In de praktijk blijkt dat de motieven om projecten in het buitenland te ondersteunen
voor het merendeel gericht zijn op het verstrekken van noodhulp en op de institutionele
versterking van de sociale sector aldaar. Ten aanzien van de gedaante waarin de t.i's
bijdragen verlenen aan dergelijke projecten worden twee hoofdvormen onderscheiden:
• Bijdragen in natura/schenkingen
Gedacht moet daarbij worden aan onder meer opleiding of kennisoverdracht ter plaatste,
tijdelijke detachering van personeel, directe financiële bijdrage of een uitnodiging
voor een oriëntatiebezoek in Nederland. Het gaat daarbij om betrekkelijk geringe kostenbijdragen,
die in redelijkheid het karakter van een schenking hebben.
• Investeringsbijdragen
Hierbij is sprake van een meer langdurige relatie, waarbij de t.i. vaak in schriftelijk
vastgelegde overeenkomsten voorwaarden stelt aan inzet, besteding, terugbetaling en
risicobeheersing van de beschikbaar gestelde gelden en (mede)-invloed heeft op het
resultaat waarvoor de financiële bijdrage wordt geleverd. Te denken is daarbij aan
projectfinanciering, leningen, garanties (rente)subsidies etc.
Het verschil in karakter van beide vormen van bijdragen is aanleiding om onderscheid
te maken in de wijze van beoordeling en het toezicht daarop.