U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2006.]Geraadpleegd op 17-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2001. Geldend van 20-12-2000 t/m 30-06-2004
Vergoedingenregeling voor de leden van het bestuur van het College tarieven gezondheidszorg.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 19, zevende lid, van de Wet tarieven gezondheidszorg,
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
In deze regeling wordt verstaan onder:
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
het College tarieven gezondheidszorg;
het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.
De leden van het College ontvangen een vaste vergoeding. De leden van door het College ingestelde commissies ontvangen een vergoeding per vergadering.
1 De voorzitter van het College ontvangt een vaste vergoeding, die gelijk is aan de bezoldiging van een Directeur-Generaal van departementen van Algemeen bestuur op grond van bijlage A van het besluit en is afgestemd op een arbeidsduur van gemiddeld 3 dagen per week.
2 De voorzitter van het College heeft aanspraak op een vakantie-uitkering en een eindejaarsuitkering. De bepalingen van het besluit betreffende de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering zijn van overeenkomstige toepassing. Indien in afwijking van het besluit voor de sector Rijk een andere regeling wordt overeengekomen, is de laatste regeling van overeenkomstige toepassing.
3 De voorzitter van het College heeft aanspraak op een tegemoetkoming voor het afsluiten van een particuliere ziektekostenverzekering overeenkomstig het Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel en op vergoeding van redelijkerwijs uit hoofde van zijn functie te maken kosten.
1 Elk lid van het College, niet zijnde de voorzitter, ontvangt een vaste vergoeding, die gelijk is aan de bezoldiging van een Directeur-Generaal van departementen van Algemeen bestuur op grond van bijlage A van het besluit en is afgestemd op een arbeidsduur van gemiddeld 1 dag per week.
2 Indien een in het eerste lid bedoeld lid met een bijzondere taak wordt belast waardoor de in het eerste lid bedoelde arbeidsduur wordt overtroffen, kan de vaste vergoeding, rekening houdend met de gemiddelde extra arbeidsduur, worden afgestemd op een arbeidsduur van maximaal gemiddeld 2 dagen per week.
3 Een in het eerste lid bedoeld lid heeft aanspraak op vergoeding van redelijkerwijs uit hoofde van zijn functie te maken kosten.
1 De leden van door het College ingestelde commissies, niet zijnde leden van het College, ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen per dagdeel waarin wordt vergaderd, een vergoeding overeenkomstig hetgeen in het Vergoedingenbesluit adviescolleges is bepaald ten aanzien van de leden, niet zijnde de voorzitter.
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder dagdeel verstaan de delen van de dag waarvan het eerste aanvangt op het tijdstip van aanvang van de eerste bijgewoonde vergadering en het tweede en derde aanvangen nadat vanaf dat tijdstip vijf respectievelijk tien uren zijn verstreken.
3 In afwijking van het eerste lid kan het College ten behoeve van leden van een commissie een hogere vergoeding vaststellen. Deze vergoeding behoeft vooraf de toestemming van de Minister.
1 Indien de som van de vaste vergoeding en andere inkomsten die de voorzitter of een ander lid van het College ontvangt uit hoofde van het vervullen van een of meer functies waaraan bezoldiging uit een openbare kas of uit een van overheidswege gesubsidieerde kas is verbonden, per maand meer bedraagt dan de bezoldiging van respectievelijk een minister of een staatssecretaris, wordt de vaste vergoeding verminderd met dat meerdere.
2 Van het genieten van inkomsten die leiden tot de toepasselijkheid van het eerste lid, doet het betrokken lid terstond mededeling aan het College.
1 De vergoeding bedoeld in artikel 5 wordt, ingeval het lid gebruik maakt van een eigen vervoermiddel en zijn woonhuis is gelegen in een gemeente die meer dan 10 kilometer is verwijderd van de gemeente waarin de vergadering wordt gehouden, vermeerderd met een vergoeding voor elke afgelegde kilometer. Deze vergoeding is gebaseerd op het Reisbesluit binnenland.
2 De vergoeding bedoeld in artikel 5 wordt, ingeval het lid gebruik maakt van een openbaar vervoermiddel en zijn woonhuis is gelegen in een gemeente die meer dan 10 kilometer is verwijderd van de gemeente waarin de vergadering wordt gehouden, vermeerderd met:
a. de kosten voor een retourbiljet (1e klasse) van het gebruikte openbaar vervoer;
b. de gemaakte kosten voor plaatselijk vervoer in de gemeente, waarin de vergadering wordt gehouden.
1 Indien een lid van het College tussentijds wordt ontslagen, anders dan op eigen verzoek en anders dan als gevolg van eigen schuld of toedoen, heeft deze aanspraak op een uitkering ten laste van het College. De uitkering wordt toegekend voor een periode gelijk aan het tijdvak waarin betrokkene zonder onderbreking als lid van het College benoemd is geweest, doch niet langer dan tot het einde van de voorziene benoemingstermijn of, indien eerder, tot de betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt of komt te overlijden. De uitkering bedraagt gedurende het eerste jaar 80% en vervolgens 70% van de als lid van het College genoten vaste vergoeding. De inkomsten die betrokkene geniet uit of in verband met arbeid of bedrijf en die niet reeds werden genoten voor het ontslag worden met de uitkering verrekend.
2 Indien een lid van het College niet wordt herbenoemd na afloop van de benoemingstermijn heeft deze geen aanspraak op een eenmalige of periodieke uitkering, in welke vorm dan ook, ten laste van het College of de Staat.
Ten aanzien van degene die op 1 januari 2000 voorzitter is van het College geldt dat eerder met de Minister overeengekomen tot die datum nog bestaande rechtspositie-afspraken zullen worden gerespecteerd. Deze afspraken gelden voor de duur van de benoeming.
In bijzondere gevallen en op verzoek van het lid van het College, kan de Minister:
a. in afwijking van het gestelde in de artikelen 2, 3 en 4 in plaats van een vaste vergoeding een schadeloosstelling toekennen, waarvan de hoogte is gerelateerd aan de hoogte van de vaste vergoeding;
dan wel
b. artikel 6, eerste lid, buiten toepassing verklaren.
Deze regeling wordt aangehaald als: Vergoedingenregeling voor de leden van het bestuur van het College tarieven gezondheidszorg.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
E. Borst-Eilers
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Vergoedingenregeling voor de leden van het bestuur van het College tarieven gezondheidszorg.", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.