Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2014.
Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 20 november 2000, nr. WDB2000/873 M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen;

Gelet op artikel 29, onderdeel a, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

De Raad van State gehoord (advies van 13 december 2000, nr. W06.00.0539/IV);

Gezien het nader rapport van de staatssecretaris van Financiën van 19 december 2000, nr. WDB2000/965 U, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Reikwijdte en definities

  • 2 In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a. levensverzekeraar: een belastingplichtige die het levensverzekeringsbedrijf uitoefent;

    • b. natura-uitvaartverzekeraar: een belastingplichtige die het natura-uitvaartverzekeringsbedrijf uitoefent, waarbij uitsluitend of nagenoeg uitsluitend uitvaarten van verzekerden worden verzorgd;

    • c. schadeverzekeraar: een belastingplichtige die het schadeverzekeringsbedrijf uitoefent;

    • d. premiereserve: de door een levensverzekeraar of een natura-uitvaartverzekeraar aangehouden premiereserve eigen rekening;

    • e. premies: premies eigen rekening;

    • f. provisies: provisies eigen rekening;

    • g. schaden: schaden eigen rekening;

    • h. verzekerd bedrag: verzekerd bedrag eigen rekening.

Artikel 2. Grondslagen berekening premiereserve

  • 1 De premiereserve wordt berekend naar de grondslagen die worden gehanteerd bij de bepaling van het tarief waarop de verzekeringen zijn of worden gesloten.

  • 2 Een omrekening van de premiereserve naar in totaal zwaardere grondslagen wordt in aanmerking genomen indien:

    • a. de omrekening betrekking heeft op de gehele verzekeringsportefeuille met uitzondering van het gedeelte dat gesloten is tegen de op het tijdstip van de omrekening voor nieuw te sluiten verzekeringen geldende tarieven, en

    • b. bij de omrekening en vervolgens voor de toepassing van het eerste lid de volgende grondslagen worden gehanteerd:

      • 1°. de op ¼ percent naar beneden afgeronde en met ¼ percent verlaagde gemiddeld behaalde rendement op de gehele beleggingsportefeuille;

      • 2°. de sterftetafels die op het tijdstip van de omrekening worden gehanteerd bij de bepaling van het tarief voor nieuw te sluiten verzekeringen;

      • 3°. de batepremie die uit de brutopremie wordt afgeleid door deze te verminderen met een bedrag gelijk aan het verschil tussen de brutopremie en de nettopremie voor de op het tijdstip van de omrekening nieuw te sluiten verzekeringen.

Artikel 3. Nettomethode

De premiereserve wordt berekend op basis van de nettomethode.

Artikel 4. Activering acquisitiekosten

  • 1 De kosten van een jaar die direct of indirect samenhangen met in dat jaar gesloten verzekeringsovereenkomsten tegen periodieke premiebetaling (acquisitiekosten), worden door een levensverzekeraar en een natura-uitvaartverzekeraar in gelijke delen ten laste van de winst van dat jaar en de daaropvolgende negen jaren gebracht.

  • 2 In afwijking van het eerste lid worden de acquisitiekosten die betrekking hebben op verzekeringsovereenkomsten waarvoor de overeengekomen periode van premiebetaling minder is dan tien jaren, gedurende die periode in gelijke delen ten laste van de winst gebracht.

Artikel 5. Activering rentestandkortingen

Een in een jaar toegekende rentestandkorting ter zake van een collectieve verzekering wordt door een levensverzekeraar en een natura-uitvaartverzekeraar als volgt in het jaar waarin de kortingen zijn verleend en de zeven daaropvolgende jaren ten laste van de winst gebracht:

  • a. in het jaar waarin de korting is verleend en de drie daaropvolgende jaren telkens voor 15 percent, en

  • b. in de vier volgende jaren telkens voor 10 percent.

Artikel 6. Waardering vastrentende beleggingen

Vastrentende beleggingen worden door een levensverzekeraar en een natura-uitvaartverzekeraar niet als gevolg van stijging van de marktrente beneden de kostprijs gewaardeerd.

Artikel 7. Egalisatiereserve

Levensverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars en schadeverzekeraars kunnen een egalisatiereserve vormen.

Artikel 8. Plafond egalisatiereserve

  • 1 De egalisatiereserve bedraagt bij een levensverzekeraar en een natura-uitvaartverzekeraar ten hoogste 2,25 percent van de bij het einde van het jaar bestaande premiereserve.

  • 2 De egalisatiereserve bedraagt bij een schadeverzekeraar ten hoogste 22,5 percent van de op het jaar betrekking hebbende premies. Daarbij blijven premies, voorzover zij betrekking hebben op atoomverzekeringen, buiten aanmerking.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste lid worden de bedragen van de op de voet van artikel 5 ten laste van de winst te brengen rentestandkortingen in de jaren volgend op het jaar waarin de kortingen zijn verleend op de premiereserve in mindering gebracht.

Artikel 9. Maximale jaarlijkse toevoeging egalisatiereserve

  • 1 Het ten laste van de winst in de egalisatiereserve op te nemen bedrag beloopt in een jaar ten hoogste:

    • a. voor:

      • 1°. een levensverzekeraar en een natura-uitvaartverzekeraar: vier percent van het in artikel 8, eerste lid, gestelde maximum;

      • 2°. een schadeverzekeraar: zes percent van het in artikel 8, tweede lid, gestelde maximum;

    • b. 22,5 percent van de voor opneming in de reserve beschikbare over het jaar genoten winst, berekend zonder toepassing van artikel 10;

    • c. het belastbare bedrag of het belastbare binnenlandse bedrag, berekend zonder toevoeging en zonder de in artikel 10 bedoelde extra-toevoeging aan de reserve.

  • 2 De in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde 22,5 percent wordt voor een schadeverzekeraar verhoogd tot 33,75 percent, voorzover toevoeging aan de reserve deze niet doet uitgaan boven tien percent van de op het jaar betrekking hebbende premies.

Artikel 10. Extra toevoeging

  • 1 Tot het bedrag waarmede ingevolge artikel 11, eerste lid, onderdeel b, de egalisatiereserve is verminderd, kan een extra toevoeging aan de reserve plaatsvinden. Deze toevoeging bedraagt in een jaar ten hoogste:

    • a. de som van:

      • 1°. het bedrag waarmede het maximum, berekend op de voet van artikel 9, eerste lid, onderdeel b, het op de voet van dat artikel, eerste lid, onderdeel a, berekende maximum overtreft; en

      • 2°. het in het jaar berekende voordelige saldo van winsten en verliezen met betrekking tot de waarde van de beleggingen tot ten hoogste het bedrag dat gelijk is aan de helft van het maximum, berekend op de voet van artikel 9, eerste lid, onderdeel b;

    • b. het belastbare bedrag of het belastbare binnenlandse bedrag, berekend zonder extra toevoeging aan de reserve.

  • 2 Voor een schadeverzekeraar is met betrekking tot het in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, eerstbedoelde maximum, artikel 9, tweede lid, van toepassing.

Artikel 11. Onttrekkingen aan de egalisatiereserve

  • 1 Uit de egalisatiereserve wordt, voorzover mogelijk, achtereenvolgens aan de winst van een jaar toegevoegd:

    • a. voor:

      • 1°. een levensverzekeraar en een natura-uitvaartverzekeraar: een bedrag gelijk aan dat waarmede de premiereserve in het jaar toeneemt als gevolg van een herziening van de voor de berekening van de premiereserve gebruikte grondslagen;

      • 2°. een schadeverzekeraar: een bedrag gelijk aan het negatieve technische resultaat van een branchegroep tot ten hoogste het bedrag dat op grond van de premies van tot die branchegroep behorende verzekeringen begrepen kan zijn in het op de voet van artikel 8, tweede lid, te berekenen maximum van de reserve;

    • b. een bedrag gelijk aan het in het jaar berekende nadelige saldo van winsten en verliezen met betrekking tot de waarde van de beleggingen; bij de berekening van dit saldo blijven buiten aanmerking winsten en verliezen welke voortvloeien uit een wezenlijke vermindering van de bedrijfsuitoefening;

    • c. een bedrag gelijk aan de negatieve uitkomst waartoe de berekening van de belastbare winst of van het binnenlandse inkomen na toepassing van de onderdelen a en b, zou leiden.

  • 2 Toevoeging aan de winst ingevolge het eerste lid, onderdelen a en b, blijft beperkt tot het bedrag van de reserve vóór toepassing van de artikelen 9 en 10.

  • 3 Overtreft bij het einde van een jaar de reserve het vermogen, verminderd met het gestorte kapitaal en met de overige toelaatbare reserves, dan wordt het meerdere aan de winst van het jaar toegevoegd. Voor het bepalen van het vermogen worden mede als schulden aangemerkt de bij het bepalen van de winst niet in aftrek komende uitdelingen en daarmede gelijkgestelde betalingen die na het einde van het jaar plaatsvinden, doch betrekking hebben op het jaar of daaraan voorafgaande jaren.

  • 4 Als technisch resultaat van een branchegroep van een schadeverzekeraar wordt aangemerkt het verschil tussen de op het jaar betrekking hebbende premies – na aftrek van de daarover verschuldigde provisies – en de op het jaar betrekking hebbende schaden, met dien verstande dat premies, provisies en schaden, voorzover zij betrekking hebben op atoomverzekeringen, buiten aanmerking blijven.

  • 5 De verzekeringen van een schadeverzekeraar worden ingedeeld in de volgende vier branchegroepen:

    • a. brandverzekering, waaronder stormverzekering;

    • b. ziekte- en ongevallenverzekering;

    • c. variaverzekering;

    • d. transport- en luchtvaartverzekering.

Artikel 12. Calamiteitenreserve

Schadeverzekeraars kunnen ter zake van atoomrisico's een calamiteitenreserve vormen.

Artikel 13. Plafond calamiteitenreserve

De calamiteitenreserve bedraagt ten hoogste het bij het einde van het jaar verzekerde bedrag ter zake van atoomrisico's.

Artikel 14. Maximale jaarlijkse toevoeging calamiteitenreserve

  • 1 Het ten laste van de winst in de calamiteitenreserve op te nemen bedrag beloopt in een jaar ten hoogste:

    • a. de helft van het positieve technische resultaat van atoomverzekeringen;

    • b. de voor opneming in de reserve beschikbare over het jaar genoten winst, berekend zonder toepassing van de artikelen 9 en 10;

    • c. het belastbare bedrag of het belastbare binnenlandse bedrag, berekend zonder toevoeging aan de reserve en zonder de in de artikelen 9 en 10 bedoelde toevoegingen aan de egalisatiereserve.

  • 2 Als technisch resultaat van atoomverzekeringen wordt aangemerkt het verschil tussen de op het jaar betrekking hebbende premies – na aftrek van de daarover verschuldigde provisies – en de op het jaar betrekking hebbende schaden.

Artikel 15. Onttrekkingen aan de calamiteitenreserve

  • 1 Uit de calamiteitenreserve wordt, voorzover mogelijk, achtereenvolgens aan de winst toegevoegd:

    • a. een bedrag gelijk aan het negatieve technische resultaat van atoomverzekeringen;

    • b. een bedrag gelijk aan de negatieve uitkomst waartoe de berekening van de belastbare winst of van het binnenlandse inkomen na toepassing van onderdeel a, en na toevoeging van de egalisatiereserve, zou leiden.

  • 2 Overtreft bij het einde van een jaar de reserve het vermogen, verminderd met het gestorte kapitaal en met de overige toelaatbare reserves, voor wat de egalisatiereserve betreft na toepassing van artikel 11, derde lid, dan wordt het meerdere aan de winst van het jaar toegevoegd. Voor het bepalen van het vermogen vindt artikel 11, derde lid, laatste volzin, overeenkomstige toepassing.

Artikel 16. Negatief technische resultaat van atoomverzekeringen

Voorzover het negatieve technische resultaat van atoomverzekeringen de calamiteitenreserve overtreft, wordt het meerdere geacht te behoren tot het technische resultaat van de branchegroep variaverzekering.

Artikel 17. Belastingpercentage

Voor de berekening van de voor opneming in de egalisatiereserve en in de calamiteitenreserve beschikbare over het jaar genoten winst wordt de belasting gesteld op H percent van het belastbare bedrag of het belastbare binnenlandse bedrag. Daarbij staat H voor het percentage van het hoogste tarief, bedoeld in artikel 22 van de wet, geldend voor het jaar waarin de winst is genoten.

Artikel 18. Storm- en hagelschade

  • 1 Ingeval een schadeverzekeraar uitsluitend of nagenoeg uitsluitend stormschade of hagelschade verzekert, wordt in afwijking in zoverre van:

  • 3 Ingeval een schadeverzekeraar uitsluitend of nagenoeg uitsluitend molestschade verzekert, is artikel 9, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, niet van toepassing en wordt in afwijking van:

    • a. artikel 8, tweede lid, het maximum van de egalisatiereserve gesteld op het bij het einde van het jaar verzekerde bedrag;

    • b. artikel 11, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, de aldaar bedoelde toevoeging aan de winst gesteld op het negatieve technische resultaat van molestverzekeringen, zijnde het bedrag waarmede de op het jaar betrekking hebbende schaden dat van de op het jaar betrekking hebbende premies – na aftrek van de daarover verschuldigde provisies – overtreft.

Artikel 19. Fiscale eenheid

Ingeval artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 toepassing vindt ten aanzien van twee of meer vennootschappen die niet allen hetzij levensverzekeraar, hetzij natura-uitvaartverzekeraar, hetzij schadeverzekeraar zijn, vinden de in dit besluit – met uitzondering van artikel 9, tweede lid, artikel 10, tweede lid, en artikel 18 – gegeven voorschriften, voorzover zij niet reeds van toepassing zijn, overeenkomstige toepassing met dien verstande dat, in afwijking in zoverre van:

  • a. artikel 8, het maximum van de egalisatiereserve wordt gesteld op de som van de in dat artikel gestelde maxima voor onderscheidenlijk een levensverzekeraar, een natura-uitvaartverzekeraar en een schadeverzekeraar;

  • b. artikel 9, eerste lid, onderdeel a, het aldaar bedoelde maximum van de jaarlijkse toevoeging aan de egalisatiereserve wordt gesteld op de som van de onder die onderdeel gestelde maxima voor onderscheidenlijk een levensverzekeraar, een natura-uitvaartverzekeraar en een schadeverzekeraar.

Artikel 20. Intrekking Besluit reserves verzekeraars

Het Besluit reserves verzekeraars wordt ingetrokken.

Artikel 21. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001.

Artikel 22. Inwerkingtreding

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

  • 2 Dit besluit vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot de heffing over het jaar dat aanvangt met of in 2001.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 december 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Uitgegeven de achtentwintigste december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals