Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004

Geraadpleegd op 02-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2004.
Geldend van 01-01-2004 t/m 01-04-2004

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b. IOAW:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

c. IOAZ:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

d. Abw:

Algemene bijstandswet;

e. WWB:

Wet werk en bijstand;

f. Bbz 2004:

Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

g. declaratie:

opgave van kosten als bedoeld in de artikelen 56 van de IOAW, 56 en 59e van de IOAZ en 48 en 56 van het Bbz 2004;

h. de ten laste van gemeente gebleven kosten:

de in een kalenderjaar door burgemeester en wethouders verleende uitkering en bijstand, bedoeld in de artikelen 56, eerste lid, van de IOAW, 56, eerste lid, van de IOAZ en 48, eerste en tweede lid, van het Bbz 2004, verminderd met alle ontvangsten van burgemeester en wethouders in dat jaar in verband met de verlening van uitkering en bijstand, waaronder begrepen de bedragen die burgemeester en wethouders ontvangen door toepassing van de artikelen 20a van de IOAW, 20a van de IOAZ en 14a van de Abw;

i. tekortkoming:

het niet hebben voldaan door burgemeester en wethouders aan de bij of krachtens respectievelijk de IOAW, de IOAZ of het Bbz 2004 gestelde regels;

j. relevant bestand:

bestand dat representatief is in relatie tot een of meer aspecten van de uitvoering en waarop het onderzoek zich richt ter beoordeling van deze aspecten;

k. financieel beslag:

het verschil tussen het bedrag van de ten laste van burgemeester en wethouders gebleven kosten bij een onjuiste wetsuitvoering en dat bij een juiste wetsuitvoering;

l. verslag over de uitvoering:

het verslag, bedoeld in de artikelen 54, eerste lid, van de IOAW en 54, eerste lid, van de IOAZ en 54, eerste lid, van het Bbz 2004;

m. financiële fouten:

tekortkomingen waarbij met zekerheid kan worden vastgesteld dat de uitkering of bijstand onrechtmatig is verstrekt of is teruggevorderd of verhaald zonder inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen;

n. financiële onzekerheden:

tekortkomingen waarbij niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de uitkering of bijstand rechtmatig is verstrekt.

Artikel 2. Kwartaal- en maandvoorschotten vergoeding

  • 2 Om voor het kwartaalvoorschot in aanmerking te komen dragen burgemeester en wethouders zorg dat uiterlijk op de twintigste van de tweede maand volgend op het kwartaal waarop het kwartaalvoorschot betrekking heeft een declaratie is ontvangen. Burgemeester en wethouders maken hierbij gebruik van de daarvoor door de minister verstrekte formulieren, die zijn ingericht overeenkomstig het bij deze regeling behorende model van de declaratie en zijn voorzien van een voor iedere gemeente uniek kenmerk.

  • 3 De kwartaalvoorschotten worden na afloop van enig kwartaal betaald, op of omstreeks de vijftiende van de maand volgend op de maand waarin de declaratie is ontvangen, ter hoogte van de declaratie en met verrekening van de over dat kwartaal eerder betaalde maandvoorschotten.

  • 4 De maandvoorschotten worden betaald, op of omstreeks de vijftiende van de maand waarop zij betrekking hebben, op basis van de twee kwartalen terug liggende declaratie, waarbij afstemming plaatsvindt op de landelijk verwachte kosten over die maand.

Artikel 3. Opschorting en terugvordering voorschotten

  • 1 Indien de declaratie niet uiterlijk op de in artikel 2, tweede lid, genoemde datum is ontvangen, kan de minister de betaling van maandvoorschotten opschorten. Ingeval van opschorting wordt de betaling hervat en worden de aangehouden betalingen nabetaald na ontvangst van de declaratie.

  • 2 Indien uiterlijk op de twintigste van de zesde maand volgend op een kwartaal geen declaratie over dat kwartaal is ontvangen, worden op of omstreeks de vijftiende van de daaropvolgende maand de nog niet verrekende maandvoorschotten met betrekking tot het betreffende kwartaal teruggevorderd.

  • 3 Indien het verslag en de verklaring, bedoeld in de artikelen 54 van de IOAW, 54 van de IOAZ en 54 van het Bbz 2004, niet uiterlijk op de in artikel 7, tweede lid, genoemde datum zijn ontvangen, kan met ingang van het vierde kwartaal van het lopende kalenderjaar de betaling van kwartaal- en maandvoorschotten worden opgeschort. Ingeval van opschorting wordt de betaling hervat en worden de aangehouden betalingen nabetaald na ontvangst van het verslag en de verklaring.

Artikel 4. Betaling uitkering, verhoging en aanvullende uitkering

  • 2 Indien de uitkering op grond van de artikelen 59 van de IOAW, 59 van de IOAZ en 51 van het Bbz 2004 wordt verhoogd in het jaar waarop de uitkering betrekking heeft, wordt het bedrag waarmee de uitkering wordt verhoogd in gelijke maandelijkse delen, met ingang van de maand volgend op de maand waarin het bedrag is vastgesteld, gedurende het restant van het kalenderjaar betaald, telkens op of omstreeks de vijftiende van de maand.

  • 3 Indien de uitkering op grond van de artikelen 59 van de IOAW, 59 van de IOAZ en 51 van het Bbz 2004 wordt verhoogd in het jaar volgend op het jaar waarop de uitkering betrekking heeft, wordt het bedrag waarmee de uitkering wordt verhoogd betaald op of omstreeks de vijftiende van de maand volgend op de maand waarin het bedrag is vastgesteld.

Artikel 5. Bedragen vergoeding uitvoeringskosten

  • 4 De kosten, bedoeld in artikel 59e, eerste lid, van de IOAZ, van een aan derden opgedragen onderzoek betrekking hebbend op een aanvraag om uitkering op grond van de IOAZ, komen voor vergoeding in aanmerking, voorzover zij niet meer bedragen dan € 1.065,–.

Artikel 7. Verslag over de uitvoering, accountantsverklaring en oordeel raad

  • 2 Het verslag over de uitvoering wordt ingericht overeenkomstig het als bijlage 1 bij deze regeling opgenomen model.

  • 3 De verklaring van de accountant wordt ingericht overeenkomstig het als bijlage 2 bij deze regeling opgenomen model. Het onderzoek dat resulteert in de verklaring wordt uitgevoerd overeenkomstig het als bijlage 3 bij deze regeling opgenomen controle- en rapportageprotocol.

Artikel 7a. Geen accountantsverklaring

De verplichting tot het overleggen van een verklaring van een accountant, bedoeld in de artikelen 54, eerste lid, van de IOAW, 54, eerste lid, van de IOAZ en artikel 54, eerste lid, van het Bbz 2004, geldt niet voor burgemeester en wethouders van de gemeenten, waarvan de ten laste van de gemeente gebleven kosten, voor de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 tezamen, € 100.000,– of minder bedragen.

Artikel 8. Rechtmatige wetsuitvoering

Artikel 9. Berekening financieel beslag van tekortkomingen

  • 1 Het financieel beslag van tekortkomingen in de uitvoering van de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 tezamen wordt bepaald op het totaal van de financiële fouten en financiële onzekerheden.

  • 3 Bij samenloop van tekortkomingen als bedoeld in het tweede lid worden de afzonderlijk berekende financiële uitkomsten bij elkaar opgeteld.

Artikel 10. Wijziging Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Abw, Ioaw en Ioaz 1996

[Red: Wijzigt de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Abw, Ioaw en Ioaz 1996]

Artikel 11. Wijziging Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wik

[Red: Wijzigt de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wik]

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 2 Artikel 11, onderdelen D, E, G, H, I en J, treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000.

  • 3 Artikel 11, onderdeel F, treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag-tekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2000.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004.

Deze regeling zal met de toelichting, de modellen en de bijlagen, met uitzondering van het model van de verklaring en het controle- en rapportageprotocol, bedoeld in artikel 7, eerste lid, en de bijlagen, bedoeld in artikel 11, onderdelen D, G, H en J, in de Staatscourant worden geplaatst. Het model van de verklaring en het controle- en rapportageprotocol, bedoeld in artikel 7, eerste lid, en de bijlagen, bedoeld in artikel 11, onderdelen D, G, H, en J, liggen met ingang van 1 januari 2001 ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

`s-Gravenhage, 12 december 2000

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W.A. Vermeend

Bijlage 1

Verslag over de uitvoering Abw, IOAW, IOAZ en Wik 2003

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage 2

Verslag over de uitvoering Abw, IOAW, IOAZ en Wik 2003

Verklaring Abw, IOAW, IOAZ 2003

Declaratie Abw, IOAW en IOAZ 2003

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage 3

Controle- en rapportageprotocol Abw, IOAW, IOAZ en Wik 2003

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]