2. Fiscale gevolgen
[Regeling vervallen per 24-11-2006]
De vergoeding moet worden getoetst aan de artikelen 3.110, 3.111 en 3.120 Wet IB 2001
(hierna: de Wet). De vergoeding heeft betrekking op de voor de verwerving van de eigen
woning aangegane geldlening. Derhalve moet aan de hand van het criterium ‘op de voordelen
uit eigen woning drukkende aftrekbare kosten’ worden beoordeeld of in het jaar van
afsluiten van de nieuwe leningovereenkomst de betaalde rente drukt in de zin van art.
3.110 van de Wet.
In het algemeen zal het toegekende voordeel kunnen worden aangemerkt als een korting
op de te betalen afsluitprovisie dan wel op de te betalen rente. Dit betekent dat
de afsluitprovisie dan wel de betaalde rente in zoverre niet drukt op de belastingplichtige.
Voor het antwoord op de vraag of de kosten drukken maakt het niet uit of het voordeel
afgeboekt wordt op de hoofdsom van de geldlening of dat het voordeel in contanten
dan wel in natura is verstrekt.
In de situatie dat de aanspraak op de vergoeding de in het jaar van afsluiten betaalde
rente ter zake van de nieuwe geldlening overtreft, dient het restant in het daarop
volgende jaar in aanmerking te worden genomen. Dit standpunt is van toepassing ongeacht
of de vergoeding in mindering wordt gebracht op de hoofdsom of in contanten dan wel
in natura wordt ontvangen.
Ingeval er sprake is van een voordeel in natura dient dat te worden gewaardeerd op
de waarde welke daaraan in het economisch verkeer kan worden toegekend (analoge toepassing
van art. 3.144 Wet IB 2001 en art. 13 Wet LB ’64). Ik merk hierbij op dat, gelet op
het karakter van een aantal van de voordelen in natura (waardebonnen met bestedingsmogelijkheden
toegespitst op de desbetreffende doelgroep), de waarde in het economische verkeer
veelal gelijk zal zijn aan de nominale waarde van de toegekende waardebonnen. Een
redelijke verdeling van de bewijslast brengt met zich dat belastingplichtigen die
van mening zijn dat het bedrag lager is, dit aannemelijk dienen te maken.
In de situatie dat de vergoeding op grond van de contractuele voorwaarden wordt terugbetaald,
is er sprake van aftrekbare kosten.
Dit besluit treedt in werking met ingang van het belastingjaar 2001.