Dit besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee
is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die gold voor de
toepassing van de Wet IB 1964, Besluit van 8 april 1999, nr. DB 99/1132M.
Aan mij is de volgende vraag voorgelegd.
Een belastingplichtige wenst in aanmerking te komen voor de aftrek voor speur- en
ontwikkelingswerk als bedoeld in artikel 3.77 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna:
de Wet IB 2001). Aan deze belastingplichtige is voor dat jaar een S&O-verklaring als
bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting
en premie voor de volksverzekeringen afgegeven.
De belastingplichtige heeft in het jaar waarop de S&O-verklaring betrekking heeft
een voorovereenkomst tot oprichting van een BV gesloten. Aan deze voorovereenkomst
is terugwerkende kracht verleend tot de aanvang van dat jaar. De oprichting van de
BV en de inbreng van de onderneming vinden plaats in de maand maart van het daaropvolgende
jaar.
Als gevolg van de inbreng van de onderneming in de BV heeft de belastingplichtige
over het jaar waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven geen recht op aftrek voor speur-
en ontwikkelingswerk; hij is immers geen ondernemer meer in de zin van de Wet IB 2001
en voldoet niet aan het urencriterium. Voor dat jaar bestaat er ook geen mogelijkheid
om in aanmerking te komen voor een afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk
ingevolge de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen,
omdat de belastingplichtige tijdens de (voor-)voorperiode geen dienstbetrekking heeft
met de (op te richten) BV.
In deze situatie heb ik goedgekeurd dat een belastingplichtige die een S&O-verklaring
heeft ontvangen, het bedrag van de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, in aftrek
mag brengen op het inkomen uit werk en woning van het jaar waarin de (voor-)voorperiode
van de BV valt en waarop de S&O-verklaring betrekking heeft.
Hierbij geldt als voorwaarde dat, indien de onderneming niet voor rekening en risico
van de op te richten BV zou zijn gedreven, de belastingplichtige voor dat jaar in
aanmerking zou zijn gekomen voor de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk.
Dit besluit treedt in werking met ingang van het belastingjaar 2001.