Boeten en verhogingen opgelegd ingevolge de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften

[Regeling vervallen per 22-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 18-09-2006.]
Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 22-09-2006 en zichtdatum 22-09-2006.
Geldend van 01-01-2001 t/m 17-09-2006

Boeten en verhogingen opgelegd ingevolge de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die gold voor de toepassing van de Wet IB 1964, besluit van 19 juli 1995, nr 97DGM5.

Volgens artikel 3.14, eerste lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 komen kosten en lasten die verband houden met een administratieve sanctie en verhoging opgelegd ingevolge de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAV) bij het bepalen van de winst niet in aftrek. Mij is de vraag voorgelegd of onder deze uitsluiting ook betalingen door autoverhuurbedrijven naar aanleiding van door huurders gepleegde overtredingen moeten worden begrepen.

Naar aanleiding hiervan merk ik op dat de Officier van Justitie krachtens artikel 8 van de WAV de beschikking waarbij de administratieve sanctie is opgelegd, vernietigt als de belanghebbende bezwaar maakt onder overlegging van een schriftelijke huurovereenkomst gesloten voor een periode van ten hoogste drie maanden. Voorts zal de verhuurovereenkomst veelal ook voorzien in verhaal op de huurder van het voertuig. Indien en voor zover de verhuurder de sanctie en/of verhoging uiteindelijk draagt – bijvoorbeeld omdat niet rechtsgeldig bezwaar is gemaakt of verhaal op de huurder op zakelijke gronden uitblijft – behoort de uitgaaf tot de kosten van zijn of haar onderneming die op grond van de aangehaalde bepaling van aftrek zijn uitgesloten.