Invoeringsbesluit Wet stedelijke vernieuwing

[Regeling vervallen per 10-03-2012.]
Geraadpleegd op 01-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2002 en zichtdatum 31-10-2024.
Geldend van 01-01-2001 t/m 09-03-2012

Besluit van 13 december 2000, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoering van de Wet stedelijke vernieuwing (Invoeringsbesluit Wet stedelijke vernieuwing)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 19 oktober 2000, nr. MJZ2000125013, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op de artikelen 9, eerste lid, en 14, eerste lid, van de Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing, 89, derde lid, 129 en 174 van de Wet geluidhinder en 15.13, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 24 november 2000, nr. W08.00.0490/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 7 december 2000, nr. MJZ2000147352, Centrale Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Besluit woninggebonden subsidies 1995

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

  • 1 Onze Minister kan volgens bij ministeriële regeling gestelde regels geldelijke steun verstrekken voor andere doeleinden, de volkshuisvesting betreffende, dan de doeleinden waarvoor op voet van hoofdstuk III van het Besluit woninggebonden subsidies 1995, zoals dat luidde op 31 december 1999, geldelijke steun kon worden verstrekt. Van deze bevoegdheid kan slechts gebruik worden gemaakt, voorzover het betreft geldelijke steun welke onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit in een ministeriële regeling die berustte op artikel 33 van voornoemd besluit, was geregeld.

  • 2 Een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid bevat in elk geval regels inzake:

    • a. de doeleinden waarvoor de geldelijke steun kan worden verstrekt;

    • b. degenen aan wie de geldelijke steun kan worden verstrekt;

    • c. de wijze van aanvragen van de geldelijke steun;

    • d. de bij de aanvraag over te leggen gegevens en bescheiden;

    • e. de termijnen voor de beslissing omtrent de aanvraag;

    • f. de gronden om geldelijke steun niet te verstrekken;

    • g. de voorwaarden of verplichtingen die gelden bij het verstrekken van de geldelijke steun;

    • h. de totstandkoming van het bedrag van de geldelijke steun;

    • i. de termijnen voor de beslissing omtrent de vaststelling van de geldelijke steun;

    • j. de wijze en het tijdstip of de tijdstippen van uitbetalen van de geldelijke steun;

    • k. de vaststelling van het plafond van de te verstrekken geldelijke steun en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 3 Indien geldelijke steun als bedoeld in het eerste lid anders dan op aanvraag wordt verstrekt, bevat de daarop betrekking hebbende ministeriële regeling, in plaats van regels inzake de onderwerpen, genoemd in het tweede lid, onderdelen c tot en met f, regels inzake de wijze waarop die verstrekking plaatsvindt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

  • 1 Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat in afwijking van artikel 19 van het Besluit woninggebonden subsidies 1995, zoals dat luidde op 31 december 1999, de voorwaarde geldt dat op zodanige wijze subsidie ten laste van de toegekende budgetten voor het jaar 2000 wordt verstrekt voor, of op een zodanige wijze ten laste van die budgetten wordt besloten tot, het bouwen van woningen, standplaatsen of woonwagens, of voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan woningen in de zin van dat besluit, dat op 31 december van dat jaar niet meer resteert dan een bedrag ter hoogte van het budget dat is toegekend ter uitvoering van het programma voor het jaar 1999. Een zodanige regeling is niet van toepassing op ontvangers voor welke zij tot gevolg zou hebben dat het ten hoogste toegestane resterende bedrag lager is dan het ingevolge artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit woninggebonden subsidies 1995, zoals dat luidde op 31 december 1999, ten hoogste toegestane resterende bedrag. Een regeling als bedoeld in de eerste volzin kan slechts worden vastgesteld, indien verschillende ontvangers, wegens een beperkte beschikbaarheid van bouwrijpe grond op locaties die bestemd zijn voor de bouw van woningen, naar het oordeel van Onze Minister redelijkerwijs niet kunnen slagen in het zodanig besteden van de hen op voet van het Besluit woninggebonden subsidies 1995 toegekende budgetten, dat zij voldoen aan artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit woninggebonden subsidies 1995, zoals dat luidde op 31 december 1999.

  • 2 Met ingang van 1 januari 2000 berust de Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 30 november 1999, nr. MJZ1999230429, houdende toepassing van artikel 19, tweede lid, van het Besluit woninggebonden subsidies 1995 (verhoging van het toegestane restantbedrag aan het einde van het jaar) (Stcrt. 237) op het eerste lid van dit artikel.

§ 4. Milieubesluiten

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

[Red: Wijzigt het Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer.]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

Ten aanzien van de vóór het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 6 verleende subsidies terzake van de kosten van geluidwerende maatregelen aan woningen blijft het bij of krachtens het Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer bepaalde, zoals dat laatstelijk luidde voor bedoeld tijdstip, van toepassing.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

[Red: Wijzigt het Saneringsbesluit geluidhinder wegverkeer 1998.]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

Ten aanzien van voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 8 vastgestelde saneringsprogramma's als bedoeld in het Saneringsbesluit geluidhinder wegverkeer 1998 blijft het bij of krachtens genoemd besluit bepaalde, zoals dat laatstelijk luidde voor bedoeld tijdstip, van toepassing.

§ 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

  • 1 Dit besluit treedt met uitzondering van de artikelen 6 tot en met 9 in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt, met uitzondering van artikel 1, onderdeel M, terug tot en met 1 januari 2000.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 10-03-2012]

Dit besluit wordt aangehaald als: Invoeringsbesluit Wet stedelijke vernieuwing.

's-Gravenhage, 13 december 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Uitgegeven de eenentwintigste december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals