Afschrijving taxivergunning, afschrijving rijdend materieel taxi-onderneming

[Regeling vervallen per 17-03-2010 met terugwerkende kracht tot en met 08-03-2010.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 30-12-2008 en zichtdatum 19-09-2024.
Geldend van 01-01-2001 t/m 07-03-2010

Afschrijving taxivergunning, afschrijving rijdend materieel taxi-onderneming

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die gold voor de toepassing van de Wet IB 1964, besluit van 9 februari 1998, nr. DB98/455M.

Het is thans niet mogelijk jaarlijks af te schrijven op de waarde van een taxivergunning. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 18 maart 1992, nr. 27 461, BNB 1992/184, uitgemaakt dat bij de berekening van de jaarlijkse winst voor afschrijving op de kostprijs van dergelijke vergunningen geen plaats is, doch dat dergelijke vergunningen als gevolg van zich in het jaar voordoende omstandigheden blijvend hun waarde kunnen verliezen, waardoor afwaardering op lagere bedrijfswaarde mogelijk is.

In verband met de voorgenomen invoering van het Wetsvoorstel personenvervoer en het Besluit personenvervoer zullen het capaciteitsbeleid, het prijsbeleid en de afbakening van de vervoersgebieden op termijn volledig worden afgeschaft. Vanaf het moment van invoering van het wetsvoorstel en het besluit staat vast dat de in de taxivergunning begrepen vermogenswaarde geheel of nagenoeg geheel verloren zal gaan. Eerst vanaf het moment dat het capaciteitsbeleid, het prijsbeleid en de afbakening van de vervoersgebieden volledig zijn komen te vervallen, zou derhalve afwaardering op lagere bedrijfswaarde mogelijk zijn. Ik keur echter goed dat vanaf 1 januari 1998 in 4 jaren op de taxivergunning wordt afgeschreven.

Ik keur tevens goed dat met ingang van 1 januari 1998 de afschrijving op het rijdend materieel in vier jaar mag plaatsvinden. Hierbij dienen overigens wet en jurisprudentie in acht te worden genomen. Zo moet rekening worden gehouden met een restwaarde en kan geen inhaalafschrijving plaatsvinden op het rijdend materieel dat op 1 januari 1998 tot het ondernemingsvermogen behoort.