Inleiding
[Regeling vervallen per 09-08-2008 met terugwerkende kracht tot en met 18-07-2008]
Bij Koninklijk Besluit van 5 juli 1997, Stb. 1997, nr. 334 is het Besluit voorkoming
dubbele belasting 1989 (hierna het Besluit) gewijzigd. De meest fundamentele wijziging
is de invoering van een verrekeningsmethode, wat betreft de vennootschapsbelasting,
met ingang van 1 januari 1999 voor winsten behaald met een buitenlandse onderneming
waarvan de activiteiten grotendeels bestaan uit het beleggen of uit niet-actieve financieringswerkzaamheden
als bedoeld in artikel 13, tweede lid, derde volzin, van de Wet op de vennootschapsbelasting
1969. De verrekening zal plaatsvinden volgens de gezamenlijke methode.
In artikel 3 van het Slotprotocol ad artikelen 2 tot 8 bij het Nederlands-Zwitserse
Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting van 12 november 1951, Tractatenblad 1951,
nr. 148 (gewijzigd bij aanvullende overeenkomst van 22 juni 1966), hierna het Verdrag,
is de wijze van voorkoming als volgt geregeld:
3. Indien de belastingplichtige zijn woonplaats in Nederland heeft, zal deze Staat
het recht behouden de directe belastingen van het inkomen en van het vermogen te berekenen
over het geheel van de bestanddelen belastbaar krachtens zijn belastingwetgeving,
maar zal hij op de aldus berekende belasting het laagste van de beide volgende bedragen
in mindering brengen:
-
a. het bedrag van de belastingen door Zwitserland geheven over de bestanddelen van het
inkomen of van het vermogen, die overeenkomstig de artikelen 3 tot en met 8 van dit
Verdrag op zijn grondgebied belastbaar zijn; of
-
b. het deel van de door Nederland berekende belasting, dat in overeenstemming is met
de verhouding tussen de bestanddelen, die overeenkomstig de artikelen 3 tot en met
8 van dit Verdrag belastbaar zijn in Zwitserland, en het gehele inkomen of het gehele
vermogen.
In beginsel is de verrekeningsmethode dus ook van toepassing op winsten uit onderneming
behaald met een vaste inrichting in Zwitserland.
In de Resolutie van 10 mei 1955, nr. 8, BNB 1955/195 (hierna de Resolutie) is echter
goedgekeurd dat artikel 3, lid a, van het Slotprotocol buiten toepassing dient te
blijven.
In de memorie van toelichting bij de Wet van 13 december 1996 met het oog op het tegengaan
van de uitholling van de grondslag en het versterken van de fiscale infrastructuur,
Stb. 1996, 651 is door mij aangegeven dat de daarin opgenomen lijn met betrekking
tot de toepassing van de deelnemingsvrijstelling op deelnemingen die geen actief eigen
bestaan als concernfinancieringsmaatschappij hebben, in het Besluit voorkoming dubbele
belasting 1989 zal worden doorgetrokken. Het Besluit voorkoming dubbele belasting
2001 (hierna het Besluit) zet deze lijn voort.
In de Nota van toelichting bij het Koninklijk Besluit van 5 juli 1997 is door mij
aangegeven dat bij onderhandelingen over belastingverdragen of bij heronderhandelingen
van belastingverdragen van Nederlandse zijde een bepaling zal worden ingebracht waardoor
Nederland de onderhavige aanpassing van de wijze waarop een vermindering ter voorkoming
van dubbele belasting wordt verleend met betrekking tot passieve winst uit buitenlandse
onderneming ook onder de verdragen kan effectueren. In de verdragen met Canada (Tweede
wijzingsprotocol van 25 augustus 1997) en Denemarken (artikel 23, lid 4 van het Verdrag
van 1 juli 1996) zijn bepalingen van deze strekking reeds opgenomen.
Het Nederlands-Zwitserse verdrag schept in artikel 3, lid a, van het Slotprotocol
de mogelijkheid tot toepassing van de verrekeningsmethode ingeval van winst uit onderneming
behaald met behulp van een vaste inrichting in Zwitserland.