Wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en
enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen
en gelijke behandeling van mannen en vrouwen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat in pensioenregelingen
het recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen nader
wordt geregeld, dat de gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij pensioenregelingen
wordt uitgebreid en dat in pensioenregelingen, met uitzondering van het nabestaandenpensioen,
geen onderscheid wordt gemaakt naar burgerlijke staat;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: