Stcrt. 2003, 232, datum inwerkingtreding 03-12-2003, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.
1 De vervoerder van een vervoermiddel waarmee evenhoevigen worden vervoerd, vermeldt
in het daartoe door de Minister, per vervoerseenheid verstrekte geschrift elke datum
en elk tijdstip waarop, alsmede het adres van elke plaats waar reiniging en ontsmetting
van dat vervoermiddel heeft plaatsgevonden.
2 Indien de reiniging en ontsmetting plaatsvindt op een reinigings- en ontsmettingsplaats
als bedoeld in artikel 23, eerste onderscheidenlijk tweede lid:
-
a. wordt de vermelding van de reiniging en ontsmetting in het geschrift, bedoeld in het
eerste lid, voorzien van het stempel van de eigenaar of exploitant, dan wel diens
vertegenwoordiger, van de reinigings- en ontsmettingsplaats, waarin de naam en het
adres van die plaats is te lezen, alsmede van de handtekening van de persoon die namens
de eigenaar of exploitant de reiniging of ontsmetting heeft verricht of daarop toezicht
heeft gehouden, en
-
b. worden de datum en het tijdstip waarop de reiniging en ontsmetting heeft plaatsgevonden,
door de eigenaar of exploitant, dan wel diens vertegenwoordiger, van de reinigings-
en ontsmettingsplaats, bijgehouden in een daartoe bestemd register, onder vermelding
van de naam van de persoon die en in voorkomend geval het bedrijf dat of de organisatie
die namens de eigenaar of exploitant de reiniging of ontsmetting heeft verricht of
daarop toezicht heeft gehouden, alsmede van het kenteken van ieder vervoermiddel en
het nummer dat is vermeld op het goedkeuringsbewijs, bedoeld in artikel 9, eerste
lid, van de Regeling dierenvervoer, dat bij het betrokken vervoermiddel behoort.
3 Het register, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt op de reinigings- en ontsmettingsplaats,
bedoeld in het tweede lid, bewaard, voorzover het register vermeldingen bevat van
reinigingen en ontsmettingen die korter dan drie jaren geleden hebben plaatsgevonden.
4 De eigenaar of exploitant, dan wel diens vertegenwoordiger van de reinigings- en ontsmettingsplaats,
bedoeld in artikel 23, eerste onderscheidenlijk tweede lid, verstrekt de VWA:
-
a. de namen van de personen en het bedrijf of de organisatie, bedoeld in het tweede lid,
onderdeel b, en
-
b. een afschrift van een overeenkomstig de aanwijzingen van de Minister opgesteld geschrift,
waarin is vastgelegd op welke wijze het proces van reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen
op die reinigings- en ontsmettingsplaats wordt uitgevoerd.
5 Indien de reiniging en ontsmetting plaatsvindt op een houderij van evenhoevigen wordt
de vermelding van de reiniging en ontsmetting in het geschrift, bedoeld in het eerste
lid, voorzien van de handtekening van de eigenaar of exploitant, dan wel diens vertegenwoordiger,
van dat bedrijf, nadat deze de reiniging en ontsmetting van het vervoermiddel heeft
gecontroleerd en heeft vastgesteld dat deze overeenkomstig bijlage II heeft plaatsgevonden.
6 Het geschrift, bedoeld in het eerste lid, is in of bij het betreffende vervoermiddel
aanwezig, zolang dat geschrift vermeldingen bevat van reinigingen en ontsmettingen
die korter dan twee maanden geleden hebben plaatsgevonden. De vervoerder bewaart het
geschrift vervolgens gedurende drie jaren na de datum waarop de laatste in het geschrift
vermelde reiniging of ontsmetting heeft plaatsgevonden, op zijn bedrijf of onderneming.
7 De vervoerder draagt er zorg voor dat in of bij de tot zijn bedrijf of onderneming
behorende vervoermiddelen tijdig en voldoende geschriften als bedoeld in het eerste
lid aanwezig zijn.
8 In of bij een vervoermiddel waarmee een of meer runderen of varkens zijn vervoerd,
is gedurende ten minste tien dagen na het betreffende vervoer tevens een afschrift
aanwezig van het vervoersdocument, bedoeld in de Regeling identificatie en registratie
van dieren 2003, en van het gezondheidscertificaat, bedoeld in Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke
vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en
varkens (PbEG L 121), dan wel Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken
en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen
en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (PbEG L 302), die
de partij runderen of varkens hebben vergezeld, een en ander voorzover dit document,
onderscheidenlijk certificaat, voor de betreffende runderen of varkens is voorgeschreven.
9 De vervoerder bewaart de in het achtste lid bedoelde afschriften op zijn bedrijf of
onderneming gedurende drie jaren, gerekend vanaf het tijdstip waarop de afschriften
op het bedrijf of de onderneming aanwezig zijn.
10 De chauffeur van een vervoermiddel waarmee een of meer runderen of varkens worden
vervoerd, draagt er zorg voor dat, alvorens het vervoermiddel het Nederlands grondgebied
verlaat vóór het verstrijken van de termijn, bedoeld in het achtste lid, de in het
vervoermiddel aanwezige afschriften, bedoeld in dat lid, op het bedrijf of de onderneming
waartoe het vervoermiddel behoort, aanwezig zijn.
11 Het geschrift, bedoeld in het eerste lid, is te allen tijde in het vervoermiddel aanwezig.