4.2. Belgische RSZ (Rijksbijdrage Sociale Zekerheid)
[Regeling vervallen per 24-04-2009 met terugwerkende kracht tot en met 07-04-2009]
Belgische RSZ-premies zijn premies voor voorzieningen vergelijkbaar met WW, ZW, AOW,
Anw en ZFW. Het WW- en ZW-vergelijkbare deel van de premie is aftrekbaar op grond
van artikel 11, eerste lid, onderdeel j, onder 3e, van de Wet LB 1964 in samenhang
met het eerste lid, onderdeel e, van dat artikel.
Het AOW/Anw-vergelijkbare deel (rust-, brugrust- en overlevingspensioen betreffende
de verzekering voor de oudedag en het overlijden) is aan te merken als pensioenregeling
in de zin van hoofdstuk IIA van de Wet LB 1964. De aanspraken en inhoudingen behoren
op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel c en onderdeel j, onder 1e, van de
Wet LB 1964 niet tot het loon.
In bepaalde gevallen worden de RSZ-premies ook door Nederlandse werkgevers ingehouden
en afgedragen aan de Belgische instanties voor sociale zekerheid. Deze premies worden
fiscaal op dezelfde wijze behandeld als premies die door Belgische werkgevers worden
ingehouden.
Tenslotte is er de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, die in België wordt
geheven. Deze bijdrage is bestemd voor de sociale zekerheid als geheel en is dus niet
toe te rekenen aan een bepaalde tak van de sociale zekerheid. Bij de herleiding van
Belgisch loon naar Nederlands loon kan deze bijdrage in mindering worden gebracht
voorzover zij kan worden toegerekend aan aanspraken die niet tot het loon behoren.
Zoals blijkt uit de Specificatie Nederlands fiscaal loon bij de brochure ‘Grensarbeiders’
is dit gedeelte voor 1997 tot en met 2000 te stellen op 73% van de bijzondere bijdrage.
Bovenstaande behandeling van de bijzondere bijdrage sociale zekerheid geldt niet alleen
voor grensarbeiders, maar ook voor andere in België verzekerde belastingplichtigen,
die de bijzondere bijdrage betalen.