Stcrt. 2010, 11178, datum inwerkingtreding 20-07-2010, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.
2 Het eerste lid is niet van toepassing ingeval een belastingplichtige van wie de winst
uit zeescheepvaart wordt bepaald volgens artikel 3.22, eerste lid, van de wet als
gevolg van een wetswijziging van dat artikel met betrekking tot een of meer schepen
gaat voldoen aan de voorwaarden betreffende de exploitatie bedoeld in het vierde en
vijfde lid van dat artikel. In dat geval wordt tot de winst van het kalenderjaar waarin
of bij de aanvang waarvan de wetswijziging in werking is getreden mede gerekend het
gezamenlijke bedrag – dat is bepaald naar de toestand op het tijdstip dat onmiddellijk
voorafgaat aan de wetswijziging – van:
-
a. de op grond van de artikelen 3.53 en 3.54 van de wet gevormde reserves met betrekking
tot de hiervoor bedoelde schepen voor zover die worden gebruikt voor het behalen van
winst uit zeescheepvaart;
-
b. een bedrag ter grootte van het positieve verschil tussen de waarde die in het economische
verkeer wordt toegekend aan de hiervoor bedoelde schepen en de waarde waarvoor deze
schepen op dat tijdstip te boek zijn gesteld; een en ander voor zover deze schepen
worden gebruikt voor het behalen van winst uit zeescheepvaart. De eerste en tweede
volzin zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot andere zaken.
3 Het in het tweede lid bedoelde gezamenlijke bedrag blijft buiten aanmerking voor zover
dit uitgaat boven het bedrag waarvoor de belastingplichtige bij de aanvang van het
kalenderjaar aanspraak kan maken op verrekening van verliezen volgens afdeling 3.13
van de wet. Het bedrag dat buiten aanmerking blijft wordt voor de toepassing van artikel
3.24 van de wet geacht op grond van artikel 3.23, derde lid, van de wet buiten aanmerking
te zijn gebleven. Dit bedrag of het door de inspecteur eerder reeds op grond van artikel
3.23, derde lid, van de wet bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgestelde bedrag
vermeerderd met dit bedrag, wordt door de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking
vastgesteld.