Wet van 30 november 2000 tot wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het
Burgerlijk Wetboek met betrekking tot vakantie en ouderschapsverlof
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is gedeeltelijke afwijking
bij schriftelijke overeenkomst van de regeling van de vakantie-aanspraken die het
wettelijk minimum te boven gaan mogelijk te maken alsmede de aanspraak op ouderschapsverlof
te verdubbelen indien de werknemer door geboorte of erkenning dan wel in verband met
adoptie met ingang van hetzelfde tijdstip de zorg voor meerdere kinderen krijgt en
dat in verband hiermee het Burgerlijk Wetboek dient te worden gewijzigd,
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: