Hoofdstuk 1. Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 1. Reikwijdte
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 8, 8a, 11, 12, 13, 15a, 15b, 15c, 15d, 16a, 16c, 17, 18, 19f, 25, 28, 29, 31, 32b, 33, 35b, 35d, 35e, 35k, 35l en 35m van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965.
Artikel 2. Definities
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 3. Niet-inhoudingsplichtigen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 4. Aangewezen inhoudingsplichtige bij de hulp van een thuiswerker
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
In afwijking van deartikelen 6 en 7 van de wet wordt ten aanzien van de hulp van de thuiswerker die doorgaans voor een opdrachtgever
arbeid verricht, de opdrachtgever van die thuiswerker als inhoudingsplichtige aangewezen.
Artikel 5. Aangewezen inhoudingsplichtige bij een artiest dan wel een beroepssporter
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 In afwijking van artikel 8a van de wet wordt, voorzover de voor het optreden van een artiest dan wel de sportbeoefening
van een beroepssporter overeengekomen gage, bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de wet wordt verstrekt aan degene die in het bezit is van een inhoudingsplichtigenverklaring,
als inhoudingsplichtige aangewezen: degene aan wie die verklaring is afgegeven.
-
6 Degene aan wie de inhoudingsplichtigenverklaring is afgegeven, bewaart het origineel
van deze verklaring bij zijn loonadministratie en verstrekt een kopie van deze verklaring
aan degene die op grond van artikel 8a van de wet inhoudingsplichtige zou zijn, ter bewaring bij diens loonadministratie.
Artikel 6. Bij overeenkomst aangewezen inhoudingsplichtige bij een beroepssporter
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
In afwijking van artikel 8a van de wet wordt, indien met de minister van Financiën is overeengekomen dat de belasting zal
worden ingehouden door een ander dan degene met wie de sportbeoefening is overeengekomen
ten aanzien van de beroepssporter, eveneens als inhoudingsplichtige aangewezen: degene
die op grond van de overeenkomst de inhouding overneemt.
Hoofdstuk 3. Voorwerp van de belasting (hoofdstuk ii van de wet)
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 7. Niet tot het loon behorende aanspraken
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Tot het loon behoren niet:
-
a. aanspraken op een eenmalige uitkering bij het beëindigen van de dienstbetrekking anders
dan wegens arbeidsongeschiktheid of overlijden van de werknemer, vervroegd uittreden
of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd;
-
b. aanspraken op een eenmalige uitkering bij het beëindigen van de dienstbetrekking wegens
arbeidsongeschiktheid, vervroegd uittreden of het bereiken van de pensioengerechtigde
leeftijd, indien deze uitkering driemaal het loon van een maand niet overtreft;
-
c. aanspraken op uitkeringen en verstrekkingen in door de minister van Financiën aan
te wijzen gevallen.
Artikel 9. Aanvullende voorwaarden vrijstelling bij telewerken
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 De schriftelijk vastgelegde regeling, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel q, onder 1°, van de wet moet voorzien in een gedagtekende overeenkomst die ten minste bevat:
-
a. naam en adres van de werknemer en de inhoudingsplichtige, en
-
b. de dag of dagen in de week waarop de werknemer in de werkruimte, bedoeld in het tweede
lid, pleegt te werken.
Artikel 10. Aanvullende voorwaarden vrijstelling bij woon-werkverkeer waarbij tevens
een of meer andere werknemers worden vervoerd
[Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 11. Geclausuleerd verlof
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Voor de toepassing van artikel 11, eerste lid, onderdeel r, onder 2°, van de wet, wordt als geclausuleerd verlof aangewezen: verlof dat voor specifieke doeleinden
wordt toegekend, zoals buitengewoon verlof, zwangerschapsverlof, bevallingsverlof,
kraamverlof, ouderschapsverlof, bindingsverlof, adoptieverlof, calamiteitenverlof,
zorgverlof, educatief verlof, politiek verlof en palliatief verlof.
Artikel 12. Schriftelijke vastlegging regeling voor verlofsparen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 13. Verlofsparen: geldsparen en tijdsparen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Geldsparen ingevolge een regeling voor verlofsparen vindt plaats door inhouding op
het loon, waarbij het ingehouden loon wordt aangewend voor het treffen van een geldelijke
voorziening in een periode van extra verlof. Daarbij wordt de duur van de verlofperiode
bepaald door het ingehouden loon vermeerderd met de daarop gekweekte inkomsten - hierna
te noemen: verlofspaarloon - en verkrijgt de werknemer een aanspraak op het verlofspaarloon
ten behoeve van de betaling van loon gedurende de verlofperiode.
-
3 Het ingevolge een regeling voor verlofsparen ter zake van geldsparen ingehouden loon
moet worden overgemaakt naar een geblokkeerde rekening - hierna te noemen: verlofspaarrekening
- bij de in de regeling voor verlofsparen aangewezen instelling, waar het tegoed voor
iedere werknemer afzonderlijk wordt geadministreerd. De eerste volzin is van overeenkomstige
toepassing op de ter zake van tijdsparen afgezonderde tegenwaarde in geld. Bij samenloop
van geldsparen en tijdsparen met afzondering van de tegenwaarde in geld dienen het
ingehouden loon en het afgezonderde geld afzonderlijk te worden geadministreerd.
-
5 Als instelling bedoeld in het derde lid kunnen optreden rechtspersonen met volledige
rechtsbevoegdheid die een rekening die voldoet aan de in het derde lid gestelde voorwaarden
publiek mogen aanbieden, mits deze instellingen de verplichting ingevolge de regeling
voor verlofsparen voor de heffing van de vennootschapsbelasting rekenen tot het binnenlandse
ondernemingsvermogen, alsmede fondsen die bij collectieve arbeidsovereenkomsten zijn
overeengekomen.
-
8 Bij deblokkering van de verlofspaarrekening wordt het geld overgemaakt naar de inhoudingsplichtige
ter betaling van het loon tijdens de verlofperiode. Als overmaking naar de inhoudingsplichtige
niet mogelijk is, maakt de instelling het geld over naar de werknemer; in dit geval
wordt de instelling als inhoudingsplichtige aangemerkt. In geval bij deblokkering
van de verlofspaarrekening het geld wordt overgemaakt naar de werknemer wordt bij
tijdsparen geen hoger bedrag uitgekeerd dan de tegenwaarde in geld van de verlofspaartijd
gerelateerd aan het laatstgenoten loon van de werknemer.
Artikel 14. Maximale opbouw in een jaar bij verlofsparen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
3 Bij een samenloop van geldsparen en tijdsparen worden voor de beoordeling of in het
kalenderjaar nog aanspraken ingevolge een regeling voor verlofsparen kunnen worden
opgebouwd, de bij het begin van het kalenderjaar bestaande aanspraken ingevolge geldsparen
en ingevolge tijdsparen tezamen in aanmerking genomen. Indien op basis van de beoordeling
van de eerste volzin in het kalenderjaar nog aanspraken kunnen worden opgebouwd, worden
voor de beoordeling hoeveel aanspraken in het kalenderjaar kunnen worden opgebouwd,
het in het kalenderjaar ingehouden loon en de in het kalenderjaar gespaarde verlofspaartijd
tezamen in aanmerking genomen.
Artikel 15. Toegestane aangroei boven het plafond bij verlofsparen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Ook indien bij het begin van een kalenderjaar de in artikel 14 bedoelde begrenzing op basis waarvan wordt beoordeeld of in het kalenderjaar nog
aanspraken ingevolge een regeling voor verlofsparen kunnen worden opgebouwd is bereikt,
leiden nadien op het verlofspaartegoed gekweekte inkomsten niet tot de constatering
dat de regeling niet meer voldoet aan de eisen die worden gesteld aan een regeling
voor verlofsparen.
Artikel 16. Wijze van beschikken over verlofspaartegoed
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
3 Bij aanvaarding van een nieuwe dienstbetrekking kunnen de aanspraken ingevolge een
regeling voor verlofsparen worden ingebracht in een regeling voor verlofsparen van
de inhoudingsplichtige bij wie de werknemer in dienstbetrekking treedt. Indien de
aanspraken ingevolge een regeling voor verlofsparen niet worden ingebracht in een
regeling voor verlofsparen van de inhoudingsplichtige bij wie de werknemer in dienstbetrekking
treedt, worden voor de toepassing van de in artikel 14 gestelde grenzen alle aanspraken van de werknemer ingevolge een regeling voor verlofsparen
tezamen in aanmerking genomen.
-
4 Indien de werknemer uitkeringen ontvangt in overeenstemming met de regeling voor verlofsparen,
worden deze als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking in aanmerking genomen. In
afwijking van de eerste volzin wordt in geval van afkoop bij ontslag de uitkering
aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking.
Artikel 17. Fooien en dergelijke prestaties van derden
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Fooien en dergelijke prestaties van derden worden geacht te zijn genoten tot het bedrag
waarvoor zij voor de toepassing van de Coördinatiewet Sociale Verzekering tot het loon behoren. Voorzover zij dit bedrag te boven gaan behoren zij niet tot
het loon.
Artikel 18. Waarde aanspraak
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De waarde van een aanspraak om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of
meer uitkeringen en verstrekkingen te ontvangen, wordt gesteld op de bedragen die
bij een derde worden gestort - of, voorzover geen stortingen worden verricht, zouden
moeten worden gestort - teneinde de aanspraak te dekken.
Artikel 19. Waarde aanspraak ingevolge een ziektekostenregeling in eigen beheer voor
ten minste 25 werknemers
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 In afwijking in zoverre van artikel 18 wordt per kalenderjaar de waarde van een aanspraak ingevolge een ziektekostenregeling
ten behoeve van ten minste 25 werknemers of gewezen werknemers die gedurende het gehele
voorafgaande kalenderjaar heeft bestaan, voorzover geen stortingen bij derden worden
verricht, gesteld op het bedrag van de gemiddelde uitkering. De gemiddelde uitkering
is het rekenkundige gemiddelde van de jaargemiddelden van de afgelopen vijf kalenderjaren.
Het jaargemiddelde is het gezamenlijke bedrag van de ter zake door of namens de inhoudingsplichtige
gedane uitkeringen en verstrekkingen naar de waarde in het economische verkeer, gedeeld
door het aantal personen dat in het desbetreffende jaar gedurende ten minste zes maanden
gerechtigd is geweest. Indien zulks tot een lagere gemiddelde uitkering leidt, worden
het hoogste en het laagste jaargemiddelde buiten beschouwing gelaten en is de gemiddelde
uitkering het rekenkundige gemiddelde van de jaargemiddelden van de andere drie kalenderjaren.
-
2 Indien de in het eerste lid bedoelde regeling minder dan vijf gehele kalenderjaren
heeft bestaan, is dat lid van overeenkomstige toepassing op het mindere aantal gehele
kalenderjaren, met dien verstande dat bij een bestaansduur van de regeling van een
of twee gehele kalenderjaren de laatste volzin niet van toepassing is.
Artikel 20. Waarde aandelenoptierecht
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt P berekend volgens de formule P = I +
V doch ten minste 4, waarin
I voorstelt: {(W - U) / W} x 100, U is daarin de in de optie-overeenkomst vastgelegde
uitoefenkoers;
V voorstelt: (4,5 - 0,1t) x t - (0,09 - 0,002t) x I x t doch ten minste nihil, t is
daarin de na het genietingstijdstip resterende looptijd van het aandelenoptierecht
in jaren of gedeelten van jaren, doch ten hoogste 20.
-
4 Indien P op het genietingstijdstip niet bepaalbaar is op de voet van het tweede lid,
wordt de waarde van het aandelenoptierecht, bedoeld in het eerste lid, gesteld op
de waarde in het economische verkeer.
-
5 Indien de inhoudingsplichtige of de werknemer aannemelijk maakt dat de op de voet
van het eerste tot en met het derde lid vastgestelde waarde hoger is dan de waarde
in het economische verkeer van het aandelenoptierecht, wordt de laatstbedoelde waarde
in de plaats gesteld van de eerstbedoelde waarde.
Artikel 21. Waarde kleding meewerkende kinderen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De waarde van kleding voor een kind dat werkzaam is in de onderneming van zijn ouder
wordt gesteld op € 30,50 per maand (€ 7,00 per week, € 1,40 per dag).
Hoofdstuk 4. vrije vergoedingen en verstrekkingen (hoofdstuk IIA van de wet)
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 22. Normeringen en beperkingen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 23. Kosten werknemer bij gedeeltelijk vrije vergoedingen en verstrekkingen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Ingeval ter zake van een op grond van dit hoofdstuk niet volledig vrije vergoeding
kosten voor rekening van de werknemer blijven, wordt het in de desbetreffende bepaling
opgenomen of bedoelde bedrag van het niet vrije gedeelte van de vergoeding verlaagd
met deze kosten van de werknemer, doch niet verder dan tot nihil.
-
2 Ingeval ter zake van een op grond van dit hoofdstuk niet volledig vrije verstrekking
aan de werknemer een eigen bijdrage in rekening wordt gebracht, wordt het in de desbetreffende
bepaling opgenomen of bedoelde bedrag voor het niet vrije gedeelte van de verstrekking
verlaagd met de eigen bijdrage van de werknemer, doch niet verder dan tot nihil.
Artikel 24. Werkkleding
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Voor de toepassing van artikel 15a, eerste lid, onderdeel b, van de wet wordt kleding slechts als werkkleding aangemerkt indien zij:
-
a. uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens de vervulling van de dienstbetrekking
te worden gedragen;
-
b. is voorzien van een of meer duidelijk zichtbare, aan de inhoudingsplichtige gebonden
beeldmerken met een oppervlakte van tezamen ten minste 70 cm2.
Artikel 25. Verhuizing in het kader van de dienstbetrekking
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Voor de toepassing van artikel 15a, eerste lid, onderdeel g, van de wet verhuist de werknemer in ieder geval in het kader van de dienstbetrekking ingeval
hij binnen twee jaar na de aanvaarding van een nieuwe dienstbetrekking of na overplaatsing
binnen de bestaande dienstbetrekking:
-
a. verhuist naar een woning binnen een afstand van 10 kilometer van de nieuwe plaats
van zijn dienstbetrekking terwijl hij op een afstand groter dan 10 kilometer van deze
plaats woonde;
-
b. door verhuizing de afstand tussen zijn woning en de plaats van zijn dienstbetrekking
met ten minste 50% en ten minste 10 kilometer bekort.
Artikel 26. Openbaarvervoerkaart
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren vergoedingen ter zake van een recht op vrij reizen
per Nederlands openbaar vervoer dat niet is beperkt tot reizen over een vast traject
ten behoeve van woon-werkverkeer, indien aannemelijk is dat het recht op vrij reizen
mede dient ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking of voor woon-werkverkeer
en voorzover de vergoedingen meer bedragen dan de volgende bedragen: per persoon die
van dat recht gebruik kan maken, minderjarige kinderen en pleegkinderen van de werknemer
daaronder niet begrepen, € 54,00 per jaar dan wel, indien recht bestaat op reizen
per 1e klas, € 82,00 per jaar.
-
2 Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking van het recht op vrij reizen per
Nederlands openbaar vervoer dat niet is beperkt tot reizen over een vast traject ten
behoeve van woon-werkverkeer, indien aannemelijk is dat het recht op vrij reizen mede
dient ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking of voor woon-werkverkeer
en voorzover de waarde in het economische verkeer van de verstrekkingen hoger is dan
de volgende bedragen: per persoon die van dat recht gebruik kan maken, minderjarige
kinderen en pleegkinderen van de werknemer daaronder niet begrepen, € 54,00 per jaar,
dan wel, indien recht bestaat op reizen per 1e klas, € 82,00 per jaar.
Artikel 27. Aangewezen regio's uitgezonden werknemers
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Als regio's bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, onder 4°, van het besluit worden aangewezen:
-
a. de landen in Azië (waaronder Hongkong en het gedeelte van Turkije dat ten oosten van
de Bosporus is gelegen);
-
b. de landen in Afrika;
-
c. de landen in Latijns Amerika (waaronder de Nederlandse Antillen en Aruba);
-
d. de volgende landen in Europa: Albanië, Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Bosnië-Hercegovina,
Bulgarije, Estland, Georgië, Hongarije, de Federale Republiek Joegoslavië (Servië
en Montenegro, daaronder begrepen Kosovo), Kroatië, Letland, Litouwen, de voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië, Moldavië, Oekraïne, Polen, Roemenië, de Russische
Federatie, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.
Artikel 28. Maaltijden waarbij het zakelijke karakter van meer dan bijkomstig belang
is. Normaantallen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 29. Bedrijfsfitness
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 30. Werkruimte
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren niet vergoedingen ter zake van werkruimte, de inrichting
daaronder begrepen, in de woning, de aanhorigheden daaronder begrepen, van de werknemer,
indien:
-
1°. ingeval de werknemer tevens soortgelijke werkruimte buiten die woning ter beschikking
heeft, hij het gezamenlijke bedrag van zijn belastbare loon, belastbare resultaat
uit overige werkzaamheden in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 en winst uit een of meer ondernemingen in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet hoofdzakelijk in de werkruimte in die woning verwerft;
-
2°. ingeval de werknemer niet tevens soortgelijke werkruimte buiten die woning ter beschikking
heeft, hij het gezamenlijke bedrag van zijn belastbare loon, belastbare resultaat
uit overige werkzaamheden in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 en winst uit een of meer ondernemingen in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet hoofdzakelijk in of vanuit de werkruimte in die woning verwerft of niet in belangrijke
mate in de werkruimte in die woning verwerft.
-
2 Tot de vrije verstrekkingen behoren niet verstrekkingen van werkruimte, de inrichting
daaronder begrepen, in de woning, de aanhorigheden daaronder begrepen, van de werknemer,
indien:
-
1°. ingeval de werknemer tevens soortgelijke werkruimte buiten die woning ter beschikking
heeft, hij het gezamenlijke bedrag van zijn belastbare loon, belastbare resultaat
uit overige werkzaamheden in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 en winst uit een of meer ondernemingen in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet hoofdzakelijk in de werkruimte in die woning verwerft;
-
2°. ingeval de werknemer niet tevens soortgelijke werkruimte buiten die woning ter beschikking
heeft, hij het gezamenlijke bedrag van zijn belastbare loon, belastbare resultaat
uit overige werkzaamheden in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 en winst uit een of meer ondernemingen in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet hoofdzakelijk in of vanuit de werkruimte in die woning verwerft of niet in belangrijke
mate in de werkruimte in die woning verwerft.
Artikel 31. Normering vrije vergoedingen en verstrekkingen werkruimte
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren, onverlet de toepassing van artikel 30, niet vergoedingen ter zake van werkruimte, de inrichting daaronder begrepen, in
de woning, de aanhorigheden daaronder begrepen, van de werknemer, voorzover deze meer
bedragen dan 20% van de huur dan wel van de huurwaarde van de woning, met inbegrip
van de werkruimte. In geval van een werkruimte in een eigen woning als bedoeld in
artikel 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt vorenbedoelde huurwaarde bepaald op de voet van artikel 3.19, tweede lid, van die wet.
-
2 Tot de vrije verstrekkingen behoren, onverlet de toepassing van artikel 30, niet verstrekkingen van werkruimte, de inrichting daaronder begrepen, in de woning,
de aanhorigheden daaronder begrepen, van de werknemer, voorzover deze meer bedragen
dan 20% van de huur dan wel van de huurwaarde van de woning, met inbegrip van de werkruimte.
In geval van een werkruimte in een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt vorenbedoelde huurwaarde bepaald op de voet van artikel 3.19, tweede lid, van die wet.
Artikel 32. Maaltijden waarbij het zakelijke karakter van meer dan bijkomstig belang
is. Normbedragen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren, in zoverre in afwijking van het bepaalde in artikel 28, vergoedingen ter zake van maaltijden waarbij het zakelijke karakter van meer dan
bijkomstig belang is, voorzover het aantal maaltijden per kalenderjaar meer dan 80
bedraagt en voorzover deze vergoedingen meer bedragen dan € 1,55 voor een ontbijt,
€ 1,55 voor een koffiemaaltijd en € 3,10 voor een warme maaltijd.
-
2 Tot de vrije verstrekkingen behoren, in zoverre in afwijking van het bepaalde in artikel 28, verstrekkingen van maaltijden waarbij het zakelijke karakter van meer dan bijkomstig
belang is, voorzover het aantal maaltijden per kalenderjaar meer dan 80 bedraagt en
voorzover de waarde in het economische verkeer van deze verstrekkingen hoger is dan
de in het eerste lid genoemde bedragen.
Artikel 33. Genot van een woning
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
4 De beschikking van de inspecteur, die te allen tijde bij nadere, voor bezwaar vatbare,
beschikking kan worden herroepen, vindt toepassing met betrekking tot loontijdvakken
die ten tijde van de beschikking nog niet zijn verstreken.
Artikel 34. Genot van bewassing, energie en water
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren vergoedingen ter zake van bewassing, energie en
water ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking, voorzover de vergoeding
meer bedraagt dan het volgende bedrag:
-
a. voor bewassing: € 14,50 per maand (€ 3,25 per week, € 0,65 per dag);
-
b. voor energie ten behoeve van verwarmingsdoeleinden: € 36,25 per maand (€ 8,25 per
week, € 1,65 per dag);
-
c. voor energie ten behoeve van kookdoeleinden: € 20,00 per maand (€ 4,50 per week, €
0,90 per dag);
-
d. voor energie ten behoeve van andere dan verwarmings- en kookdoeleinden: € 12,50 per
maand (€ 3,00 per week, € 0,60 per dag);
-
e. voor water: € 6,00 per maand (€ 1,50 per week, € 0,30 per dag).
-
2 Tot de vrije verstrekkingen behoren verstrekkingen in de vorm van bewassing, energie
en water ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking, voorzover de waarde in
het economische verkeer hoger is dan het ter zake in het eerste lid genoemde bedrag.
Artikel 35. Inwoning
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren vergoedingen ter zake van inwoning ter behoorlijke
vervulling van de dienstbetrekking, voorzover de vergoeding meer bedraagt dan € 136,50
per maand (€ 31,50 per week, € 6,30 per dag).
Artikel 36. Voordeelurenkaart
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 37. Fiets voor woon-werkverkeer
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren vergoedingen ter zake van de aanschaf van een fiets,
voorzover de vergoeding meer bedraagt dan € 68,00 en niet meer bedraagt dan € 749,
mits aan de in het vierde lid genoemde voorwaarden is voldaan.
-
2 Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking van een fiets, voorzover de waarde
in het economische verkeer hoger is dan € 68,00 en niet hoger is dan € 749, mits aan
de in het vierde lid genoemde voorwaarden is voldaan.
-
5 In afwijking in zoverre van het tweede lid behoort tot de vrije ver-strekkingen de
verstrekking van een fiets met een catalogusprijs welke niet hoger is dan € 749,00
inclusief omzetbelasting, die reeds vijf jaren voor woon-werkverkeer aan de werknemer
ter beschikking was gesteld, mits de werknemer op meer dan de helft van het aantal
dagen dat hij pleegt te reizen in het kader van woon-werkverkeer gebruik van de fiets
blijft maken.
-
6 Tot de vrije vergoedingen behoren vergoedingen ter zake van met een fiets samenhangende
zaken die direct dienstbaar zijn aan het woon-werkverkeer, voorzover de waarde van
deze zaken in het kalenderjaar en de twee voorafgaande kalenderjaren tezamen niet
meer bedraagt dan € 250, alsmede de vergoeding ter zake van een fietsverzekering,
mits de werknemer op meer dan de helft van het aantal dagen dat hij pleegt te reizen
in het kader van woon-werkverkeer gebruik maakt van de fiets.
-
7 Tot de vrije verstrekkingen behoren verstrekkingen van met een fiets samenhangende
zaken die direct dienstbaar zijn aan het woon-werkverkeer, voorzover de waarde van
deze zaken in het kalenderjaar en de twee voorafgaande kalenderjaren tezamen niet
meer bedraagt dan € 250, alsmede de verstrekking van een fietsverzekering, mits de
werknemer op meer dan de helft van het aantal dagen dat hij pleegt te reizen in het
kader van woon-werkverkeer gebruik maakt van de fiets.
Artikel 38. Telefoonabonnement met meerdere aansluitingen of nummers
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren vergoedingen ter zake van een telefoonabonnement
van de werknemer dat voorziet in meerdere aansluitingen of nummers en waarvan het
zakelijke karakter van meer dan bijkomstig belang is, voorzover de vergoeding meer
bedraagt dan € 19,95 per maand (€ 4,50 per week, € 0,90 per dag).
-
2 Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking van een telefoonabonnement van
de werknemer dat voorziet in meerdere aansluitingen of nummers en waarvan het zakelijke
karakter van meer dan bijkomstig belang is, voorzover de waarde in het economische
verkeer hoger is dan het ter zake in het eerste lid genoemde bedrag.
Artikel 39. Telefoon
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren vergoedingen ter zake van een mede voor de dienstbetrekking
gebruikte telefoon, voorzover de kosten van de telefoon meer bedragen dan € 22,69
(f 50,00) per maand (€ 5,22 per week, € 1,04 per dag).
Artikel 40. Tweede of een volgende telefoon bij geheel of nagenoeg geheel zakelijk
gebruik
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 41. Producten eigen bedrijf
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 42. Personeelsfeesten, personeelsfestiviteiten en dergelijke incidentele personeelsvoorzieningen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren vergoedingen, in redelijkheid, ter zake van personeelsreizen,
personeelsfestiviteiten en dergelijke incidentele personeelsvoorzieningen waaraan
de deelname openstaat voor ten minste driekwart van de werknemers of voor ten minste
driekwart van de werknemers die behoren tot een organisatorische of functionele eenheid,
voorzover de vergoedingen meer bedragen dan de laagste van de waarde in het economische
verkeer van de voorzieningen en de kosten die rechtstreeks verband houden met die
voorzieningen; deze kosten worden vastgesteld met overeenkomstige toepassing van het
overigens in dit hoofdstuk bepaalde.
-
2 In afwijking in zoverre van het eerste lid behoren vergoedingen tot de vrije vergoedingen
voorzover de kosten die rechtstreeks verband houden met die voorzieningen een bedrag
van € 340,00 per kalenderjaar niet overtreffen. Ingeval een personeelsvoorziening
betrekking heeft op een jubileum van de inhoudingsplichtige, wordt het bedrag van
€ 340,00 verhoogd tot € 454,00.
-
3 Tot de vrije verstrekkingen behoren verstrekkingen, in redelijkheid, van personeelsreizen,
personeelsfestiviteiten en dergelijke incidentele personeelsvoorzieningen, waaraan
de deelname openstaat voor ten minste driekwart van de werknemers of voor ten minste
driekwart van de werknemers die behoren tot een organisatorische of functionele eenheid,
voorzover de waarde van de verstrekkingen hoger is dan de laagste van de waarde in
het economische verkeer van de voorzieningen en de kosten die rechtstreeks verband
houden met die voorzieningen; deze kosten worden vastgesteld met overeenkomstige toepassing
van het overigens in dit hoofdstuk bepaalde.
-
4 In afwijking in zoverre van het derde lid behoren verstrekkingen tot de vrije verstrekkingen
voorzover de kosten die rechtstreeks verband houden met die voorzieningen een bedrag
van € 340,00 per kalenderjaar niet overtreffen. Ingeval een personeelsvoorziening
betrekking heeft op een jubileum van de inhoudingsplichtige, wordt het bedrag van
€ 340,00 verhoogd tot € 454,00.
Artikel 43. ARBO
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 44. Ongevallenverzekering
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 45. Outplacement
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 46. Vergoedingen ter zake van consumpties tijdens de werktijd
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Vergoedingen ter zake van consumpties tijdens de werktijd die geen deel uitmaken van
een maaltijd behoren in ieder geval tot de vrije vergoedingen, indien zij € 3,00 per
gewerkte week (€ 0,60 per gewerkte dag als niet op vijf dagen per week wordt gewerkt)
niet te boven gaan.
Artikel 47. Vaste vergoedingen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Vaste vergoedingen behoren niet tot het loon, voorzover deze per kostencategorie naar
aard en veronderstelde omvang van de kosten zijn gespecificeerd en daaraan voorts
- op verzoek van de inspecteur - een steekproefsgewijs onderzoek van de werkelijk
gemaakte kosten ten grondslag ligt.
Artikel 49. Vrije vergoedingen kinderopvang
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije vergoedingen behoren vergoedingen ter zake van kosten van kinderopvang
voor de werknemer die op vijf of meer dagen per week beroepsmatige kinderopvang voor
een of meer kinderen pleegt te genieten, voorzover zij meer bedragen dan het bedrag
aangegeven in de desbetreffende volgende tabel:
Loon in geld (voor niet genoemde bedragen treedt het naast lagere in de plaats)
|
Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter zake van kinderopvang
gedurende meer dan vijf uur per dag, niet zijnde buitenschoolse of naschoolse opvang
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor het eerste kind
|
Voor elk volgend kind
|
|
|
|
|
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
-
|
-
|
-
|
€ 40,00
|
€ 9,25
|
€ 1,85
|
€ 40,00
|
€ 9,25
|
€ 1,85
|
€ 1.395,00
|
€ 322,00
|
€ 64,40
|
78,10
|
18,00
|
3,60
|
46,50
|
10,75
|
2,15
|
1.667,50
|
384,75
|
76,95
|
113,15
|
26,00
|
5,20
|
46,50
|
10,75
|
2,15
|
2.212,50
|
510,50
|
102,10
|
183,15
|
42,25
|
8,45
|
54,35
|
12,50
|
2,50
|
2.757,50
|
636,25
|
127,25
|
247,00
|
57,00
|
11,40
|
73,85
|
17,00
|
3,40
|
3.302,50
|
762,00
|
152,40
|
307,65
|
71,00
|
14,20
|
92,15
|
21,25
|
4,25
|
3.847,50
|
888,00
|
177,60
|
371,50
|
85,75
|
17,15
|
111,60
|
25,75
|
5,15
|
4.392,50
|
1.013,75
|
202,75
|
434,75
|
100,25
|
20,05
|
130,90
|
30,25
|
6,05
|
4.937,50
|
1.139,50
|
227,90
|
478,75
|
110,50
|
22,10
|
143,90
|
33,25
|
6,65
|
Loon in geld (voor niet genoemde bedragen treedt het naast lagere in de plaats)
|
Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter zake van kinderopvang
gedurende vijf uur per dag of minder, niet zijnde buitenschoolse of naschoolse opvang
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor het eerste kind
|
Voor elk volgend kind
|
|
|
|
|
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
-
|
-
|
-
|
€ 23,20
|
€ 5,25
|
€ 1,05
|
€ 23,20
|
€ 5,25
|
€ 1,05
|
€ 1.395,00
|
€ 322,00
|
€ 64,40
|
45,30
|
10,50
|
2,10
|
26,95
|
6,25
|
1,25
|
1.667,50
|
384,75
|
76,95
|
65,65
|
15,25
|
3,05
|
26,95
|
6,25
|
1,25
|
2.212,50
|
510,50
|
102,10
|
106,25
|
24,50
|
4,90
|
31,50
|
7,25
|
1,45
|
2.757,50
|
636,25
|
127,25
|
143,25
|
33,00
|
6,60
|
42,80
|
10,00
|
2,00
|
3.302,50
|
762,00
|
152,40
|
178,45
|
41,25
|
8,25
|
53,45
|
12,25
|
2,45
|
3.847,50
|
888,00
|
177,60
|
215,45
|
49,75
|
9,95
|
64,70
|
15,00
|
3,00
|
4.392,50
|
1.013,75
|
202,75
|
252,15
|
58,25
|
11,65
|
75,95
|
17,50
|
3,50
|
4.937,50
|
1.139,50
|
227,90
|
277,65
|
64,00
|
12,80
|
83,45
|
19,25
|
3,85
|
Loon in geld (voor niet genoemde bedragen treedt het naast lagere in de plaats)
|
Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter zake van buitenschoolse
opvang
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor het eerste kind
|
Voor elk volgend kind
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
-
|
-
|
-
|
€ 27,60
|
€ 6,25
|
€ 1,25
|
€ 27,60
|
€ 6,25
|
€ 1,25
|
€ 1.395,00
|
€ 322,00
|
€ 64,40
|
53,90
|
12,50
|
2,50
|
32,10
|
7,50
|
1,50
|
1.667,50
|
384,75
|
76,95
|
78,10
|
18,00
|
3,60
|
32,10
|
7,50
|
1,50
|
2.212,50
|
510,50
|
102,10
|
126,40
|
29,25
|
5,85
|
37,50
|
8,75
|
1,75
|
2.757,50
|
636,25
|
127,25
|
170,45
|
39,25
|
7,85
|
50,95
|
11,75
|
2,35
|
3.302,50
|
762,00
|
152,40
|
212,30
|
49,00
|
9,80
|
63,60
|
14,75
|
2,95
|
3.847,50
|
888,00
|
177,60
|
256,35
|
59,25
|
11,85
|
77,00
|
17,75
|
3,55
|
4.392,50
|
1.013,75
|
202,75
|
300,00
|
69,25
|
13,85
|
90,35
|
20,75
|
4,15
|
4.937,50
|
1.139,50
|
227,90
|
330,35
|
76,25
|
15,25
|
99,30
|
23,00
|
4,60
|
Loon in geld (voor niet genoemde bedragen treedt het naast lagere in de plaats)
|
Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter zake van naschoolse
opvang
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor het eerste kind
|
Voor elk volgend kind
|
|
|
|
|
|
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
-
|
-
|
-
|
€ 22,00
|
€ 5,00
|
€ 1,00
|
€ 22,00
|
€ 5,00
|
€ 1,00
|
€ 1.395,00
|
€ 322,00
|
€ 64,40
|
42,95
|
10,00
|
2,00
|
25,60
|
6,00
|
1,20
|
1.667,50
|
384,75
|
76,95
|
62,25
|
14,25
|
2,85
|
25,60
|
6,00
|
1,20
|
2.212,50
|
510,50
|
102,10
|
100,75
|
23,25
|
4,65
|
29,90
|
7,00
|
1,40
|
2.757,50
|
636,25
|
127,25
|
135,85
|
31,25
|
6,25
|
40,60
|
9,25
|
1,85
|
3.302,50
|
762,00
|
152,40
|
169,20
|
39,00
|
7,80
|
50,70
|
11,75
|
2,35
|
3.847,50
|
888,00
|
177,60
|
204,35
|
47,25
|
9,45
|
61,35
|
14,25
|
2,85
|
4.392,50
|
1.013,75
|
202,75
|
239,10
|
55,25
|
11,05
|
72,00
|
16,50
|
3,30
|
4.937,50
|
1.139,50
|
227,90
|
263,30
|
60,75
|
12,15
|
79,15
|
18,25
|
3,65
|
Onder buitenschoolse opvang wordt verstaan kinderopvang die zowel voor als na schooltijd
en tijdens de schoolvakanties plaatsvindt. Onder naschoolse opvang wordt verstaan
kinderopvang die zowel na schooltijd als tijdens de schoolvakanties plaatsvindt.
-
3 Voor de werknemer die op vier dagen, op drie dagen, op twee dagen of op een dag per
week beroepsmatige kinderopvang pleegt te genieten, worden de in het eerste lid opgenomen,
niet als vrije vergoeding in aanmerking komende bedragen gesteld op onderscheidenlijk
viervijfde, drievijfde, tweevijfde en eenvijfde van het in de tabel aangegeven bedrag.
-
4 Voor het geval de kinderopvang bij de werknemer thuis plaatsvindt, wordt het in artikel 16c, tweede lid, van de wet opgenomen bedrag van € 9626 per kind per kalenderjaar gesteld op € 802,25 per maand,
€ 185,00 per week en € 37,00 per dag.
-
5 Voor de toepassing van het eerste lid dient de werknemer gedagtekende facturen aan
de inhoudingsplichtige te overhandigen waarbij een afschrift is gevoegd van de vergunning
of de verklaring die door de gemeente aan de instelling of de natuurlijke persoon
die de kinderopvang verricht, is afgegeven inhoudende dat de instelling of de natuurlijke
persoon voldoet aan door de gemeente gestelde regels met betrekking tot de kwaliteit,
en in welke facturen op duidelijke en overzichtelijke wijze zijn vermeld:
-
a. de instelling jegens welke of de natuurlijke persoon jegens wie de uitgaven worden
gedaan;
-
b. de instelling of de natuurlijke persoon die de kinderopvang verricht, indien deze
een andere is dan bedoeld in onderdeel a;
-
c. naam en leeftijd van de kinderen voor wie kinderopvang pleegt te worden genoten;
-
d. de perioden waarin en het aantal uren gedurende welke of het aantal dagen waarop gedurende
meer dan vijf uur onderscheidenlijk vijf uur of minder, dan wel in de vorm van buitenschoolse
opvang onderscheidenlijk naschoolse opvang per kind kinderopvang pleegt te worden
genoten, en
-
e. het adres waar de kinderopvang pleegt plaats te vinden.
Voorts dient de werknemer een afschrift van de overeenkomst met de instelling of de
natuurlijke persoon die de kinderopvang verzorgt aan de inhoudingsplichtige te overhandigen,
in welke overeenkomst is opgenomen het adres waar de kinderopvang pleegt plaats te
vinden.
Artikel 50. Vrije verstrekkingen kinderopvang
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije verstrekkingen behoren verstrekkingen van beroepsmatige kinderopvang,
voorzover de waarde in het economische verkeer hoger is dan het met overeenkomstige
toepassing van artikel 49, eerste, tweede, derde en vierde lid, te berekenen bedrag.
-
2 Ingeval de inhoudingsplichtige niet zelf de kinderopvang verricht, is het eerste lid
slechts van toepassing indien hij beschikt over de in artikel 49, vijfde lid, vermelde bescheiden.
Artikel 51. Huisvesting aan boord van schepen en baggermaterieel en op boorplatforms
en in pakwagens van kermisexploitanten
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Tot de vrije verstrekkingen behoren verstrekkingen van huisvesting aan boord van schepen
en baggermaterieel, op boorplatforms en in pakwagens van kermisexploitanten, voorzover
de waarde in het economische verkeer van die verstrekking hoger is dan het bedrag
aangegeven in de volgende tabel:
|
Huisvesting
|
Per maand
|
Per week
|
Per dag
|
a.
|
aan boord van binnenschepen
– andere dan vissersschepen – en baggermaterieel:
|
|
|
|
1°.
|
voor de werknemer die met zijn gezin aan boord woont
|
|
|
|
|
– van een schip van meer dan 2000 ton:
|
€ 125,00
|
€ 29,00
|
€ 5,80
|
|
– van een schip van meer dan 500, doch niet meer dan 2000 ton:
|
€ 93,75
|
€ 21,75
|
€ 4,35
|
|
– van een ander schip of van baggermaterieel:
|
€ 62,50
|
€ 14,50
|
€ 2,90
|
2°.
|
voor de werknemer die aan boord woont en geen gezin heeft:
|
€ 51,00
|
€ 11,75
|
€ 2,35
|
b.
|
aan boord van zeeschepen – andere dan vissersschepen – en op boorplatforms:
|
|
|
|
1°.
|
voor de werknemer die met zijn gezin aan boord woont:
|
|
|
€ 8,70
|
2°.
|
voor de werknemer die aan boord woont en geen gezin heeft:
|
|
|
|
|
– voor een kapitein en voor een officier:
|
|
|
€ 4,10
|
|
– voor een andere werknemer:
|
|
|
€ 2,05
|
c.
|
aan boord van vissersschepen:
voor de werknemer die aan boord woont en geen gezin heeft:
|
|
|
€ 2,80
|
d.
|
in pakwagens van kermisexploitanten:
voor de werknemer die in een pakwagen woont en geen gezin heeft:
|
€ 51,00
|
€ 11,75
|
€ 2,35
|
e.
|
voor de werknemer die niet is aangeduid in de onderdelen a, b, c en d:
|
nihil
|
nihil
|
Nihil
|
Artikel 52. Bedragen bewassing, energie en water begrepen in bedrag inwoning en huisvesting
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Voor de toepassing van artikel 35 en artikel 51 worden in het bedrag van inwoning dan wel in het bedrag van huisvesting geacht te
zijn begrepen de bedragen van bewassing, energie en water, bedoeld in artikel 34.
Artikel 53. Kost aan boord van schepen en baggermaterieel en op boorplatforms
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Tot de vrije verstrekkingen behoren, in zoverre in afwijking van het bepaalde in artikel 32, verstrekkingen van kost aan boord van schepen en baggermaterieel en op boorplatforms,
voorzover de waarde in het economische verkeer van de kost hoger is dan € 4,45 per
dag.
Artikel 54. Therapeutisch meeëten
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking van het in werktijd mee-eten van
werknemers in de geestelijke en lichamelijke gezondheids- of welzijnszorg met de hen
toevertrouwde patiënten, pupillen of bewoners, indien zij dit verplicht zijn op basis
van de arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling op grond van opvoedkundige
of therapeutische overwegingen of overwegingen van resocialiserende aard.
Artikel 55. Maaltijden in bedrijfskantines
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Tot de vrije verstrekkingen behoren verstrekkingen in de vorm van maaltijden in bedrijfskantines
of andere soortgelijke ruimten op de plaats waar de arbeid wordt verricht, voorzover
de waarde in het economische verkeer van die maaltijden hoger is dan € 2,00 voor een
ontbijt, € 2,00 voor een koffiemaaltijd en € 3,80 voor een warme maaltijd.
Artikel 56. Kleding die blijft op de plaats waar de arbeid wordt verricht
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking van tijdens de vervulling van
de dienstbetrekking gedragen kleding die blijft op de plaats buiten de woning van
de werknemer waar de arbeid wordt verricht.
Artikel 57. Ziektekostenregeling met een zeer lage waarde
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking in de vorm van een aanspraak ingevolge
van een ziektekostenregeling met een waarde van ten hoogste € 27 per jaar.
Artikel 58. Collectieve ziektekostenregeling waarvan de waardering hoger zou zijn
dan de kosten van een individuele verzekering
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking in de vorm van een aanspraak ingevolge
een collectieve ziektekostenregeling die overeenkomstig de door de ziektekostenverzekeraar
in rekening gebrachte premie voor een deel wordt gedekt door een werknemersbijdrage
die naar aard en omvang overeenkomt met de nominale premie ingevolge de Ziekenfondswet, voorzover deze aanspraak wordt gedekt door andere stortingen dan de hiervoor bedoelde
bijdrage en voorzover de op de voet van artikel 18 te bepalen waarde van deze aanspraak hoger is dan € 2580 per jaar.
Artikel 59. Rentevoordeel personeelsleningen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Tot de vrije verstrekkingen behoort het rentevoordeel ter zake van een door de inhoudingsplichtige
dan wel door een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap aan de werknemer
verstrekte geldlening, voorzover de rente die ter zake van de geldlening in het economische
verkeer verschuldigd zou zijn hoger is dan 3,5% per jaar.
-
2 Tot de vrije verstrekkingen behoort, in zoverre in afwijking van het eerste lid, het
rentevoordeel ter zake van een door de inhoudingsplichtige dan wel door een met de
inhoudingsplichtige verbonden vennootschap aan de werknemer verstrekte geldlening,
voorzover de werknemer het geleende bedrag op een dusdanige wijze aanwendt dat een
in de plaats van de lening voor de desbetreffende aanwending gekomen vergoeding of
verstrekking hetzij geheel of nagenoeg geheel tot de vrije vergoedingen of vrije verstrekkingen
zou hebben behoord, hetzij op grond van artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel p of onderdeel q van de wet, niet tot het loon zou hebben behoord.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2004, 249, datum inwerkingtreding 01-01-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 27-08-2004.
Werkt terug tot en met 27 augustus 2004 tot 17.00 uur.
2 Tot de vrije verstrekkingen behoort, in zoverre in afwijking van het eerste lid, het
rentevoordeel ter zake van een door de inhoudingsplichtige dan wel door een met de
inhoudingsplichtige verbonden vennootschap aan de werknemer verstrekte geldlening,
voorzover de werknemer het geleende bedrag op een dusdanige wijze aanwendt dat een
in de plaats van de lening voor de desbetreffende aanwending gekomen vergoeding of
verstrekking hetzij geheel of nagenoeg geheel tot de vrije vergoedingen of vrije verstrekkingen
zou hebben behoord, hetzij op grond van artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel
q, van de wet of artikel XXIV, onderdeel A, van de Wet van 16 december 2004, Stb.
653 (Belastingplan 2005), niet tot het loon zou hebben behoord.
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 65. Loonbelastingverklaring
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
2 De inhoudingsplichtige mag in plaats van het door de Belastingdienst verstrekte model
van de loonbelastingverklaring gebruik maken van een eigen model loonbelastingverklaring,
mits dat model minimaal de gegevens bevat van het model van de Belastingdienst, inclusief
de gebruiksaanwijzing en de toelichting op de vragen, tenzij deze duidelijk niet betrekking
hebben op de werknemer.
-
3 Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing ingeval de inhoudingsplichtige
een nieuwe arbeidsverhouding met de werknemer aangaat binnen een jaar nadat de vorige
arbeidsverhouding is beëindigd.
-
5 De werknemer aan wie een loonbelastingverklaring is uitgereikt, is gehouden de daarbij
gevraagde gegevens te verstrekken door de loonbelastingverklaring duidelijk, stellig
en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend, in te leveren bij de inhoudingsplichtige.
De werknemer levert de ingevulde en ondertekende loonbelastingverklaring in voor de
eerste loonverstrekking.
-
7 De inhoudingsplichtige bewaart de loonbelastingverklaring bij de loonadministratie
tot ten minste vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de dienstbetrekking
is geëindigd, dan wel waarin de loonbelastingverklaring door een andere is vervangen.
Desgevorderd doet de inhoudingsplichtige de loonbelastingverklaring aan de inspecteur
toekomen binnen een door deze gestelde termijn.
Artikel 66. Identificatieplicht
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
3 De inspecteur kan, al dan niet onder door hem te stellen voorwaarden en in overeenstemming
met de desbetreffende uitvoeringsorganen van de sociale verzekering, bepalen dat de
in dit artikel bedoelde gegevens en afschriften op een andere plaats worden bewaard.
Artikel 67. Loonstaat
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 De inhoudingsplichtige legt voor iedere werknemer voor de eerste loonverstrekking
in het kalenderjaar een loonstaat aan en houdt deze vervolgens bij. De loonstaat wordt
opgemaakt overeenkomstig het door de inspecteur verstrekte model. De inhoudingsplichtige
mag een van het model afwijkende loonstaat gebruiken, mits deze ten minste de mogelijkheid
biedt op duidelijke wijze dezelfde gegevens te administreren als het model.
-
7 De inhoudingsplichtige houdt de loonadministratie ter plaatse waar hij in Nederland
kantoor houdt of, indien zodanig kantoor niet wordt gehouden, ter plaatse waar hij
in Nederland woont of gevestigd is, dan wel ter plaatse waar hij in Nederland een
vaste inrichting voor de uitoefening van zijn bedrijf of beroep of een in Nederland
wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger heeft. Bij gebreke daarvan houdt hij
de loonadministratie onder zijn berusting. De inspecteur kan, in overeenstemming met
de desbetreffende uitvoeringsorganen van de sociale verzekering, een andere plaats
aanwijzen.
-
8 Ingeval de loonberekening door derden wordt uitgevoerd met behulp van mechanische
of elektronische apparatuur kan de minister van Financiën, onder door hem te stellen
voorwaarden en in overeenstemming met de desbetreffende uitvoeringsorganen van de
sociale verzekering, bepalen dat de loonadministratie op een andere plaats wordt bewaard.
Artikel 68. Administratie uitkeringen, vergoedingen en verstrekkingen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
2 Met betrekking tot vergoedingen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, administreert
de inhoudingsplichtige bij de loonadministratie voor iedere werknemer per uitbetalingstijdvak
tevens het aantal kilometers waarvoor de vergoeding is verstrekt.
Artikel 69. Loonbelastingkaart en coderingslijst
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De inhoudingsplichtige vult na het einde van het kalenderjaar voor iedere werknemer
een door de inspecteur verstrekte loonbelastingkaart in mede volgens de aanwijzingen
van de daarbij behorende coderingslijst, tenzij de op de loonbelastingkaart te verstrekken
gegevens overeenkomstig daartoe door de inspecteur gegeven aanwijzingen worden verstrekt
met behulp van geautomatiseerd te verwerken informatiedragers.
Artikel 70. Loonbelastingkaart huispersoneel
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
In afwijking in zoverre van deartikelen 67 en 69 legt de inhoudingsplichtige ten aanzien van huispersoneel voor iedere werknemer voor
de eerste loonverstrekking in het kalenderjaar in plaats van een loonstaat een door
de inspecteur verstrekte loonbelastingkaart huispersoneel aan en houdt deze vervolgens
bij.
Artikel 71. Uitreiken formulieren
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De inspecteur reikt aan de inhoudingsplichtige uit de formulieren van de loonbelastingverklaring,
loonbelastingkaart en loonbelastingkaart huispersoneel. Deze kaarten mogen slechts
worden gebruikt ten behoeve van het daarin vermelde kalenderjaar.
Artikel 72. Inleveren formulieren
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 73. Verplichtingen bij einde inhoudingsplicht
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Degene die op enig tijdstip, anders dan tijdelijk, ophoudt inhoudingsplichtige te
zijn, doet daarvan binnen een maand mededeling aan de inspecteur. Voor de toepassing
van deartikelen 69, 70 en 72 wordt dat tijdstip gelijkgesteld met het einde van het kalenderjaar.
Artikel 74. Jaaropgaaf
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 75. Uitzonderingen voor het opmaken van loonbelastingverklaring, loonstaat
en jaaropgaaf bij het enkel genieten van bepaalde subsidies
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De artikelen 65, 66, 67, 69 en 74 zijn niet van toepassing ten aanzien van de werknemer die van de inhoudingsplichtige
geen ander loon geniet dan de subsidie, bedoeld in artikel 2 van de Regeling compensatie inkomensachteruitgang ex-banenpoolers. De belasting met betrekking tot dit loon wordt geheven zonder toepassing van de
heffingskorting.
Artikel 76. Uitzondering voor het opmaken van loonbelastingverklaring en loonstaat
bij meewerkende kinderen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Ten aanzien van een in de onderneming van zijn ouder werkzaam kind zijn deartikelen 65 en 67 niet van toepassing zolang de belasting mag worden ingehouden op de voet van artikel 10g van het besluit. De belasting met betrekking tot het loon van het kind wordt geheven met toepassing
van de heffingskorting.
Artikel 77. Uitzondering voor het opmaken van loonbelastingverklaring en loonstaat
bij gerechtigden tot de bijstand
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Ten aanzien van de werknemer die uitkeringen geniet ingevolge de Wet werk en bijstand zijn de artikelen 65 en 67 niet van toepassing.
Artikel 78. Uitzondering voor het opmaken van loonbelastingverklaring en loonstaat
bij gerechtigden tot de inkomensvoorziening kunstenaars
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Ten aanzien van de werknemer die uitkeringen geniet ingevolge de Wet inkomensvoorziening kunstenaars zijn deartikelen 65 en 67 niet van toepassing. De belasting met betrekking tot deze uitkeringen wordt geheven
zonder toepassing van de heffingskorting.
Artikel 79. Geen loonbelastingverklaring
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 80. Verstrekking sociaal-fiscaalnummer als geen loonbelastingverklaring behoeft
te worden ingeleverd
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Indien artikel 65 niet van toepassing is en de inhoudingsplichtige niet bekend is met het sociaal-fiscaalnummer
van de werknemer, verzoekt de inhoudingsplichtige voor de eerste loonverstrekking
de werknemer om opgave van zijn sociaal-fiscaalnummer. De werknemer doet deze opgave
voor de eerste loonverstrekking toekomen aan de inhoudingsplichtige.
Hoofdstuk 8. Eindheffing (hoofdstuk V van de wet)
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 81. Uitkeringen van publiekrechtelijke aard
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Als uitkeringen van publiekrechtelijke aard die buiten aanmerking worden gelaten in
het kader van de heffing van andere belastingen of in het kader van andere wettelijke
regelingen als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel c, van de wet worden aangewezen:
Artikel 82. Naar het tabeltarief te belasten bezwaarlijk te individualiseren loon
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Als loon dat bezwaarlijk kan worden geïndividualiseerd als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel d, van de wet worden aangewezen:
-
a. voordelen bestaande uit het niet op de werknemer verhalen van administratieve sancties
die aan de inhoudingsplichtige zijn opgelegd ingevolge de Wet administratieve handhaving
verkeersvoorschriften;
-
b. geschenken ter gelegenheid van een jubileum van de inhoudingsplichtige;
-
c. geschenken ter gelegenheid van een persoonlijke feestdag van de werknemer;
-
d. aanspraken ingevolge een ziektekostenregeling die niet geheel of gedeeltelijk worden
gedekt door een werknemersbijdrage voorzover deze door de inhoudingsplichtige in eigen
beheer worden gehouden;
-
e. niet tot de vrije vergoedingen behorende vergoedingen ter zake van maaltijden waarbij
het zakelijke karakter van meer dan bijkomstig belang is;
-
f. niet tot de vrije verstrekkingen behorende verstrekkingen van maaltijden waarbij het
zakelijke karakter van meer dan bijkomstig belang is;
-
g. niet tot de vrije verstrekkingen behorende verstrekkingen van maaltijden in bedrijfskantines
of andere soortgelijke ruimten op de plaats waar de arbeid wordt verricht;
-
h. verstrekkingen met een waarde in het economische verkeer van ten hoogste € 272,00
per jaar en ten hoogste € 136,00 per verstrekking, met overeenkomstige toepassing
van het bij en krachtens artikel 13 dan wel artikel 17 van de wet bepaalde;
-
i. verstrekkingen van achtergestelde vliegvervoerbewijzen door luchtvaartmaatschappijen
en aanverwante bedrijven;
-
j. vergoedingen ter zake van een beperkt recht op geheel of gedeeltelijk vrij reizen
per Nederlands openbaar vervoer, dat niet dient ter behoorlijke vervulling van de
dienstbetrekking of voor woon-werkverkeer;
-
k. verstrekkingen van een beperkt recht op geheel of gedeeltelijk vrij reizen per Nederlands
openbaar vervoer, dat niet dient ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking
of voor woon-werkverkeer.
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen j en k, wordt onder een beperkt
recht verstaan een recht dat, behoudens in de maanden juli en augustus, van maandag
tot en met vrijdag niet kan worden gebruikt tussen 07.00 en 09.00 uur of tussen 16.30
en 18.00 uur.
Artikel 83. Naar het enkelvoudige tarief te belasten bezwaarlijk te individualiseren
loon
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Als loon dat bezwaarlijk kan worden geïndividualiseerd als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel d, van de wet worden tevens aangewezen de op grond van artikel 42 niet tot de vrije vergoedingen behorende vergoedingen ter zake van personeelsreizen,
personeelsfestiviteiten en dergelijke incidentele personeelsvoorzieningen, mits de
deelname aan die voorzieningen openstaat voor ten minste driekwart van de werknemers
of voor ten minste driekwart van de werknemers die behoren tot een organisatorische
of functionele eenheid.
-
2 Als loon dat bezwaarlijk kan worden geïndividualiseerd als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel d, van de wet worden tevens aangewezen de op grond van artikel 42 niet tot de vrije verstrekkingen behorende verstrekkingen van personeelsreizen, personeelsfestiviteiten
en dergelijke incidentele personeelsvoorzieningen, mits de deelname aan die voorzieningen
openstaat voor ten minste driekwart van de werknemers of voor ten minste driekwart
van de werknemers die behoren tot een organisatorische of functionele eenheid.
-
3 Met betrekking tot het in het eerste lid en tweede lid bedoelde loon wordt het bedrag
van de verschuldigde belasting bepaald aan de hand van het enkelvoudige tarief bedoeld
in artikel 31, vijfde lid, van de wet.
Artikel 84. Naar het enkelvoudige tarief te belasten loon met een bestemmingskarakter
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Als loon met een bestemmingskarakter als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel e, van de wet worden aangewezen:
-
a. vergoedingen van de aan- en verkoopkosten van de woning van de werknemer bij bedrijfsverplaatsingen
en andere zakelijke verhuizingen als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, onderdeel g, van de wet;
-
b. vergoedingen van parkeer-, veer- en tolgelden, alsmede overeenkomstige verstrekkingen;
-
c. uitkeringen en verstrekkingen tot vergoeding van door de werknemer geleden verlies
wegens diefstal en dergelijke die hem in verband met het vervullen van de dienstbetrekking
zijn overkomen;
-
d. uitkeringen en verstrekkingen tot vergoeding van door de werknemer geleden schade
ten gevolge van overstromingen, aardbevingen en dergelijke, die niet pleegt te worden
verzekerd;
-
e. toeslagen als bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en in artikel 21b van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945zoals dat luidde tot 1 januari 1992, alsmede toeslagen als bedoeld in artikel 19 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945;
-
f. niet tot de vrije vergoedingen behorende vergoedingen ter zake van een recht op openbaar
vervoer als bedoeld in artikel 26;
-
g. niet tot de vrije verstrekkingen behorende verstrekkingen van een recht op openbaar
vervoer als bedoeld in artikel 26.
Artikel 85. Aangewezen inhoudingsplichtigen bij eindheffing
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Ter bevordering van een goede uitvoering van hoofdstuk V van de wet wordt, in afwijking van deartikelen 6 en 7 van de wet, het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer als inhoudingsplichtige
aangewezen met betrekking tot subsidies, bedoeld in artikel 81, onderdeel d.
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 86. Door tussenkomst van de inhoudingsplichtige uitbetaalde uitkeringen ingevolge
de sociale verzekeringen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Degene tot wie een werknemer in dienstbetrekking staat - of, indien krachtens artikel 8, tweede lid, van de wet een ander als inhoudingsplichtige is aangewezen, die ander - wordt geacht de uitkeringen
ingevolge de sociale verzekeringswetten te verstrekken die door zijn tussenkomst worden
uitbetaald.
Artikel 87. Doorbetaald loon uit tegenwoordige dienstbetrekking
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
3 Het eerste en tweede lid zijn slechts van toepassing als de inspecteur onder wie degene
ressorteert die zonder toepassing van deze leden belasting had moeten inhouden op
gezamenlijk verzoek van de bedoelde personen bij voor bezwaar vatbare beschikking,
die te allen tijde bij nadere, voor bezwaar vatbare, beschikking kan worden herroepen,
heeft vastgesteld dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan.
Artikel 88. Meerdere gevallen van loon uit vroegere dienstbetrekking
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Een inhoudingsplichtige die aan een of meer werknemers loon uit een vroegere dienstbetrekking
- niet zijnde uitkeringen ingevolge de Wet werk en bijstand - verstrekt, wordt ook geacht te verstrekken:
Artikel 89. Berekening van de belasting bij aanvullingen op uitkeringen ingevolge
de sociale verzekeringswetten
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Degene tot wie een werknemer in dienstbetrekking staat - of, indien krachtens artikel 8, tweede lid, van de wet een ander als inhoudingsplichtige is aangewezen, die ander - berekent de belasting
over de door hem verstrekte aanvullingen op uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringswetten
over het gezamenlijke bedrag en brengt op de aldus berekende belasting in mindering
de op de uitkeringen ingehouden belasting.
Artikel 90. Berekening van de belasting bij samenloop van pensioenuitkeringen
[Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 91. Samenvoeging van loon
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Een inhoudingsplichtige wordt, in de gevallen bedoeld in deartikelen 86 en 88 alsmede indien hij loon uit meer dan een vroegere dienstbetrekking verstrekt, geacht
het totale bedrag aan loon te verstrekken uit een dienstbetrekking of vroegere dienstbetrekking.
Artikel 92. Loon over een ander tijdvak dan het regelmatig wederkerende loon
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Indien een inhoudingsplichtige aan de werknemer loon verstrekt over een ander tijdvak
dan dat waarover hij het regelmatig wederkerende loon verstrekt, wordt naar het loon
over dat andere tijdvak verschuldigde belasting, ter keuze van de inhoudingsplichtige,
berekend hetzij door toepassing van de tabel voor bijzondere beloningen, hetzij volgens
het tweede en het derde lid.
-
3 Voor de toepassing van het tweede lid, onderdelen a en b, wordt als loontijdvak aangemerkt
een tijdvak dat even groot is als de gezamenlijke met het andere tijdvak geheel of
gedeeltelijk samenvallende tijdvakken van het regelmatig wederkerende loon.
-
5 Ingeval een inhoudingsplichtige loon uit meer dan een vroegere dienstbetrekking verstrekt
of geacht wordt te verstrekken, wordt de belasting naar het loon over het andere tijdvak
- indien dit, afgezien van het vierde lid, regelmatig wederkerend loon is - steeds
berekend volgens het tweede en het derde lid.
Artikel 93. Nettoloon, gevolgd door periodieke afrekening
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
2 De inhoudingsplichtige rekent bij de laatste loonverstrekking in een tijdvak van ten
hoogste drie maanden met de werknemer de belasting af die is verschuldigd ter zake
van het in dat tijdvak aan de werknemer toekomende loon waarop de vergunning betrekking
heeft, met dien verstande dat bij de laatste loonverstrekking in een kalenderjaar
steeds afrekening plaatsvindt. Daarbij wordt de verschuldigde belasting bepaald als
ware het loon verstrekt op het tijdstip waarop de afrekening plaatsvindt en over het
tijdvak waarop de afrekening betrekking heeft.
Artikel 94. Informatieplicht bij loon van derde
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Ingeval de in te houden belasting mede afhankelijk is van loon dat is verstrekt of
geacht wordt te zijn verstrekt door een derde, dan wel van loon van een derde dat
door de inhoudingsplichtige geacht wordt te zijn verstrekt, deelt die derde de van
belang zijnde gegevens alsmede het sociaal-fiscaalnummer van de werknemer schriftelijk
mede aan de inhoudingsplichtige.
Hoofdstuk 10. Belastingheffing van artiesten en beroepssporters (hoofdstuk VII van de wet)
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 95. Gageverklaring
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
2 De inhoudingsplichtige mag in plaats van het door de inspecteur verstrekte model
van de gageverklaring gebruik maken van een eigen model gageverklaring, mits dat model
minimaal de gegevens bevat van het door de inspecteur verstrekte model, inclusief
de gebruiksaanwijzing en de toelichting op de vragen.
-
4 De artiest dan wel beroepssporter aan wie een gageverklaring is uitgereikt, is gehouden
de daarbij gevraagde gegevens te verstrekken door de gageverklaring duidelijk, stellig
en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend, in te leveren bij de inhoudingsplichtige.
De artiest dan wel beroepssporter levert de ingevulde en ondertekende gageverklaring
in voor de eerste gageverstrekking.
Artikel 96. Identificatieplicht
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 97. Loonstaat
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 De inhoudingsplichtige legt voor iedere artiest dan wel beroepssporter voor de eerste
gageverstrekking in het kalenderjaar een loonstaat aan en houdt deze vervolgens bij.
De loonstaat wordt opgemaakt overeenkomstig het door de inspecteur verstrekte model.
De inhoudingsplichtige mag een van het model afwijkende loonstaat gebruiken, mits
deze ten minste de mogelijkheid biedt op duidelijke wijze dezelfde gegevens te administreren
als het model.
-
5 De inhoudingsplichtige houdt, behalve in de gevallen als bedoeld in artikel 35a, derde lid, van de wet, de belasting in aan de hand van de gegevens vermeld in het hoofd van de loonstaat.
Artikel 98. Administratie kostenvergoedingen, verstrekkingen in natura en aanspraken
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 De inhoudingsplichtige administreert bij de loonadministratie de gegevens met betrekking
tot de aan de artiest dan wel beroepssporter verstrekte kostenvergoedingen en verstrekkingen
in natura, voorzover deze niet tot de gage behoren, alsmede aanspraken om na verloop
van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen.
Artikel 99. Loonbelastingkaart en coderingslijst
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De inhoudingsplichtige vult uiterlijk binnen een maand na het einde van het kalenderjaar
voor iedere artiest dan wel beroepssporter een door de inspecteur verstrekte loonbelastingkaart
in mede volgens de aanwijzingen van de daarbij behorende coderingslijst, tenzij de
op de loonbelastingkaart te verstrekken gegevens overeenkomstig daartoe door de inspecteur
gegeven aanwijzingen worden verstrekt met behulp van geautomatiseerd te verwerken
informatiedragers.
Artikel 100. Uitreiken formulieren
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De inspecteur reikt aan de inhoudingsplichtige uit de formulieren van de gageverklaring
en de loonbelastingkaart. De kaarten mogen slechts worden gebruikt ten behoeve van
het daarin vermelde kalenderjaar.
Artikel 101. Inleveren formulieren
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De inhoudingsplichtige doet uiterlijk binnen een maand na het einde van het kalenderjaar
aan de inspecteur toekomen de voor dat jaar bestemde loonbelastingkaarten dan wel
de informatiedragers met de op de loonbelastingkaart te verstrekken gegevens van dat
jaar.
Artikel 102. Verplichtingen bij einde inhoudingsplicht
[Vervallen per 18-06-2003]
Artikel 103. Afwijkende termijnen
[Vervallen per 18-06-2003]
Artikel 104. Jaaropgaaf
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De inhoudingsplichtige verstrekt aan de artiest dan wel beroepssporter een jaaropgaaf.
Aan de niet in Nederland wonende artiest dan wel beroepssporter verstrekt de inhoudingsplichtige
een jaaropgaaf slechts op diens verzoek.
Artikel 104a. Uitzonderingen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Hoofdstuk 10a. Belastingheffing van buitenlandse gezelschappen (hoofdstuk VIIA van
de wet)
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 104b. In Nederland wonende leden van het buitenlandse gezelschap
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Indien tot een buitenlands gezelschap een lid behoort dat in Nederland woont, is met
betrekking tot dat lid niet dit hoofdstuk, maar hoofdstuk 10 van toepassing.
Artikel 104c. Gageverklaring
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
2 De inhoudingsplichtige mag in plaats van het door de inspecteur verstrekte model
van de gageverklaring gebruik maken van een eigen model gageverklaring, mits dat model
minimaal de gegevens bevat van het door de inspecteur verstrekte model, inclusief
de gebruiksaanwijzing en de toelichting op de vragen.
-
4 De leider of vertegenwoordiger van het gezelschap aan wie een gageverklaring is uitgereikt,
is gehouden de daarbij gevraagde gegevens te verstrekken door de gageverklaring duidelijk,
stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend, in te leveren bij de inhoudingsplichtige
voor de eerste gageverstrekking.
Artikel 104d. Identificatieplicht
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 De inhoudingsplichtige stelt zodra het buitenlandse gezelschap zijn werkzaamheden
aanvangt de identiteit van een zo groot mogelijk deel, maar van ten minste het merendeel
van de leden van het gezelschap vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht en houdt een afschrift van dat document voor controle beschikbaar bij de loonadministratie.
Artikel 104e. Loonstaat
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
6 De inhoudingsplichtige houdt, behalve in de gevallen als bedoeld in artikel 35h, derde lid, van de wet, de belasting in aan de hand van de gegevens vermeld in het hoofd van de loonstaat.
Artikel 104f. Administratie kostenvergoedingen, verstrekkingen in natura en aanspraken
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 De inhoudingsplichtige administreert bij de loonadministratie de gegevens met betrekking
tot de aan het buitenlandse gezelschap verstrekte kostenvergoedingen en verstrekkingen
in natura, voorzover deze niet tot de gage behoren, alsmede aanspraken om na verloop
van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen.
Artikel 104g. Loonbelastingkaart en coderingslijst
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De inhoudingsplichtige vult uiterlijk binnen een maand na het einde van het kalenderjaar
voor elk buitenlands gezelschap een door de inspecteur verstrekte loonbelastingkaart
in mede volgens de aanwijzingen van de daarbij behorende coderingslijst, tenzij de
op de loonbelastingkaart te verstrekken gegevens overeenkomstig daartoe door de inspecteur
gegeven aanwijzingen worden verstrekt met behulp van geautomatiseerd te verwerken
informatiedragers.
Artikel 104h. Uitreiken formulieren
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De inspecteur reikt aan de inhoudingsplichtige uit de formulieren van de gageverklaring
en de loonbelastingkaart. De kaarten mogen slechts worden gebruikt ten behoeve van
het daarin vermelde kalenderjaar.
Artikel 104i. Inleveren formulieren
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De inhoudingsplichtige doet uiterlijk binnen een maand na het einde van het kalenderjaar
aan de inspecteur toekomen de voor dat jaar bestemde loonbelastingkaarten dan wel
de informatiedragers met de op de loonbelastingkaart te verstrekken gegevens van dat
jaar.
Artikel 104j. Uitzonderingen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Hoofdstuk 11. Overgangs- en slotbepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 105. Overgangsregeling loonbelastingverklaring
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
2 Ten aanzien van de werknemer die op 31 december 2000 overeenkomstig de loonbelastingverklaring
was ingedeeld in tariefgroep 1, in tariefgroep 2, in tariefgroep 3, in tariefgroep
4, of in tariefgroep 5 wordt de belasting ingehouden met toepassing van de heffingskorting.
Artikel 106. Overgangsregeling hogere vrije vergoeding regelmatig woon-werkverkeer
als de werknemer andere werknemers vervoert
[Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 107. Overgangsregeling fiets voor woon-werkverkeer
[Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 107a. Overgangsregeling producten eigen bedrijf
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
3 Voor de toepassing van artikel 41, derde lid, eerste volzin mag worden aangenomen dat voor de jaren 2002 en 2003 een bedrag van € 450 heeft gegolden,
indien de inhoudingsplichtige met toepassing van het eerste lid heeft gekozen voor
de toepassing in het kalenderjaar 2003 van artikel 41 zoals dat artikel luidde op 31 december 2002.
Artikel 108. Overgangsregeling personeelsleningen
[Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 109. Overgangsregeling dagbladen
[Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 109a. Overgangsregeling openbaarvervoerkaart
[Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 110. Overgangsregeling vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen en daarmee overeenkomende
aanspraken
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Ingeval in een reeds op 31 december 1996 bestaande of aansluitend naar strekking ter
zake ongewijzigd voortgezette publiekrechtelijke regeling of collectieve arbeidsovereenkomst
is voorzien in vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen of daarmee overeenkomende aanspraken
wordt, in afwijking van artikel 18 de waarde van regelmatig bij de betaling van het loon verstrekte vakantiebonnen,
vakantietoeslagbonnen of van daarmee overeenkomende aanspraken gesteld op een percentage
van de nominale waarde van die bonnen of aanspraken. Het in de eerste volzin bedoelde
percentage bedraagt voor:
2001: 82,5;
2002: 85;
2003: 87,5;
2004: 90;
2005: 92,5.
Artikel 111. Guldensbedragen
[Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 112. Intrekking van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 1990
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De Uitvoeringsregeling loonbelasting 1990 wordt ingetrokken.
Artikel 113. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.
Artikel 114. Citeertitel
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001.