U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 17-03-2010 met terugwerkende kracht tot en met 08-03-2010.]Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 11-04-2007. Geldend van 01-01-2001 t/m 07-03-2010
Afschrijving aankoopkosten onroerende zaken
Dit besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die gold voor de toepassing van de Wet IB 1964, Besluit dd 8 april 1999, nr. DB99/653M.
In het Besluit van 22 juli 1994, nr. DB94/1456M, is de goedkeuring dat landbouwers de aankoopkosten die betrekking hebben op de aanschaf van opstallen en grond in een tijdsverloop van vijf jaren ten laste van het resultaat mogen brengen, ingetrokken. Vanaf 1 januari 1995 moeten de aankoopkosten worden gerekend tot de kostprijs van het bedrijfsmiddel. Vanaf genoemde datum zijn dan ook voor agrariërs de gebruikelijke regels van toepassing met betrekking tot de afschrijving van aankoopkosten van opstallen en/of gronden.
Mij is de vraag voorgelegd of de aankoopkosten van grond en opstal volledig door middel van afschrijving ten laste van het resultaat kunnen worden gebracht. Ik heb hierop het volgende geantwoord.
Bij aankoop van grond en opstallen zal in het algemeen sprake zijn van één bedrijfsmiddel. Een uitzondering op deze hoofdregel doet zich voor als grond en opstal afzonderlijk in de onderneming worden gebruikt; in dat geval is er sprake van twee bedrijfsmiddelen.
Zowel in de situatie dat grond en opstal één bedrijfsmiddel vormt als in de situatie dat sprake is van twee afzonderlijke bedrijfsmiddelen geldt het volgende. Het afschrijvingspotentieel bestaat uit het verschil tussen de historische kostprijs inclusief aankoopkosten en de restwaarde aan het einde van de gebruiksduur. De restwaarde van de grond zal gelijk zijn aan de historische kostprijs van de grond inclusief de aan de grond toe te rekenen aankoopkosten. Voor de opstal wordt de restwaarde eveneens bepaald. Vervolgens kan het verschil tussen deze bedragen door middel van afschrijving ten laste van het resultaat worden gebracht. Per saldo kan derhalve over de aankoopkosten die aan de grond zijn toe te rekenen niet worden afgeschreven.
[Regeling vervallen per 17-03-2010 met terugwerkende kracht tot en met 08-03-2010]
Bij latere verkoop van grond onder de boekwaarde, bijvoorbeeld bij gelijkblijvend of dalend prijsniveau van gronden, kan een boekverlies ontstaan. Ik ben van oordeel dat in die situatie (maximaal) het bedrag van de aankoopkosten ten laste van het resultaat kan worden gebracht.
Landbouwer koopt landbouwgrond aan voor 100.000. De aankoopkosten bedragen 10.000. De boekwaarde van de grond is 110.000. Hij verkoopt de grond na een aantal jaren voor 95.000. Op de grond kan niet worden afgeschreven zodat de boekwaarde op het moment van verkoop nog steeds 110.000 bedraagt. Het verlies bedraagt derhalve 15.000. Het verlies wordt voor 5.000 veroorzaakt doordat er een (negatieve) waardeverandering van de grond heeft plaatsgevonden. Dergelijke waardeveranderingen vallen onder de landbouwvrijstelling zoals bedoeld in artikel 3.12, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, en zijn niet aftrekbaar. De overige 10.000 komt ten laste van het resultaat.
In het arrest van 17 maart 1965, BNB 1960/160, heeft de Hoge Raad evenwel beslist dat de strekking van de landbouwvrijstelling niet zo ver gaat dat in werkelijkheid niet-behaalde winst of niet-geleden verlies in de winstberekening wordt betrokken. Dit betekent dat bij een boekwinst als gevolg van een stijgend prijsniveau de winst onder de landbouwvrijstelling valt. De kosten kunnen dan niet ten laste van het resultaat worden gebracht, maar worden vergolden met de vrijgestelde winst die op de grond is gemaakt.
Indien de landbouwer uit voorbeeld 1 de grond verkoopt voor 120.000 bedraagt de waardestijging van de grond 20.000. Het is onjuist in die situatie eerst 10.000 ten laste van het resultaat te brengen en vervolgens 20.000 positieve waardeveranderingen van de grond belastingvrij te laten i.v.m. de landbouwvrijstelling.
Omdat de met de transactie behaalde boekwinst van 10.000 (120.000 -/- 110.000) geheel aan waardeverandering is toe te schrijven, valt 10.000 onder de landbouwvrijstelling.
Indien de landbouwer uit voorbeeld 1 de grond verkoopt voor 105.000 komt 5.000 ten laste van de winst.
Dit besluit treedt in werking met ingang van het belastingjaar 2001.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Afschrijving aankoopkosten onroerende zaken", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.