
|
|
|
uitgezonderd financiële stukken
|
Zie de punten 44 en 46
|
|
48.
|
Stukken betreffende het afstoten van overtollig materiaal
|
1 jaar
|
Bijvoorbeeld afgeschreven kantoormeubilair
|
49.
|
Stukken betreffende goederen en diensten, geleverd of verleend aan de provincie, voor
zover geen deel uitmakend van de bijlagen tot de rekening
|
1 jaar na goedkeuring van de rekening, mits de garantietermijn is verstreken, dan
wel eventuele voorwaarden zijn vervallen
|
Bijvoorbeeld onkostenvergoedingen en dergelijke; abonnementen, gebruiksartikelen,
voorzieningen aan gebouwen van niet-ingrijpende aard, verlichting van provinciale
wegen, bewegwijzering; zie ook punt 73
|
50.
|
Stukken betreffende controle van comptabele functionarissen
|
5 jaar, mits 1 jaar na goedkeuring van de rekening
|
|
51.
|
Stukken betreffende belegging van gelden of in bewaring geven van geld en geldswaardige
papieren
|
1 jaar na beëindiging
|
|
52.
|
Stukken betreffende kasgeldleningen
|
5 jaar na aflossing
|
|
53.
|
Stukken betreffende vaste geldleningen
|
|
|
|
a.
|
betaling van rente en aflossingen
|
5 jaar
|
|
|
b.
|
overeenkomsten
|
5 jaar na aflossing
|
|
54.
|
Stukken betreffende waarborgen van renten en aflossingen van geldleningen
|
5 jaar na vervallen
|
Ten aanzien van bijvoorbeeld gesubsidieerde instellingen kunnen beleidsaspecten aan
de orde zijn
|
55.
|
Stukken betreffende rekening-, dag- en kasgeldovereenkomsten met postcheque- en girodienst
en bankinstellingen
|
5 jaar, mits 1 jaar na goedkeuring van de rekening
|
|
|
uitgezonderd de overeenkomsten
|
1 jaar na beëindiging
|
|
56.
|
Stukken betreffende gebruiks- en verbruiksadministratie
|
1 jaar, mits de controles hebben plaatsgevonden
|
|
57.
|
Stukken betreffende registratie van ingekomen, interne en uitgaande post, daaronder
begrepen drukwerken, om advies verzonden stukken, voortgangs- en afdoeningscontrole
enz.
|
1 jaar
|
|
|
uitgezonderd de agenda (inschrijfregister) of de daarvoor in de plaats tredende registratievorm
|
Na definitieve inventarisatie van het statisch geworden archief
|
Zolang de agenda als neveningang op het archief dienst kan doen, moet zij derhalve
worden bewaard
|
b.
|
Organen, verkiezingen
|
|
|
58.
|
Stukken betreffende verkiezingen van leden van de provinciale staten uitgezonderd:
|
1 jaar na afloop van de zittingsperiode
|
De Kieswet stelt slechts vernietiging processen-verbaal van de stembureaus facultatief
(Artikel M 7, tweede lid, na wetswijziging per 1 november 1989, 0 5, tweede lid),
dus niet die van de hoofdstembureaus. Ook bij de gemeenten, die de organisatie van
de verkiezingen als taak hebben worden deze bewaard, zodat zij op grond van punt 89
vernietigd zouden mogen worden; hier wordt echter in bewaring voorzien omdat het de
organisatie van het provinciaal bestuur betreft
|
|
a.
|
uittreksel uit het geboorteregister en lijst van maatschappelijke functies uit de
geloofsbrieven van leden van de provinciale staten
|
Blijvend bewaren
|
|
b.
|
overige stukken uit de geloofsbrieven
|
1 jaar na beëeindiging van lidmaatschap van de staten
|
|
c.
|
processen-verbaal van het Centraal stembureau voor de verkiezingen van de provinciale
staten
|
Blijvend bewaren
|
59.
|
Presentielijsten van vergaderingen van provinciale en gedeputeerde staten
|
1 jaar na afloop van de zittingsperiode
|
|
2.2
|
-3.08 PERSONEEL
|
|
|
N.B.
|
Bij de beslissing tot bewaren of vernietigen moet steeds hoofdstuk I par. 6 in acht
worden genomen.
|
|
|
60.
|
Stukken betreffende tijdelijk personeel, aan wie geen pensioenrechten toekomen
|
1 jaar na vertrek uit dienst
|
|
61.
|
Stukken betreffende de rechtspositie, de functievervulling en het gedrag van andere
individuele personeelsleden en hun gezinsleden (vgl. punt 66) uitgezonderd:
|
10 jaar na vertrek uit dienst, dan wel 5 jaar na pensionering, dan wel 5 jaar na overlijden
|
Hieronder te begrijpen zowel de in de zogenaamde personeelsdossiers als elders opgenomen
stukken (bijvoorbeeld aanmeldingsformulier IZR. Het bedoelde bericht was aangekondigd
per 1 januari 1998 maar sindsdien is door het ABP opnieuw om uitstel gevraagd.
|
|
a.
|
stukken betreffende de rechtspositie van individuele personeelsleden, voor zover zij
kunnen dienen bij de vaststelling van pensioenrechten, tot nader bericht van het Algemeen
Burgerlijk Pensioenfonds (daarna vervalt deze uitzondering)
|
5 jaar na pensionering dan wel 5 jaar na overlijden
|
|
b.
|
stukken betreffende ambtenaren, die door provinciale staten zijn benoemd, diensthoofden
en overige ambtenaren, die een bijzondere of belangrijke invloed hebben gehad op het
beleid, dan wel anderszins op enig gebied van bijzondere betekening zijn geweest,
voor zover deze stukken daadwerkelijk licht werpen op die invloed en/of betekenis
van de individuele ambtenaar
|
Blijvend bewaren
|
62.
|
Salarisadministratie
|
7 jaar
|
Hierbij inbegrepen de gegevens over in te houden belasting; vgl. punt 44, sub a
|
|
met uitzondering van samenvattende gegevens over langere perioden
|
Blijvend bewaren
|
63.
|
Stukken betreffende congressen, lezingen, studiereizen, excursies, oefeningen en opleidingen
|
1 jaar na afloop
|
|
64.
|
Rapporten van psychologische onderzoeken
|
1 jaar
|
|
65.
|
Sollicitatiestukken van niet-benoemden
|
Na indiensttreding van de wel-benoemde
|
|
66.
|
Overige stukken van en betreffende individuele personeelsleden en hun gezinsleden,
voor zover deze financiële gevolgen hebben gehad
|
5 jaar na vervallen
|
Bijvoorbeeld onkostenvergoedingen, buitengewoon verlof.
|
|
voorzover deze geen financiële gevolgen hebben gehad
|
1 jaar
|
Bijvoorbeeld gewoon verlof, gelukwensen. Grote delen vallen onder de algemene categorieën;
alleen samenvattingen in het jaarverslag enz. blijven bewaard
|
2.3
|
TAKEN VAN DE ORGANEN, BELANGENBEHARTIGING
|
|
|
N.B.
|
Bij de beslissing tot bewaren of vernietigen moet steeds hoofdstuk I par. 6 in acht
worden genomen.
|
|
|
-1.71
|
Belastingen
|
|
|
67.
|
Stukken betreffende inning en invordering van provinciale belastingen met inbegrip
van de kohieren
|
5 jaar dan wel 5 jaar na eindbeslissing
|
|
68.
|
Stukken betreffende niet-provinciale belastingen
|
1 jaar
|
|
|
uitgezonderd regelingen voor gemeentelijke en waterschapsbelastingen
|
Zie punt 50
|
|
-1.73
|
Ruimtelijke ordening
|
|
|
69.
|
Stukken betreffende ruimtelijke ordening betrekking hebbende op aangrenzende gebieden,
zowel in andere provincies als in het buitenland
|
3 jaar na vervallen
|
Zie voor aangelegenheden binnen de eigen provincie punt 89 en nabij de rijksgrens
punt 88
|
70.
|
Stukken betreffende vergunningen voor het bewonen van woonwagens, met inbegrip van
stukken betreffende geweigerde vergunningen
|
110 jaar na geboortedatum van de aanvrager
|
De vergunningen zijn persoonsgebonden; zie voor stukken betreffende vergunningen voor
het bewonen van woonschepen punt 30
|
-1.75
|
Openbare orde
|
|
|
71.
|
Stukken betreffende strandingen, aangespoelde en geborgen strandgoederen, alsmede
verkoop of afgifte daarvan
|
5 jaar
|
De commissaris van de Koning bemiddelt ten aanzien van consuls van buitenlandse mogendheden
|
-1.78
|
Openbare veiligheid
|
|
|
72.
|
Stukken betreffende vervoer van gevaarlijke stoffen, voor zover niet vallende onder
punt 31
|
3 jaar
|
|
-1.79, 1.81
|
Waterstaat, verkeer en vervoer
|
|
|
N.B.
|
Zie ook punt 89
|
|
|
73.
|
Stukken betreffende onderhoud, controle van en (her)schouw over werken, wegen, paden,
installaties, waterkeringen, waterovergangen, watergangen en gebouwen al of niet in
beheer van de provincie
|
5 jaar, mits 1 jaar na goedkeuring rekening
|
Zie ook punt 49
|
74.
|
Stukken betreffende door de provincie ondernomen stichting, aanleg, verbetering, restauratie,
wijziging en regeling van de bestemming van en bijkomende voorzieningen aan werken,
wegen, paden, installaties, apparatuur en machines, waterkeringen, waterovergangen
en watergangen, alsmede gegevens omtrent details,
|
10 jaar
|
Zie voor kleinere voorzieningen punt 49
|
|
uitgezonderd beleidsbepalende bescheiden, zoals bestekken met bijbehorende tekeningen,
akten van aanbesteding, staten van meer- en minderwerk
|
Blijvend bewaren
|
|
75.
|
Scheepsjournalen van provinciale vaartuigen
|
5 jaar
|
|
76.
|
Stukken betreffende de regeling en de uitvoering van de dijkbewaking
|
3 jaar dan wel 3 jaar na vervallen
|
|
77.
|
Stukken betreffende de uitvoering van de Wet Uitkeringen Wegen
|
5 jaar, mits 1 jaar na goedkeuring rekening
|
|
78.
|
Stukken betreffende verkeersmaatregelen voor onbepaalde tijd, daarbij inbegrepen het
aanbrengen van borden en markeringen
|
3 jaar na vervallen
|
|
79.
|
Stukken betreffende tijdelijke verkeersmaatregelen
|
1 jaar na vervallen
|
|
80.
|
Stukken betreffende dienstregelingen en tarieven van openbare middelen van vervoer
alsmede verzekering van passagiers
|
3 jaar
|
|
81.
|
Stukken betreffende opruiming van gezonken vaartuigen in vaarwegen
|
5 jaar na volledige opruiming
|
|
82.
|
Stukken betreffende tijdelijke stremming van vaarwegen
|
1 jaar na opheffing stremming
|
|
-1.82
|
Economische aangelegenheden
|
|
|
83.
|
Stukken betreffende dan wel voortvloeiende uit deelneming in ruilverkavelings- en
landinrichtingscommissies
|
5 jaar na uitvoering
|
|
|
uitgezonderd: plan van wegen, waterlopen en kaden met de daartoe behorende kunstwerken,
landschapsplan en het besluit betreffende eigendom, beheer en onderhoud van de openbare
wegen, waterlopen, kaden en kunstwerken (ex de Ruilverkavelingswet 1954) en het landinrichtingsplan
of landinrichtingsprogramma en het begrenzingenplan (ex de Landinrichtingswet 1985)
|
Blijvend bewaren
|
|
84.
|
Stukken betreffende toekenning van premie ingevolge investeringspremieregelingen
|
10 jaar na laatste uitbetaling
|
Ter verklaring van de langere termijn is aangehaald de RSV-enquête
|
85.
|
Stukken betreffende incidentele wijzigingen van markten
|
3 jaar
|
|
86.
|
Stukken betreffende markten in andere provincies
|
3 jaar
|
|
-1.84
|
Maatschappelijke zorg
|
|
|
87.
|
Psychiatrische patiëntendossiers
|
110 jaar na geboortedatum
|
Deze termijn is gebaseerd op relevante wetgeving betreffende de gezondheidszorg; zie
ook Hoofdstuk I par. 4 en 5
|
|
uitgezonderd een statistisch valide steekproef van 10%
|
Blijvend bewaren
|
-1.88
|
Buitenlandse betrekkingen
|
|
|
88.
|
Stukken betreffende vergunningen tot het bouwen nabij de rijksgrens
|
15 jaar
|
|
2.4
|
-3.07.83:-2/2.91 LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN
|
|
|
N.B.
|
Bij de beslissing tot bewaren of vernietigen moet steeds hoofdstuk I par. 6 in acht
worden genomen. Zie ook de punten 25 tot en met 29
|
|
|
89.
|
Stukken betreffende de aan formele of materiële goedkeuring door de provincie onderworpen
verordeningen, plannen en besluiten,
|
5 jaar mits 3 jaar na vervallen
|
Bijvoorbeeld: goedkeuring bestemmingsplannen 3 jaar na vervallen.
|
|
uitgezonderd financiële aangelegenheden en vergunningen voor waterstaatszaken, verleend
door lagere organen
|
Zie punt 90
|
|
|
5 jaar
|
|
90.
|
Stukken betreffende het financieel toezicht op lagere publiekrechtelijke organen,
alsmede de verhouding tussen het rijk en de lagere publiekrechtelijke organen, uitgezonderd:
|
5 jaar
|
|
|
a.
|
stukken betreffende de rekening van gemeenten van vóór 1924
|
Blijvend bewaren
|
Deze worden bewaard vanwege de onderlinge vergelijkbaarheid, die met de gewijzigde
rekeningvoorschriften vanaf 1924 verloren is gegaan.
|
|
b.
|
stukken betreffende de rekening van waterschappen van vóór herindeling, waarbij grote
waterschappen zijn opgericht
|
Blijvend bewaren 5 jaar na eindbeslissing
|
Deze worden bewaard,omdat gebleken is dat de zorgvuldige bewaring bij zeer kleine
waterschappen niet steeds heeft plaatsgevonden
|
|
c.
|
stukken betreffende begroting, begrotingswijzigingen en overige stukken betreffende
de rekening
|
|
|
|
d.
|
stukken betreffende aan- en verkoop, onteigening en schenking, erfpacht en vestiging
van andere zakelijke rechten met betrekking tot onroerende eigendommen, alsmede schenking
van roerende goederen
|
10 jaar na goedkeuring of onthouding daarvan
|
Met ingang van 1 februari 1990 behoeven deze besluiten geen goedkeuring meer
|
|
e.
|
stukken betreffende geldleningen, geldbeleggingen en garantiestelling
|
5 jaar na goedkeuring of onthouding daarvan
|
|
|
f.
|
stukken betreffende overeenkomsten met projectontwikkelaars
|
3 jaar na vervallen
|
|
|
g.
|
stukken betreffende gemeentelijke en waterschaps belastingen,
|
5 jaar na vervallen
|
Classificatie van gronden in verband met waterschapslasten blijvend bewaren. Deze
vaststelling geschiedde tot ca. 1985 wel door gedeputeerde staten
|
|
|
voor zover deze belastingen door het provinciaal bestuur zijn vastgesteld
|
Blijvend bewaren
|
91.
|
Stukken betreffende bestuursleden van waterschappen enz.
|
1 jaar na afloop van de zittingsperiode
|
|
|
uitgezonderd door de Kroon dan wel gedeputeerde staten benoemde bestuursleden
|
Zie punt 92
|
|
92.
|
Stukken betreffende de rechtspositie van door de Kroon dan wel gedeputeerde staten
benoemde bestuursleden voor zover deze financiële gevolgen hebben gehad
|
5 jaar na vervallen
|
Beleidsstukken betreffende deze categorie blijven bewaard
|
|
voor zover deze geen financiële gevolgen hebben gehad
|
1 jaar
|
|
93.
|
Stukken betreffende bemoeienis met personeelsleden van waterschappen
|
5 jaar
|
|