Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Parkeercontroleurs Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2000

[Regeling vervallen per 31-12-2005.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-04-2004 en zichtdatum 15-04-2004.
Geldend van 15-04-2004 t/m 30-12-2005

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Parkeercontroleurs Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2000

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de betrokken Ministers;

Gelezen het verzoek van de directeur van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam en de daaropvolgende adviezen van de hoofdofficier van justitie te Amsterdam en de korpschef van de politieregio Amsterdam-Amstelland;

Gelet op: artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993; artikel 142, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering; het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

In dit besluit wordt verstaan onder de buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

De personen werkzaam bij de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam die de functie vervullen van:

Parkeercontroleur, Handhaving; Parkeercontroleur, Wegslepen; Controleur B, Handhaving; Controleur C, Handhaving; Parkeercontroleur, afdeling Parkeergebouwen; Verhoorambtenaar, Centrale Bonnenafhandeling; Chef Fiscale Controle, Handhaving; Chef Wegslepen; Kraanwagenchauffeur in de 3e fase, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

De hiervoor vermelde functies/functiebenamingen, zullen alle onder de zo door mij binnen de op grond van dit besluit uit te vaardigen `Akten van beëdiging' worden betiteld als de functie van parkeercontroleur.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

  • 1 De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot de opsporing van feiten strafbaar gesteld bij of krachtens:

    • a. de Wegenverkeerswet 1994;

    • b. de artikelen 177, 179, 180, 184, 266, 267 en 435, onder ten vierde, van het Wetboek van Strafrecht;

    • c. de Parkeerverordening, resp. de Algemene Plaatselijke Verordening of andere verordeningen van de nagenoemde gemeente waarbinnen de buitengewoon opsporingsambtenaar dient functie van parkeercontroleur uitoefent, voorzover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen.

      De toepassing van de hiervoor bedoelde bevoegdheden, dient zich te beperken tot stilstaand verkeer.

  • 2 De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van de gemeenten Amsterdam, Ouder-Amstel en Aalsmeer.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

  • 1 Het College van procureurs-generaal is bevoegd tot de beëdiging van de buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2 Op grond van dit besluit kunnen maximaal 250 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Hoofdofficier van Justitie bij het arrondissementsparket te Amsterdam.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van de politieregio Amsterdam-Amstelland.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd bij de opsporing van de in artikel 3, eerste lid, genoemde strafbare feiten gebruik te maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993. Hij gedraagt zich overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

  • 1 De directeur van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam brengt jaarlijks, voor 1 april, over het jaar daaraan voorafgaand aan de Minister van Justitie verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was binnen de dienst;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2 Dit verslag dient te worden toegezonden aan de toezichthouder en de direct toezichthouder, als bedoeld in artikel 5 van dit besluit, alsmede aan het Ministerie van Justitie, directie Bestuurszaken, afd. IBB/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

Het Besluit BOA parkeercontroleurs Dienst Stadstoezicht Amsterdam d.d. 30 januari 1996, kenmerk 96/6025-7734/Asd, nadien gewijzigd bij besluit d.d. 20 september 1996, kenmerk 95/6025-7734/B Asd, en laatstelijk bij besluit d.d. 18 december 1997, kenmerk 97/6025-7734/C Asd, wordt ingetrokken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging, de legitimatiebewijzen buitengewoon opsporingsambtenaar en de overige benoemingsbescheiden, welke zijn uitgevaardigd op het in artikel 8 van dit besluit omschreven besluit, zijn van kracht tot aan de in die akten, legitimatiebewijzen en overige benoemingsbescheiden vermelde geldigheidsdatum.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 31 december 2000 en vervalt op 31 december 2005.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 31-12-2005]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Parkeercontroleurs Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2000.

Dit besluit zal in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst.

Den Haag, 19 december 2000

De

Minister

van Justitie,
namens deze,
het

hoofd van de afdeling individuele beleidsbeslissingen

, wnd.,

H. Gerritse