2 Wanneer de sluiting gedurende het kalenderjaar plaatsvindt worden de inkomsten van
dit jaardeel tezamen met het hieraan voorafgaande jaar vergeleken met het referentie-inkomen
voor dezelfde periode bij de beoordeling van de compensatie. Geen compensatie wordt
verleend voor de periode die ligt voor de datum waarop de minister zijn voornemen
tot sluiting kenbaar heeft gemaakt conform artikel 18a, tweede lid, van de Wet.
Voorbeeld:
Uitgangspunt vormt dat de periode, waarover compensatie gegeven kan worden tussen
12 en 23 maanden ligt: de periode van 1 januari tot datum sluiting (X maanden) plus
het hieraan voorafgaande jaar.
De in deze periode verworven praktijkinkomsten worden vergeleken met het referentie-inkomen.
Compensatie wordt eerst verleend bij een teruggang van meer dan 10% ten opzichte van
het referentiejaar van het inkomensdeel.
Stel, de sluitingsdatum is 1 februari 2000. Dan is de periode, waarover compensatie
geclaimd kan worden: 1 januari 2000 tot 1 februari 2000 plus het jaar 1999, tezamen
13 maanden.
Uitzondering:
Voorafgaand aan de sluitingsbeslissing kan pas sprake zijn van saneringskosten vanaf
het besluit van de minister tot het voornemen tot sluiting. Wanneer dit voornemen
besloten is in het jaar voorafgaand aan de sluiting, bijvoorbeeld 1 juli 1999, dan
zal de periode waarover compensatie kan worden verkregen korter worden. In dit geval
wordt de periode waarover compensatie verkregen kan worden 1 juli 1999 tot 1 februari
2000, te weten 7 maanden.