Wet van 7 december 2000, houdende wijziging van de Meststoffenwet in verband met een
aanscherping van de normen van het stelsel van regulerende mineralenheffingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, ter bereiking van de doelstellingen
van richtlijn nr. 91/676/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1991 inzake de bescherming
van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PbEG L 375),
noodzakelijk is de in de Meststoffenwet opgenomen regels ter voorkoming van een ondoelmatig
gebruik van stikstofhoudende meststoffen aan te scherpen, en dat het ook overigens
wenselijk is de Meststoffenwet op enkele onderdelen te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: