Stcrt. 2010, 21111, datum inwerkingtreding 01-01-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Gezelschappen met hoofdzakelijk leden uit verdragslanden, Aruba, Curaçao, Sint Maarten
of de BES eilanden
1 Aan het in artikel 5b, eerste lid, onder 2°, van de wet bedoelde aannemelijk maken
wordt voldaan, indien degene met wie het gezelschap het optreden in Nederland of de
sportbeoefening in Nederland is overeengekomen of degene van wie het gezelschap de
gage ontvangt, voor aanvang van het optreden of de sportbeoefening aan de hand van
een document – waarvan hij een afschrift voor controle beschikbaar houdt – als bedoeld
in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht,
van ten minste het merendeel van de leden heeft vastgesteld dat zij inwoner zijn van
dan wel gevestigd zijn in een land waarmee de Staat der Nederlanden een verdrag ter
voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de
BES eilanden.
2 Aan het in artikel 5b, eerste lid, onder 2°, van de wet bedoelde aannemelijk maken
is ook voldaan, indien degene met wie het gezelschap het optreden in Nederland of
de sportbeoefening in Nederland is overeengekomen of degene van wie het gezelschap
de gage ontvangt, beschikt over de volgende documenten:
-
a. een afschrift van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot
en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht dat betrekking heeft op de leider
of vertegenwoordiger van het gezelschap;
-
b. een schriftelijke verklaring van de leider of vertegenwoordiger van het gezelschap
dat het gezelschap hoofdzakelijk bestaat uit leden die inwoner zijn van dan wel gevestigd
zijn in een land waarmee de Staat der Nederlanden een verdrag ter voorkoming van dubbele
belasting heeft gesloten, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de BES eilanden;
-
c. een schriftelijke overeenkomst betreffende het optreden in Nederland of de sportbeoefening
in Nederland, of een afschrift van die overeenkomst, waarin het gezelschap als vestigingsland
vermeldt een land waarmee de Staat der Nederlanden een verdrag ter voorkoming van
dubbele belasting heeft gesloten, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de BES eilanden;
en
-
d. een afschrift van een bank- of girorekening waaruit blijkt dat de gage van het gezelschap
is overgemaakt naar een rekeninghouder die woont of is gevestigd in het in onderdeel
c bedoelde vestigingsland.