Stb. 2007, 573, datum inwerkingtreding 01-01-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
Buitenlands inkomen uit werk en woning uit een andere Mogendheid
1 Het buitenlandse inkomen uit werk en woning uit een andere Mogendheid bestaat uit
het gezamenlijke bedrag van hetgeen de belastingplichtige als bestanddeel van het
inkomen uit werk en woning uit die Mogendheid geniet als:
-
a. belastbare winst uit buitenlandse onderneming, zijnde een onderneming die, of het
gedeelte van een onderneming dat, wordt gedreven met behulp van een vaste inrichting
of van een vaste vertegenwoordiger binnen het gebied van de andere Mogendheid;
-
b. belastbaar loon ter zake van het binnen het gebied van de andere Mogendheid in privaatrechtelijke
dienstbetrekking verrichten of hebben verricht van arbeid;
-
c. belastbaar loon ter zake van het in publiekrechtelijke dienstbetrekking tot een binnen
het gebied van de andere Mogendheid gevestigde publiekrechtelijke rechtspersoon verrichten
of hebben verricht van arbeid, waarbij het loon ten laste komt van die rechtspersoon
of van een door zulk een rechtspersoon in het leven geroepen fonds;
-
d. opbrengsten, verminderd met de in aftrek te brengen kosten, van onroerende zaken die
binnen het gebied van de andere Mogendheid zijn gelegen of van rechten waaraan deze
zijn onderworpen;
-
e. belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen op grond van een publiekrechtelijke
regeling ten laste van een binnen het gebied van de andere Mogendheid gevestigde publiekrechtelijke
rechtspersoon of van een door een zodanige rechtspersoon in het leven geroepen fonds,
voorzover deze inkomensbestanddelen zijn onderworpen aan een belasting naar het inkomen
die vanwege die andere Mogendheid wordt geheven.
2 Werkzaamheden die in het kader van een onderneming worden verricht gedurende een aaneengesloten
periode van ten minste 30 dagen in, op of boven het winningsgebied van de andere Mogendheid,
vormen een buitenlandse onderneming. Het winningsgebied van de andere Mogendheid bestaat
uit de territoriale zee van die Mogendheid alsmede het buiten de territoriale zee
gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, voorzover die andere Mogendheid
daar op grond van het internationale recht rechten mag uitoefenen op het gebied van
de exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen.
3 Bij het bepalen van de winst uit een buitenlandse onderneming worden aan die buitenlandse
onderneming de voordelen toegerekend die zij geacht zou kunnen worden te behalen,
indien zij een zelfstandige onderneming zou zijn die dezelfde of soortgelijke werkzaamheden
zou uitoefenen onder dezelfde of soortgelijke omstandigheden en die geheel onafhankelijk
transacties zou aangaan met de onderneming waarvan zij een vaste inrichting is.
4 Het in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde loon wordt bij arbeid die korter dan
dertig dagen aaneengesloten binnen het gebied van de andere Mogendheid is verricht,
alleen beschouwd te zijn onderworpen aan een belasting naar het inkomen die vanwege
die Mogendheid wordt geheven indien blijkt dat ter zake hiervan aan die Mogendheid
belasting is betaald.
5 In afwijking in zoverre van het eerste lid, onderdeel c, is, indien het aldaar bedoelde
loon wordt genoten ter zake van het verrichten of verricht hebben van arbeid ten behoeve
van een onderneming, op dit loon het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b, van
toepassing.
6 In afwijking in zoverre van het eerste lid behoren door een belastingplichtige verkregen
voordelen en inkomsten uit het door de belastingplichtige of een ander als artiest
of sportbeoefenaar verrichten van persoonlijke werkzaamheden binnen het gebied van
de andere Mogendheid, niet tot het buitenlandse inkomen uit werk en woning uit die
Mogendheid.
7 Indien de belastingplichtige de onderneming van een vennootschap waarvan hij aandelen
of winstbewijzen houdt, in het kader van de ontbinding van die vennootschap met toepassing
van artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, voortzet of mede voortzet,
wordt op het tijdstip van voortzetting mede als winst uit buitenlandse onderneming
uit een Mogendheid aangemerkt 24/46 deel van het aan het aandeel van de belastingplichtige
in de vennootschap toe te rekenen deel van het volgens artikel 34 vastgestelde bedrag
aan winst uit buitenlandse onderneming uit die Mogendheid van de vennootschap na toepassing
van genoemd artikel 14c, tweede lid. De vorige volzin vindt overeenkomstige toepassing
bij volgens artikel 35 vastgestelde bedragen aan negatieve buitenlandse winst van
de vennootschap.