Stb. 2005, 705, datum inwerkingtreding 28-12-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2002.
1 Bij ministeriële regeling worden elk jaar, met ingang van 1 juli, de bedragen die
zijn genoemd in de artikelen 8, eerste lid (maximaal toegestaan inkomen), 9, eerste
lid, onderdelen a, c en d (maximaal toegestaan vermogen), 29, eerste lid, formule
(minimum normlasten), en 31, eerste lid (maximale ewb), aangepast aan de ontwikkeling
van de consumentenprijzen (alle huishoudens) in het peiljaar, als in januari volgend
op het peiljaar in de Staatscourant bekendgemaakt. Het maximaal toegestaan inkomen
kan, naast de aanpassing daarvan volgens de eerste volzin, worden aangepast ter voorkoming
van onbedoelde gevolgen van maatregelen met betrekking tot de inkomens boven het minimum-inkomensijkpunt,
bedoeld in artikel 28. De minimum normlasten kunnen, in plaats van de aanpassing daarvan
volgens de eerste volzin, worden aangepast met het percentage waarmee het bedrag,
bedoeld in artikel 21, onder c, van de Wet werk en bijstand is aangepast.
2 Bij ministeriële regeling kunnen de bedragen, genoemd in artikel 15, eerste lid, onder
a (maximale koopsom) en b (maximale hypothecaire lening), worden aangepast aan de
ontwikkeling van het prijsindexcijfer voor de bouwkosten.
3 Bij ministeriële regeling kunnen de factoren, genoemd in artikel 27, eerste lid (fiscaal
effect), worden aangepast als daartoe aanleiding bestaat vanwege wijziging van de
belastingwetgeving.
4 Bij ministeriële regeling wordt jaarlijks, na overleg met Onze Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, de hoogte vastgesteld van de bedragen die vanaf 1 juli krachtens
artikel 28 als minimum-inkomensijkpunt zullen gelden.
5 De bedragen en factoren worden als volgt afgerond:
-
a. de minimum normlasten en de maximale ewb, bedoeld in het eerste lid, worden naar boven
afgerond op hele eurocenten;
-
b. het maximaal toegestaan inkomen en het maximaal toegestaan vermogen, bedoeld in het
eerste lid, en de bedragen, bedoeld in het tweede en vierde lid, worden naar boven
afgerond op een veelvoud van € 25;
-
c. de factoren, bedoeld in het derde lid, worden naar boven afgerond op twee decimalen.
6 De overeenkomstig het eerste tot en met vijfde lid vastgestelde, vanaf 1 juli geldende
bedragen en factoren worden elk jaar uiterlijk op 1 mei in de Staatscourant bekendgemaakt.
7 Bij een volgende aanpassing van deze bedragen en factoren wordt uitgegaan van de bedragen
en factoren zoals die waren, voordat zij werden afgerond.
8 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen de bedragen, genoemd in de artikelen 11,
eerste lid, onder b, 3e en 4e, en 28, onder c en d (ouderentoeslag bij minimum-inkomensijkpunt), en de factor,
genoemd in artikel 29, eerste lid, onder s, hoger of lager worden gesteld.