Waardering ziektekostenaanspraken grensarbeiders

[Regeling vervallen per 24-04-2009 met terugwerkende kracht tot en met 07-04-2009.]
Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2009 en zichtdatum 24-12-2024.
Geldend van 01-01-2001 t/m 06-04-2009

Waardering ziektekostenaanspraken grensarbeiders

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die gold voor de toepassing van de Wet IB 1964, besluit van 25 januari 1996, nr. DB96/356M en een gedeelte van het besluit van 11 december 1998, nr. DB98/3185M (de uitbreiding van de werking van het besluit tot anderen dan grensarbeiders).

In artikel 58 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 is een bijzonder waarderingsvoorschrift voor ziektekostenaanspraken opgenomen. Tot en met 1988 gold dit ook voor de Belgische ziekenfondsaanspraak van een grensarbeider op grond van de uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch, EK I 6 november 1992, nr. 2503/1990, V-N 1993, blz. 844.

Met ingang van 1989 is het waarderingsvoorschrift zodanig gewijzigd (invoering nominale premie) dat de Belgische ziekenfondsaanspraak er niet meer onder valt omdat deze niet voorziet in een verplichte nominale bijdrage, welke naar aard en omvang overeenkomt met de nominale bijdrage ingevolge de Ziekenfondswet.

Het gewijzigde voorschrift bewerkstelligt dat de maximering beperkt wordt tot die gevallen waarvoor zij oorspronkelijk was bedoeld, namelijk de gevallen waarin aanzienlijk meer premie wordt betaald dan aan rechten ontstaat.

Ook in het geval van een Belgische ziekenfondsaanspraak kan sprake zijn van een premie die hoger is dan de waarde van de aanspraak.

Het is dan ook in overeenstemming met de bedoeling van het voorschrift om de Belgische ziekenfondsaanspraak onder bepaalde voorwaarden alsnog onder genoemd waarderingsvoorschrift te brengen.

Op grond van het bovenstaande keur ik, voor hen die zijn aan te merken als grensarbeider in de zin van artikel 15, § 3 onder 1e, van de Overeenkomst tussen Nederland en België ter voorkoming van dubbele belasting, met toepassing van de hardheidsclausule het volgende goed. De aanspraken ingevolge een collectieve ziektekostenverzekering van deze grensarbeiders kunnen worden gewaardeerd overeenkomstig artikel 58 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001, waarbij het genoemde maximum wordt vermeerderd met hetgeen aan nominale bijdrage verschuldigd zou zijn ingevolge de Ziekenfondswet (maximaal twee volwassenen, tot 1995: maximaal twee volwassenen en twee kinderen).

In de praktijk komt het voor dat ook anderen dan grensarbeiders in Nederland belasting betalen en in België verzekerd zijn, zoals Nederlandse werknemers in de sleepvaart of in België wonende werknemers die zowel in België als in Nederland werken. Naar mijn oordeel is er aanleiding om ook die situaties onder het waarderingsvoorschrift van artikel 58 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 te brengen. Ik keur daarom goed dat dit besluit ook in die gevallen wordt toegepast.

Hierbij machtig ik de eenheden van de Belastingdienst om verzoeken aangaande het bovenstaande met inachtneming van hetgeen hiervoor is gemeld, zelfstandig af te doen.

Dit besluit treedt in werking met ingang van het belastingjaar 2001.